ii,
( I ) Bor
Nederl.
Beroerten,
VII. bock,
fol. 78.
(i)Winfe-
mii Hill.
Frif. fol.
\')'Proteß.
(3) Suffrid.
Petr. de
Scriptor.
Frifiæ
pag. 355-
(4) Suffrid.
Petr. de
Script,
l ’rifiæ,
pag. 340.
Naa vccl aaiihoudens bcwilligden ( i ) eyndelyk
allecn dc Gemagtigden der Grietc-
n yc van Hcnnaardcradeel : 7.ulks ’cr op den
naam des Konings ecnc nieuwe bclafting
o p d c la k en en , ’ tk o om , moes en andere
eetwaaren door den Landvoogd g e legd ,
en daarvan den zcvendcn in Wynmaand
hcc plakaat alom afgekondigd (2 ) wierdt;
onaangezien allc de overige ftaatsleden en
Gemagtigden daarcegens hnnne (*) aanruy-
ging deeden, cn het invoeren der geeyfchte
Ichatcingen even ftandvaftig bleeven
weygeren; niettegenftaande allc de poogingen
en beweegmiddclen van Igram van
Achlen , wclke niets onbeproeftl liec om
de weygerigcn over te haalen. Dees was
ecn man van ecnc zonderlinge welipree-
kendheyd cn groot verftand byzonder
yverig voor den Koning, Hoofd van den
Landraad van Vriesland, cn inhetjaar vyf-
tienhonderdeenenzestig getrouwd met (3)
Mentia van Hatima , zuftcrs dochter van
Viglius van Ayta : d ie , naadat h y b y de ze-
vcutien jaaren. lang z y n vaderland niet gezien
had, met v e r lo f der (4) Herroginne
Margreta van Parma, z ich toenmaals,mids
het huuwelyk zyner Nichte, naar Vriesland
begaf, en haarc bruyloft op z y n flot Z w i chem
met z yn c tegenwoordigheyd vereer-
de. Z e s kinderen heefc van Ächlen by
deeze zyn e Huysvrouw geteeld; naamelyk
Vo lk aa rd , Willem , A n to n i, Klementia
Hildegond en Ida: wier ecrftgemeldeMee-
ftcr in beyde de rechten en Voorfpraak(5)
voor het hooge Gercchtshof van Mechelen
geweeft is. Z y n Vader Igram van
Achicn is toc het jaar vyfcienhonderd-
achtcnzevcncig voorzicccnd Hoofd van
den Vriefchen Raad gewee ft: wanneer h y
op den eenentwintigften van Lentemaand,
door den Graaf van Rennenberg, ncvens
de andere leden des Hofs van Vriesland,
als te zeer den Spanjaard toegedaan, is in
hcchtenis genomen cn van zyn e (6) bediening
afgezet geworden ; waartoe hec
hoog roemen der bevochte z c eg e , die Don
Johan b y Gembloers op de Staatfche benden
behaald had, niet weynig had geholpen.
Doch ledert van z yn e gevangenis
oncflaagen, is h y door den Spaanfchen Koning,
in erkentenis zyn e r betoonde trouw
e en geleedene ongemakken, tot Lid van
den Geheymen Raad cc Bruflcl, midsgaders
toc Hoofd van den Hoogen Raad te Mechelen
, in ’tjaar (7 ) achtennegentig aangefteld,
en z y n die hooge bedieningeii door hem
tot zyn e dood toe , welkc in ’t jaar zes-
tienhonderdvier v o o rv ie l, met zeer veel
lofs waargenomen geworden. D it heb ik
hier te meer willen aanroeren,dewyl zyn e
gedachtenis op deezen gedenkpenning in
die jaar wordt bewaard gevonden.
(5)SuffrH;
Petr, de
Script.
Frifiæ,
P^S-3Sî:
(6)Gerardi
Dumbar
Anal. tom.
III.pag.47.
Bor Ned!
Beroerten,
XII. boek,
fol. 14.
verfo.
(7) Les
Delices
des Pais-
bas ,tom.
L pag.30i.
Rondom zyn borftftuk, dat in Raadsheerlyk gewaad op dc voorzyde vertoond wordt, leeft
men in den vand deezen tytel:
IG R A M U S A B A C H L E N , F R I S IÆ P r æ s e s . A n n O Æ T a t i s 40.
I G R A M V A N A C H L E N , R A A D S H O O F D V A N V R I E S L A N D .
I N Z T N O U D E R D O M S 40. J A A R .
En dewyl hy, onaangezien de onwilligheyd der meefte ftaatsleden, het invoeren der gevor-
derde belailinge ten voordeele des Konings heeft helpen doordringen; wordt hy op de rugzyde
.... in de gedaante van Herkules verbceld, die in de cene hand zyne gewoonlyke knods, cn in dc
Metam. ^'i^cre den gouden appeltak houdt, dien h y , naa ’t verflaan van den altyd waakcnden draak,
lib.IV.fab. uyt den ftyiberauurdcn hof van Atl-.rs Koning van Moorcnland wordc verdient (8) gerooft te heb-
17. Hb. IX. ben. Om h o o g leeft men deeze fpreuk :
G c Iyk gevaar hebben ook die van U y t-
recht in dit jaar byna moeten ondctgaan;
w a n tz y aan Baldcs, als h y met zyn c benden,
naa de behaaldc zeege opde Mookerheyde,
ten beleg van L e yd e te ru g trok,den
verzochten doortogt hebbende geweygerd,
zagen u y t weerwraake dier ingcbcelde be-
(i) Hoofc leedigingc hunne ( i ) vier vooriledcn af-
Hatfol. branden en z ich met nog quaader weder-
371. vaarcn ten naaften jaare bedreygd. Eer
dir met Baldes vo o rv ie l, had Don Lodew
y k , vermids die van Uytre cht nierop-
hiclden b y ’t Spaaniche h o f op het wedergeeven
hunner afgenomene voorrcchten
aan te dringen, hen van de ftraffe, waar-
to c z e door A lv a waaren gedoemdgewccft,
pprra- ciej, beginne van Grasmaand b y (* )voor-
raad onrllaagen, de onrnomene voorrecht-
bricveii wedcrgegceven , en zirplaats ter
vergaderinge der Algemeene Staaten toe-
A N IM U M R E G E . A nno 15-74.
B E S T I E R ' T G EMO ED . I N ' T J A A R 15-74.
G e ly k
Ht*
geftaan, tot tyd cn w y lc h y ( 1 ) nader
vonnis van den Koning anders zoude nioo- (1) Hoofc
gen verftaan worden. Maar dc vcrrczien- f
den bemerkten-ftraks, mids z y yan dc °
zydcdes Konings niets goods verwachtten,
hoe door de quytichelding deezer ftraffe
doch mct onderwerpinge aan des Konings
oordeel, de Vryheyd voorte flechten prys.
daar ’c gemeen zich veeltyds aan vergaapt,
fchandclyk zoude verkocht z y n ; mids dit
aan de uytfpraak van himnen tcgendingcr
te verblyven waare de ketens van Ilaaver-
nye aan de voeten , cn z ich en hmme
naakomelingen een eeuwig knaagcnd naa-
berouw iu het hart te klinken. Op welke
gelegenheyd van zaaken de volgende legpenningen,
by die van U y tre ch t in ditjaar
gcflaagcu, myns bedunkens, niet onge-
voeglyk en b y mangel van andere uytleg-
ginge können worden tocgepaft.
I. De eerile heeft op de voorzydc ’s Konings gcharnail borilbceld; cn iu den rand deczc tytels .*
P H i l i p p u S , D e i G r a t i a H I S P a n i a r u m R E X ,
D o m i N u S T R A J E C T i .
P H I L I P S , D O O R G O D S G E N A D E K O N I N G F A N
S P A N J E , H E E R F A N UTTRECHT.
Het jaar 1574. by ’t Uytrechtfche wapenfchild ftaat op den voorgrond der tegenzyde • en
daarboven (;) nevens ecnc fonteyn de verlietde Thisbe, die om de dood van Piramus, welke op
den gvond leggende verbeeld is, zich uyt wanhoope eencn dolk in ’t hart drukt. Het bovcngek
ftelde byfchrift meldt de woorden van (4) den Redenaar Dcmoilhencs, die hy de Korintifchc
Lais tocdreef:
P O E N I T E R E T A N T I N O N EM O .
H E T B E R O Ü J F K O O P I K Z O O D I E R N I E T .
II. De tweede heeft bet zelfde ruggeftuk, maar op het voorftuk ’t gekroonde wapenfchild des
bpaanlchcn Konings. Ter wederzyden van het wapen zict men onder ccn kroontic de letters P
cn A , betckenende P h i l i p s en A n n a ; en in Jen rand dit omfchrift:
C O N C O R D I A R E S P A R V a E C R E S C U N T .
D O O R e e n d r a g t G R O E I J E N K L E I N E Z A A K E N .
■' Aaa 2 III. De
(3) Ovidü
Metam.
lib. IV. •
fab. 4.
(4) Erafmi
Apophth.
lib. 4.
to
:l ■
: