I f
ill
i 6 z N E D E R L A N D S C H E
1572, II- Het tweede van de zelfde waarde cn mede boven het jaar 1572. met het Haarlemfchc
-------- 1 wapenfchild bcltempcld, vocrt daarboven nog een kleyner , waar in een doodshoofd verbeeld is.
Verder Icell: men op de andere zyde dit Nederduytfche opfchrift, door deezen o f genen liefhebber
van laateren tyd daar in gefneeden:
H A A R L E M , V A N D E N T J R A N A L B A B E L E G E R T , H E E F T
D O O R N O O T D I T G E L D G E S L A A G E N .
III. Het dcrdc is voor cen’ halvcn velddaler gangbaar geweeft, en daarom kleyner, doch voor
*t overige aan hcc cerJie gelyk.
IV . Het vierde, dat voor de helfte van het tweede gangbaar geweeft is, heeft in ’t midden
boven het jaar 1772. het Haavlemfche wapenfchild, in den boven hoek nog cen ander’t gene
uyt ecu hahmaantje en een ftarretje befta:it, midsgaders aan de flinkere zyde dat van Holland,
tot een teken, dat het naderhand op laft dicr Staaten is iiigewifleld.
V. Het vyfde is een rond ftuk en heeft zonder ccnig jaaifchrift o f ander bywerk alleen het
wapenfchild van’t belegerde Haarlem.
VI. Het zesde ftuk dat mede voor eenen velddaler gangbaar geweeft is, hcefc op de eene zyde
het wapenfchild der belegerde ftad, daar onder het jaar 1772. enin den bovenften hoek een ingeftempeld
wapenichiidcje, het gene uyt een halfinaancje cn een ftarrecjc beftaat.
Op de andere zyde ftaan de volgende niet alte nauwkcurige Latynfche dichtregels; wellce door
den eenen of anderen liefhebber, naa’t eyndigen van het belqg, opdat men de reden zyner muntinge
zoude weeten, daai'in gefneeden zyn.
U R B S H A A R L E M , A L B A N I C A S T R I S O B S E S S A T Y R A N N I ,
S T R E N U A M I L I T I E U S c a u s a N E C E S S A D E D I T .
D E S T A D H A A R L E M , D O O R D E K R Y G SM A G T V A N D E N
G E J V E L D E N A A R A L V A B E L E G E R D Z Y N D E , H E E F T
U Y T S T R E N G E N O O D Z A A K E L Y K H E Y D D E SOL-
D A A T E N H I E R M E D E B E T A A L D .
VII. Dit zevende, dat voor de zelfde waarde, als het vierde, gangbaai’ geweeft is, heeft behalven
het Haarlemiche wapenfchild en het jaai’ 1572. in den bovenften hoek een wapcnlchild
met drie ftan'etjes.
VIII. Hcc katfte eyndelyk is het vierde
alles gelyk, doch wat dikker en kleyner zynde,
heeft het de acht hoeken wat evenmaatiger verdeeld!;. Welke ________ vierderhandc hier ... voor ^____
gemelde
wapenfchildtjes, myns bedunkens, de merktekens zyn of van ftads Burgemeefters,of verzorgcrs
van eenige Godshuyzen , o f opzienders der munte.
to I
Hec bleek z e k e r , dat goede betaaling
den moed der krygsknechten o pw e k t : ja
’ c was dcczc dien de Spanjaards, als z y
het ravelyn te onvoorzigtig, op den een-
cntwintigften ( i ) van Wintermaand, be-
fol.298. ’ ftormden, met ccne groote nederlaag van
hunnen landaardt beproefd hadden. Z y
volhardden echter in de ftad ce bevechten:
en hoewel men d o o r ’t flaan der befchreevene
noodmunten de algemeene dicrte van
lyftogc was te gemoet gekomen, die wierdt
nogtans, mids het vervolg der belegcringe,
1573. dagelyks grooter. De Prins, om in dit
■ ongeval te voorzien, zondc den Hopman
Philips de Koning met omtrent tweeduyzend
foldaaten naar Haarlem; maar deeze
(2) Hooft hulpbenden, door (2) cene dikkc mift
wierden ten deele gcveld, ten
deele te rug gedreeven. Dc Spanjaards ,
ftout op dit voordeel wicrpen, ora die van
binnen re trotfeeren, hcc hoofd van den '
gefneuvelden de Koning den belegerdbu
over de veiling toe; doch deeze hierdoor
meer getergd dan verichrikt, betaalden
zoo groote wreedheyd met geen mindere
munt. Z y hingen ’s nachts daaraan tw a alf
gevangene Spanjaards op , hieuwen daar
e l f hoofden af, die ze in eene con gekuypc
naar den vyand in dc naderniflcn lieten af-
rollen; mct dit opfchrift: Men zonde den
Hertoge van A lv a voor den tienden penning,
waarom hy hen belegerd hieldt de
tien koppen ter hand fie llen, en ’t elfde
voor woeker\ opdat by over traage betaa-
ling niet hadde te klaagen. By deeze woorden
voegden z y ook de werken, bcftonden
den Spanjaard in z yn e vcrfchaniingcn ce
beftooken, cn deeden op d en vicrencwin-
tigftcn van Lentemaand des jaars drieenze-
vcntig, zynde omtrent duyzend zo o burgers
als foldaaten fterk , eenen dappcren
u y t v a l, waarby meer dan achchonderd
vy’an-
1/ 4 '' if i i i i
H I S T O R I P E N N I N G E N . I I Boek.
vyaudcii fheuvelden ; gelyk de ftedelingen
door het meelleepen van twee metaale
ilangen, v y f haften, negen ftandaards en
veelerleye anderen b u y t , wederkccrende
b y hunne medeburgeis de zekerheyd van
dit behaalde voordeel bcveftigden. On-
163
dertuftchen het beleg met dusdaanige voor- i . 7 .
vallen blyvcnde duurcn, vondt z ich de
Regeering der ftad verpligt, om ( i )m e t rilkAmp.
het flaan van noodmunten, g c ly k in ’tvoor- S v r i l
gaandejaar was begonnen, in dit voort te van HaS-
vaarcn. lam, pag.
203.
I. Het eerfte is eene zesde (2) van den volgenden heelen velddaler , zynde in ’t midden met (i) Munri
het Haarlemfche wapenfchild tuflchen het jaar i f y j . en onder met drie ftarretjcs beftempeld. beddenaa'i
by Guill.
II. Het tweede noodftuk, ’t gene de heele velddaler is, heeft het Haarlemfche wapenfchild
boven’tjaar 1773. en om hoog nog een tweede waarin een wcrreldcje gezien wordt: gelyk het 1581. *
ook tot een teken zyner inwiflelinge, met het wapen van Holland in den rechter’ hoek beftempeld is.
III. Het derde is nog kleyner,temelden •, als het eerfte, en zal
zal waarfchynelyk een achtfte deel van den
velddaler geweeft zyn,, hebbende behalven h<het Haarlemfche wapenfchild , ^________
in den bene-
en hoek een wapenfchildtje met een’ lelie,en in den rechter’ hoek nog een tweede geftempcldT
IV . Het katfte eyndelyk is rond cn heeft: op de (3) eene zyde boven het jaar 1573 5 Haar- (3) Hooft
lemfchc wapenfchild, cn binnen eenen burgerkrans op de andere zyde deeze gewoonlyke fpreuk ^’^derl.
dicr Had: Hift.fol,
313-
V I N C I T V IM V I R T U S .
D E d a p p e r h e y d V E R I V I N T H E T G EWE L D .
(5) Hooft
Ned. Hift.
N- 320.
Onaangezien deeze v o o r z o rg , en dat
ftads Overhcdcn de maac (4) op ’c llyten
van ’c koorn cn ook een’ geregclden prys
op hcc v le c ich , met verbod van daarboven
teg a an, gefteld hadden, z o o nam echter
’t gebrek daarvan eerlang zoodaanig toe,
dat de meeften, naa hec verteeren v a n ’t
k o o rn , met moutkocken cn brood vau
kennip- en raapzaac, daarnaa met kruyden,
koolftronkenen de eerft weggcworpe vuyl-
nis, doch thans b y het tuffchen de fteenen,
(5) groeijcnde gras, en gekookt ofle- en
paardcleder der fchoenen hec leeven h id den.
De rykfteii ftilden den honger met
kacten, houden , ja muyzen en ratten ,
die eertyds als oneetelyk gevlugt nu voor
lekkernye entot zcer hoogen prys gekocht
Wierden. Die groote gebrek wierdt vcr-
o o rza ak c , doordicn nu hec Haarlcmmer
meer, waarlangs voorheen de ftedelingen
temet nog eenigen onderftand hadden bekomen,
door de vyandlyke ichepen onder
den G raa f van Boifu zeer naauw bczet
was, naadat h y in een fcheepgevecht, op
den {6) achcenwintigften van Bloeimaand
voorgevallen, dc Prinslyke vloot geflaagen
en verjaagd had. Ze e r ging dees benaauwdc
toeftand den Staaten van Holland en
Zeeland ter harte, en wierden , om de
ftad ce onrzecccn , vericheydene benden
b y een gerukt, en hcc bewind dier uyt-
voeringe, dat de Prins eerft op zich genomen
had, op hun (7) v e rzoek , den Baron
van Batenburg opgedraagcn. O m d e gelden
tot deeze en andere zaak en , den dienft
des gemeenen lands betreffende , te vinden
, hadden de Staaten reeds voorheen
(8) belaft, dat alle goude en zilvere vaten
van kerken, kloofters, gilden en broeder-
fchappcii , die meer tot ftaatfi dan (9)
S s z ftich-
(6) Hooft
Ned. Hilt,
fol. 31Ó.
(7) Hooft
Ned. Hill,
fol. 320.
(8) Bor
Nederl.
Beroerten;
VI. boek,
fol. 182.
(9) Hooft
Ned. Hift,
fol. 165.
to
i'to
iiK V
ä ii I“i1
| . 1 ?,i
i'r -fii
'i, :
i j . .