l|(!
1
i 6t N E D E R L A N D S C H E
driehonderd we^eocffcnde knechten ( i )
1 dertig ruyteren met kleyn gerucht en
(i) Hooft
Ned. Hid. groocegezwindheyd over den R y n gerukt
foi.6iy. w a s ,en van de benden, door Hopman van
Schoonauwe t’hunner byftand vergaderd,
twechonderdvyftig man had verflaagen cn
(ff ßoj de overigen op de vlugt gejaagd; ontzonk
Beromen, demoed den belegerdeii. Zulks z y op den
xii.boek, veertienden (z ) van Slagtmaand de Regeer-
ferf?' dcrs der ftad ter bemiddelinge uytzonden.
H et verdrag wierdt den twintigftcn getrof-
tcn en, n a a ’t uytwiftclen van Gyzelaars, *
de ftad aan Renncnbcrg door de bczccce-
lingen ingeruymd, die in ’t uyttrekken (3)
nog over de zeshonderd man fterk waaren. iteroenen
Aldus wierdt Deventer o n d e r ’t gebied der
Staaten, rot geen kleyne vreugde der in- '
woonderen, gebragt: waarom die in dankbaare
efkentenis hunner verioflingc deezen
penning gemunt hebben.
Op de eene zydc voedt cen Pellikaan zyne kiekens met het bloed , dat hy uyt zyne gcopende'
boril trckt. Tot omfchrift Iceft men in den rand deeze twee dichtregels:
I CK F O E D E M I N J O N G E N M E T M I N B L O E T ;
B I S I C K F E R T E R E M I N L I E E N GOEDT .
Op de anderen zyde houdt een Chriftus beeid het krays in den flinkeren, arm j binnen dit cm-
IcJu-ilt; .
. . ' ■ G O D T H E F T D I E S T AD D E F E N T E R G E T R O E S T ,
- U N D D E N zo. N O F E M B E R F E R L O E S T . 1778.
(4) Meter.
Ned. Hift.
foi. 147.
(ffGerard.
r>Hmbar
Anal. tom.
III. pag.
M e t recht zagen de inwoonders van D e venter
deeze overgaaf als eene zonderlinge
verlofling aan, zo o men aanmerkc de elende
en grooten overlaft, die z y van dein
bezetting hebbende krygsknechcen zoo
v o o r , als ftaande de belegering hadden geleeden.
Want al van den beginne hen het
geweer hebbende afgenomen, fprongenzy,
naar hun welgevallen mec den ontwapen-
den burger om; dwongen niet alleen de
raansperlbonen, maar ook de vrouwen en
kinderen debefchadigde (4) veftingwerken
b y nacht te herftellen , cn b y dag de in ’c
geweer zynde foldaaten toc handreykers
op den wal te verftrckken. Zulks ’er al
vericheydene vrouwspei-ibonen , door ’c
geweldig fchieten van b uyten, zoo nu zoo
dan o m ’t leeven raakten. Hierenbovcn
ontzagen z y zich nice hoopswyze in de
huyzen der gcgoedfte burgeren mer groot
geticr te vallen, de eygcnaars daar uyc re
jaagcn, de kelders open te flaan, wym ,bicr,
cn allerhande eetwaaren mede te neemen,
en elkaridcren onderlingcn op dien bekoo-
men buyt tc onthaalem Dns wierdt d'e
nooddruft dagelyks fchraaler, en z y vau
zins om de onvcrmoogendfte inwoonders
(7 ) buyten de ftad ce jaagen. Dan als ieder
z ich daarcegens fchrap ftelde, wenden z y
’t op eencn anderen boeg, en Wilden de inwoonders
tot het afl^gen vau eenonbetaa-
meiyken eed brengen. Maar niemand
wierdt ’er gevonden, die den zelven afleyde
; hoewel ieder burger z ich genoodzaakt
zag om eenen knechr o f mey d cen dienfte der
bezettelingen te huuren, enop eygene k o f ten
ce onderhouden.Dus ging hec in deftad,
terwyl die belegerd, dan niet veel b e te r ,
naadat z y door Rcnneuberg (6) gedwon- (6) Meie-
gen w a s ; want z y raakte i u ’t uyterfte ge-
vaar van door hec regement Waalen, dat 148.
a a n ’ t muyten, wegens ^yne achterftalli-
ge foldy flo eg , geplonderd te word en,
b y aldien de muyters d o o r ’ t geeven eencr
vereeringe, niet waaren bevreedigd. Die
en andere wanbedryven doorde bezettelingen
gepleegd, waaren oorzaak dat dc Graaf
van Rennenberg alle bezetting op het herhaalde
verzoek der Regeeringe u y t dieftad
t ro k : waartoe h y geenszins waare te brengen
geweeft , zoo niet de Magiftraat der
ftadbyplegtigc ecden getrouwheyd aan den
Aartshertog,den Prins v anO ranjc,cn hcm
Rcnnenbcrg gezwooren, en beloofd had op
eygenc koften eenige burgcrvcndels tc zu llen
oprechten, de ftad daarmede bewaaren,
en ten alien tyd e weder bezetting ontfangen,
zoodra de hooge Overigheyd h en 'c
zelvc
H I S T O R I P E N N I N G E N . / / / . B o e l 1^ 3
zelve zoude afvorderen; tot geftand doen kncchc geplukt
v a n ’t welke z y hunne perfoonen en goederen
b y een zccr plegtig gefchrift verbonden.
Hec zelfde deeden ook die van Kämpen
, invoege deeze geweften, die nu zo o
langen tyd door den baldaadigen krygs-
_ ^ jcteyftcrd Waaren ,
thans door liet w y s beleyd hunner R e geeringe
zich daarvan verloft zagen, w egens
wclk g e lu k , in dankbaare erkentenis
, ik vcrmeen, ¿rc decs penning gemunt
is.
D e ecnc zydc verbeeldt een fcliaap, dat door cene ( i) raVe of havik, die ’cr o p z it, wordt ge- (ff ) v
ukt en gcbeeten, binnen dit randfchrift: Wa^rln'
pluk
j.vati
D ' O N N O S E L E T F ERT M E E S T G E P L U K T E N G E T E E S T
inde
der Dieren
pag. Í3-
Op de andere z,yde ziet men een wezelcjc dat, met een wynraytstakje gewapend , op cencn (¿5 j_ van
bafilisk, die met iiigetrokken ilaart voor dat dicitje vlugt, dürft aanvallen; ja (zoo (z) gemcend Vondels
wordt) in ftaat is van dit gcdrochc ce dooden. Het omfchrift is: Warande
derDicrcft
pag-4-
F O O R S I E N I G H E R A E T B O O S H E T T J V E D E R S T A E t .
Ivks
der ftad
Uytrecht,
ibec.
lSi8.
(4) Refol.
der Staat.
vanHoll.
27 Aug.
H75.fol.
600.
D o o r het winnen van Kampen en De-
Venter, was niet alleen de geheele Vcluwe,
maar ook her Ooftcr gedeelte v a n ’t Sticht
van de geduurige ftrooperyen dier bezet-
tingen v e r lo ft, die ze zoo nu zo o dan
zelfs tot onder de poorten van Uytrecht
gepleegd hadden. In deczc plaats viel voor
’t cyndc des jaars cenc zonderlinge zaak
op ’t ftuk der munte voor , waar van ik
het verhaal, uyc dc daglyften der ftad (3 )
getrokken, alhier (zoo ik vertrouw met
genoegen van den leezer) zal inlaflen. Van
zeer oude, ja onbekende tyden a f, vindt
men dat de ftad Uycrechtis inbczitgewecft
van penningen, d u y tcn , ftuyvers, en
diergelyk k le yn , maar geen groot geld,
te munten. De Raad nogtans dier ftad nam
op den eerften vau Wintermaand ccn be-
iTuyt, om ccn ftcmpcl tot hcc muntcn van
dalers, van dc zelfdc grootte en anhalte,
als (iie van (4) Holland, b y den ftempelfnyder
van Staat, o f, b y onwilligheyd
van dicn, b y eenen anderen zich des ver-
ftaandcn tc laaten maaken. Die wicrdt
verricht en op den liegenden diet zelfde
maand Jakob van Afch eu Hendrik van Z n y -
len gemagtigd, om den gemaakteii ftempcl
desnaamiddaagsdenMimtgezellen cer hand
te ftellen; ten eynde z y v y ftig dalers tot
eene p roe f daarmede zouden munten, die
men ondcr dc Leden van den Raad ver-
deelde. G e ly k nu het gcldmunten, een
recht is, ’cgenede Hooge Overigheyd at-
leen toekomt, ten waare z y het aan iemand
haarer onderdaanen b y plegtige vergunning
had toegeftaan, zo o mcenden de
Sraaten van Uytrecht dac, hoewel de Raad
dicr ftad cen vcrjaard bezit v a n ’t gemelde
kleyne geld te muntcn voor zich had, die
echter nict bevoegd o f gercchtigd wa s , om
grootere geldftukken, als tot nogtoe gc-
Ichied was, te laaten flaan. Dierhalven,
zich beleedigd waanende in ’c ftuk hunner
hooge Oppcrmagt, deeden z y den ftem-
pcl aanftonds verbreeken , en het muntcn
deezer Daalers verbiedcn : en d ew y l
’er geen anderen , als de eerfte v y ft ig ,
z y n geflaagcn, zoo worden die ftukken,
als iet zeldzaaiiis in de penningkaflen
der liefhebberen b ewaa rd , waarom ik
ook der zelver afbcelding alhier plaats
gceve.
V v v t Op