I ffl IP
I 5-Ö9 . het gcbmyk dicr Kcrke, door den Pans
• z e lf gewyd waaren. Dit heerlyke gefchenk
heeft hy op eene zeer ilaatlyke w y z c in de
Hoofdkerke , ten tyde der HoogmiiTe, on-
dcr het losbraiidcn van ’c g ro f gefchut en
bedryven van veelerleye vrcugdetekencn ,
in hot begin van Bloeimaand ontfangen :
wordende het overige van den dag, cot een
teken zyner erkenteniife, met groote b lyd ichap
, en ( i ) hec houden van fleck- en (0 Strada
rcnfpelen doorgebragt en gefleetcn. T e r Bel^^Dec
gedachtenis van deeze ongemeene vreugde- f pag. 347’.
bedryven en hcc vertoonen van flicrenge-
vechtcn (waarop dc Spaanfche landaardt
toch byzonder gezet is) acht ik dat de v o lgende
gedenk-cn legpenning gemaakt z yn .
I. D e achterzyde van den gedenkpenning vertoont eenen flie r, van vier gewapende ruyters tc
piurde met geveidc fpeeren b eiio o k t, en van even 200 veel honden aangegreepen; zynde buyten
deeze verbeelding zonder eenig byfchrift. D c voorzyde voert het boi'ililuk van den triom-
fccrendeu Landvoogd, met de Guldenvlicsordre behängen j binnen het omfchrift deezer tytelen:
F E R D I N a n d u s T O L E T a n u s , A L B tE D U X , B E L G i i
P R t E F e c t u s .
F E R D I N A N D V A N TOL EDO, HERTOG V A N A L V A ,
L A N D VO O G D V A N N E D E R L A N D ,
I I . Op de eene zyde van den legpenning ziet men i n ’ t verfchiet een h o f , voor de deur van
’ t welke een perfoon flaat met de handen kruyswyze over elkandere, en het hoofd en ly f gedekt
met eene rouwkaproen, even als de Rechtcrs[inBrabant draagen, wanneer z y den fchuldigen hec
(2) Ned. doodvonnis aankoudigen en voorleezen. O f anders, gelyk dc perfoon is gekleed g ewee ft, wel-
gehouden fpiegelgevecht, v o o r ’ t ftadhuys te BruiTel, achter de trommelflagers den
fol 184 ten ftryde aanvoerdcj wiens afbcelding by den hiftorifchryver Bor (2) kan
verfo. nagezien worden. Het randfchrift is ;
J O Y E E N L A M A I S O N .
V REUGDE I N D E N HUYZE.
Spiegel
Byfpraaks
Almanak
in Slagtm.
(4) Strada
de Bello
Belg. Dec.
I. pag.147.
(5) Spiegel
Byfpraaks
Almanak
in Wincer-
inaand.
^ Waarfchynelyk zlnfpeclcnde op her oude Nederlandfche (;) fpreekwoord; Daar
binnen 's huys is, fiaat droefheyd voor de deur: daarmede willende betekenen, o f dat Alva met de
zynen zich moogelyk eerlang dicr vreugde ook wel weynig zoude moogen te berocmen hebben ;
want wat de Prinsgezinden belangdc, die hadden op zyne afkomft (4), w c l groote hoop en
vreugd opgevat, doch nu binnen hunne huyzen niets als hoopelooze droefheyd. O f dat veele
Nederlanders, die zich thans mede in deeze Spaanfche blydfchap uytlieten, cn door dicn uyter-
lyken fchyn van de Spanjaards verblind en misleyd wierden , miiTchien wel haaft de Rechters
mer rouwkaproenen en in treurgewaad, alsnaare voorbooden van droefheyd en de dood re wachten
hadden. Waarom op de andere zyde des pennings de Werreld, S\t ( f) to ch wil bedroogen zyn, is bellempeld met het woord ;
A B U S I O N .
M I S L E T D I N G .
Immers, wclke van derae o f ándete uytleggingen, over deezen legpenning , de waarfchyn-
lyklte zyn mag, geet ik te verkiezen o f bctwilten, volgens het randfchrift van dezclfde zyde:
C H A C U N A S O N A D V Y S . ly ip .
I E D E R N A A R Z T N GEVOE L EN. if fip .
Met
(,) Hoolt
.Wd. Hill.
fol. 106.
(1) Reiol.
der Staat,
van Holl.
14 Maart
1569.-foi.
ii.z1.13-
24.15.cn
26.
(3) Rcfoi.
der Staat.
vanHoll.
5 Aprili
1569. fol.
28.29- 30-
cn 31.
(4) Bor
Nederl.
Beroert.
]V. boek,
fol. zc6.
(t) Hooft
Ned. Hilh
fol. 208.
(6) Refol.
der Staat.
van Holl.
17 Oftob.
JJ69. fol.j
70.71. ikc.
(7) Hooft
Ned. Hift.
fol. ÌO7.
M e t het floopen van ’s Prinien heir, was
A lv a , zoo ’t icheen, van alle zorge van
buyten ontlaft, cn nu te meer bedacht om
het ftuk van de Vorftelyke inkomften te
verbeteren en zoodaanig te regelen, dat
men ten alien tyde daaruyt een ontzaglyk
leger konde onderhouden, en verfcheydene
blokhuyzen bouwen, cot een’ teugel
der misnoegde ingezectenen. H y vor-
derde dan van de Staaten, die in Lentemaand
re BruiTel befchreeven waaren, voor
eerft den honderdften ( i ) penning eens,
van ieders middelen: voorts toc laft (2)
der verkooperen den twintigften der on-
roercnde, en deii tienden der roercnde goederen,
zo o dikwils als die zouden verkocht
worden. Ieder ftondt grootelyks ver-
baafd (3) over dien byfteren voorflag endie
van Henegouwe eu Artois hec verzoek toc,
op oncfangc vezekcring , dat hunne roe-
ftcmming hen niet zoude hinderen, indien
ook dc andere Geweften (4) insgelyks
niet bcwiiiigden. Dan hoewel door zwaare
dreygementen, en naa veel loovens en bie-
dens, eyndelyk de aangeerfde landen met
den Hertog ( f ) overkwaamen , en dicn
cyich voor twee jaaren afkochcen, mids
(6) jaarlykis opbrengende twintig tonnen
Ichats, waarin ieder z y n aandeel naar vermoogen
d ro eg ; zo o weezen de Staaten
der andere Landfchappen editer den voor-
geftelden eyfch geheel vande hand, z y n de
daar toe aangemoedigd d o o r ’t heldhaf-
tige(7) gedrag en voorbeeld der Uytrecht-
ichen , welkc tegens het, heffcn van zo o
ongehoorde belaftingen z ich volilaagen
1 1 7
aankantten , betuygcndc onder anderen
zelfs de G ccftlyk cn, dat z y hunne goederen
, zonder eed en geweeten tc quc tfcn ,
dicn laft niet konden onderwerpen. T en
euvelfte nam dit de Hertog , en raazcnde
van f p y t , dat zo o kleyn ecu landfchap
tcgens zyn e voorneemens durfde dwarsdry-
v c n , befloot h y het den Staaten zo o zuur
te maaken, dat z y met hec verzochte in
te willigen zich nog zouden gelukkig achten
: des (8 ) zondc h y een geheel regement
foldaaten in de ftad , die den ingezeete-
ncn vierentvvintighonderd guldens ccr wee*
ke afperften, en hen boven dicn met on*
geioofl;^ken moedwil en dartelheyd farden.
Ja de ’ Hertog z e l f daagde in Winter-
maand eerft de ftad , daarnaa de Staaten
van Uytrecht in ’c gemeen, voor hem o f
den Raad der beroerten, hen te laft leggende
’c verdrag, op den zevenentwiutig-
ften van Oogftmaand des ja ars (9 ) zesen-
zescig met de Onroomfchen ge flo oten ;
volgens hec wclke onder andere de Sint
Jakobskerk (10) den Kalvynfchcn was ingeruymd,
met belofte vau nog eene, zoo
die voor hen cc kleyn viel, ¿ e e r heevige
klagten hoorde men alom in de ftad opgaan
over zoo harden handel; doch ook wederom,
van den anderen kanD, den verdruk-
cen ftedeliug toefnaauwen: dat z y hunne
traanen niet zo o zeer den Hercoge als wel
den Geuzen en die hen voorheen, ja z e lf
nu nog begunftigden hadden te wyten.
H et zelfde wordt ook op eenen penning te
kennen gegeeyen, die in die jaar te
Uytrecht gemunt, en hier onder verbeeld is.
(8) Bof
Ncderl.
Beroerten;
iv.boek,
fo l.207.
(9) Hooft
Ned. Hift.
fol. 108.
(10)Hooft
Nederl.
Hift.foL
106»
O p het voorftuk ftaat het gcharnafte borftbeeld van den Spaanfchen K on in g , daaiunder het
'V’tipenfchild van U y tre ch t , en in den rand dees tytel tot omfchrift;
P H i l i p p u S , D e i G r a t i a H I S P a n i a r u m R E X ,
C A T H O L I C U S . lydp.
P H I L I P S , DOOR GODS G E N A D E A LG EME E N G E LO O V IG
■KONING V A N S P A N JE . ij-öp.
Alhier is voornaamlyk het geheel uytgedrakte woord Catholicus aan tc merken , in tegen-
ftelhngc van het ruggeftuk, waarop eene gekrinkelde flang verbeeld is j tuiTchen de viet letters
v a n ’t woord G E V X , door het welke thans byzonderlyk die van den Hervormden Godsdienft (” ) Fe-
wierdcn verftaan, fchqon met die benaaminge,voorheen zoowel de Roomfche, als Onroomfche _
verbondene Edelen, betekend waaren. He t omfchrift is genomen uyt den Affikaanfchen(i i)b ly - i " f j f ‘
fpeldichter, ctivervat in deeze woorden; 99
I i 2 H I N C
ill
Ì
f