A
\W\
R '4 y , Ui. :
»'jil i; !
I. Het cerfe van zilver heeft omhoog het jaar 84 zyner muntinge, bencden Z G : betekenende
twee guldens, waar voor het gangbaar geweeft is; en tuflchen beyden deeze opfchriften:
D e o O p t i m o M a x i m o .
B R U X E L L A C O N F I R M A T A .
A A N D E N B E S T E N E N G R O O T S T E N GOD .
B R U S S E L GE S TERKT .
II. III. en IV. Van de drie overige is de eerfte van zilver, de twee laatften van goud, doch
verder van den zeifden inhoud, die nevens het onderfcheyd van de onderlinge grootte cn den prys
in de afbeelding kan naagezicn worden.
(OHift.
van ’tH.
Sacram.
pag.i9j.
(i) Hooft
Nederl.
Hift. fol.
969.
(3) Metc-
ren Ned.
Hift. foL
282.
- Door ditmiddelwierdteerderde toenee-
mende elende uytgerekr als de gewenfchte
verlofling bekomen. Zulks de bezettelingen,
van de Franfche hulpe beginnende
te wanhoopen, eyndelyk eenige Gemagtigden
om te handelen naar Beveren aan
den Hertog van Parma zonden, met w ien
z y nog een gunftig verdrag den tienden ( i )
van Lentemaand des jaars vyfentachcig
llooten, ’t gene met zeer groote plegtig-
heyd drie dagen daarnaa voor hec ftadhuys
te Bruftel wierdt afgekondigd. Naa ’t
dwingen van deeze Vorftlyke ftad zag
Farneze zich in ftaat omdic van Antwerpen
allen toevoer, uytgenomen langsde Schelde,
a f te fnyden. Waarlangs z y te (z )
fcheep zo o nu zo o dan nog al eenige leef-
togc hadden bekomen. Om dic te bclec-
ten en z yn e eygen leger van de noodige
leeftogc buyten hec minfte gevaar te ver-
zorgen, deed h y eene vaart van dric (3)
mylen delven , waar längs h y niet alleen
den vereyfchten toevoer bekwam, maar ook
de noodige fchepen u y t Vlaandre aan de
hand kreeg, om aan de Verbondenen de
doorvaart derSchelde tc konnen betwiften.
Dan dewyl z yn e meeftc krygsmagt op den
Brabantfchen bodem te Scaabroek onder
Graaf Pieter Erneft van Mansvelc was gelegerd,
namen de Algemeene Staaten een
befluyt, om door’ t vermeefteren van eenige
fterkten, welke aan de overzyde opden
Vlaamfchen kant gefticht waaren, den
doortogt te water naar Antwerpen te openen.
Des wierdt de Graaf (4 ) van H o henlo
mec eenige manfchap derwaart gefchikt,
die b y hoog gecy mec eclyke
welbemande hulken Liefkenshoek, zoo
veel moogelyk was,naderde , die fterkte
aantaftce, en de daarin leggende bezette-
lingen dermaate door ’t losSranden van ’C
handfchut benaauwde, dac z y eerlang met
(7 ) de fterkte ook alles , het gene er in
was, verlieten. Door deezen voorfpoed
begunftigd, taftte h y federt de andere
fchanfen in dien oord aan , en had het
geluk van die van Sint Anteunishoek, ter
Venten, den O o rd , en Doele te bemagtigen.
Dan Parma hieruyt z y n voornee*
men afmeetcnde, verydelde ftraks heczelve
, mids h y aanftonds op den d y k aan ’c
gat by Kalloo ecn blokhuys, en tuiTchen
die en Liefkenshoek nog ecn tweede fticht-
te. Zulks (6) de Spaanfche Landvoogd
u y t het welgeliikken dier tegenmiddelen,
bereyds zekere hoope opvactede , om onaangezien
alle de hindcrniflcn, die hem
ook van der Scaaten zyd c in’t vervolg mog-
ten voorkomen, eyndelyk zo o gewigtige
plaats, als Antwerpen w a s , tc zullen ver-
overen. Een befluyt voorzeker v ry rocm-
waardig; 't gene m e tz yn e hooge geboorte
en grooten moed overcenkwam, en om
’c welke uyc ce voeren dees legpenning,
als ten ipoorflag, in dit jaar gemunt
is.
O p
(4) Refol.
derStaaten
vanHoll.
15 Maart
ijSj.fol.
9 April
isSj.fol.
(j) Hooft
Ned. Hiß.
foi. 998.
ré) Mete-:
ren Ned.
Hift. fol.
z37.v«W(
Op de voorzyde ilaat de Prins van Parma, hebbende een fcliild aàn den rechter’ arm, en ee.
nen bevel llaf in de flinker’ hand; nevens hem is ecn Satir o f ßoksvoet verbeeld, binnen dit onj-
fchrifc op de ecnc, mct hec vervolg op de andere zyde:
O M I N E , A L E X A N D E R , F A U S T O S P E S C O N C I P E C E r T A S .
U T T H E T G O E D E F O O R S P O O K S C H E P , A L E X A N D E R ,
Z E K E R E HOOP E .
T e weeten, van Alexanders naam , dien hy met Alexander den Grooten gemeen hebbende,
daarom eene Faße Hoope mogt opvaccen van Antwerpen, even als Alexander de Groote Tyrus gedaan
(i) had, te zullen veroveren. Deeze zinfpeeling is des te fraaijer, vermids deczc twee (i) Quint,
fteden door haare grootheyd, koophandel, rykdom, en andere hoedaanigheden beyde zeer aan-
merkclyk waaren. Voorts ftaat op den voorgrond: iv'^cap.fi
s A - T T p o 2. 1787.
S A T I R . 1787. ^
Het gène de zinfpeeling nog beter doet voorkomen. Want, ftaande het beleg vaii Tyras was
aan den Macedonifchen Vorft in zynen droom een Satir verfcheenen, die , lioewcl vericheydene
maalen zyne handen ontglipc, van hem eyndelyk wicrdt gegreepen. Welk nachtgezigt de(zj
Wigchelaars, zynde deswegen ondervraagd, in dcezervoege nict onaardtig hebben uytgelegd, te
weeten : dac liet Griekfche woord 2 a t r i* 0 2 moeft worden in tween gekloofd, even als het
op den penning met eene fcheyftreep hierboven verbeeld ftaat, betekenende als dan : Tyrus i s’t
uwe,en gevolglyk dat het vafthouden van den verfcheenen Satir voorfpelde, dat Tyrus door hem
gewonnen, en het zyne ftondt te worden. Een diergelyk geluk op Antwerpen heefc men ook
aan deezen tweeden (5) Alexander beloofd} want het is hierom, dat die ftad op de tegenzyde
verbeeld ftaat, onder haaren naam
H A N T I F E R P E H.
(2] Plutarch.
in
Vita AleX;
cap. VIII,
(3) Strada
deBdlo
Belg. Dec,
II. pag.
344-
(4) Mcte-
ten Ned.
Hift.fol.
231. verfo.
U) Hooft
Ned. Hift.
fol,997.
Door deeze hoope aangefpoord , had
Alexander zes maanden (4) in ’c timmercn
eener brugge over de Schelde gefleeten,
welke van al de werreld, als sen wonder
dier tyden wierdt aangezien. Want z y
was toc fluyting dier rivicre tuflchen dc
fchanfen Since Marie en Philips, die haar
toc befcherming ilrckren, zo o op paaicn,
als daar tuflchenleggendc pleytcn ter leng-
te van driecntwincighonderd vocten gelegd.
Dc paalen ftaaken van den wcder-
zydfchen ocver zo o verre uyc, tot dat z c
v y ftig voeten in ’t fly k cn ’t water kwamen
te ftaan, ende diepce hec hcijeii verboodt
(7). Dan vermids ’er tuflchen deeze twee
hoofdeynden, wier elk wel vyfhonderd
voeten lang w a s , nog cene tuflchenwydce
van derticnhondcrd voeten b le e f, deed
Parma daarin tweeendertig pleyten wcl
twintig voeren vau elkandere ankeren, en
door opgclegde balken famengckoppcld,
mct plankcnbevlocren. Om dic werk ,’t gene
z o o groote moeite en langen tyd gekoft
had, zo o tegens den wacergang, als alle
wederzydfche vyandlyke aanvallen te be-
veyligitn, lag daarenboven nog ter weder-
zydeii eene ry van famen verknochce u y t leggers.
Invoege nu hier door cen volle
de gemeenfchap te water met Antwerpen
was atgeiiieden: zulks des zelfs inwoonders,
tegens hunne inbcelding, zo o zeldzaame
brug voltrokken ziende niers onbeproefd
lieten, om die weder te verwocf-
reii. Des vonden z y goed , op raad van
ccnen Icaliaaii Gianibclli twee Ichepen (6) (ff Bor
de Fortuyn en dc Hoope genaamd, die ßeroeien,
vanbinnen als eene fteene kift gemet-xx.boek,
fe ld , en met eenige duyzenden ponden vwir’
kruyts en brandftofte bczwangerd waaren,
onder geleyde van tien pleyten met hec
vallen van de ftroom tegens de brug op den
vierdcn avond van Grasmaand a f te zen den.
Het eene fchip de Fortuyn kwam
niet ter beftcmdc plaatfe maar raaktc langs
de Vlaamfche zyd e aan den grond en deed
daar naamaals zyn e vergeeffche werking.
Het andere integendeel dreef tegens de
brug, waarop eene groote menigte , uyc
V v v v z nieuws-
If;
1::
"Il
'•tote ;
li .
te-''