iii'.»«
IJ99. Ipreekendheyd, hem allccn cyg en, vccle
---------- toehoordcrs tot zich gelokt. Want behalven
dat de natuur hem eenen bloeijenden
enaangenaamen f ty l had mcdegedecld, zoo
verkoos h y z ich nog ccne andere foort van
welzeggen, dic uyt den aardc heel beknopt
(I-) H. de cn vol yan bevalligheyd ( i ) in fchyn van
NerHiii oud tc z y n waarlyk nieuw was. Zulks
fol.06. ■ eenigen, dien een g elyk verftand en oordeel
ontbrak, dit willende naabootfen,
tot ecnen wanfchaapen brabbelftyl z y n
vervallen. H y was geweeft Gehcymfchry-
(i)Hid.de vervan den Kardinaal ( a ) Granvelle, en
häd hierdoor de gelegenheyd gehad van dc
pas'306. voornaamfte boekzaalen doorfnuffeld, en
met de ervaarenfte luyden van letteren zoo
van Duytfchland als Italic ommegang tc
hebben. T e Leyde in de Hooge fchool
Leeraar z yn d e , is h y Onroomfch geweeft
o f heeft zich zoodaanig geveynfd, en is,
het z y door eene algemeene vrees, o f om
eenig ongelyk, hem door zeket gefchrift van
Dirk Koornhart aangedaan , onaangezien
de Staaten van Holland (3) door dcnHeer (3)Rcfoi.
van No ordwyk en Leonard Voogd hem
betuygden daartegens orde te zullen ftel- 31 Jan.
len, vandaar over ’c (4) Spa naar Brabant J” ' *“''
vertrokken , cn z ich openlyk voor den (4) Ror
Roomfchen Godsdienft verklaarende ce
Loven cot Hoogleeraar beroepen. Anna x x v iii. *
Kaliftrie tot Vrouw gehad, dan b y dc- zel- J“' “ ;
ve geene kinderen geteeld hebbende, is h y
naamaals tc Loven in den ouderdom vau
achccnvyfcigjaaren, den drieentwintigften
van Lentemaand des jaars (y ) zeftienhon- (pHiii de
dcrdzes overleeden. De zonderlinge hoog- ¿j',]'““''
achting, die h y door z y n geleerdheyd al- pag.310.
om verkreegen had , heefc gemaakt dat
veelen z yn leeven , o f tot z yn e eer befchreeven
hebben en op bevel van den
Magiftraat van Antwerpen op cene
marmere zark een heerlyk ( 6 ) graffchrift Swecr»
is gefteld geworden: evengelyk zcvcn
jaar voor z y n overlyden dees gedenk-
penning tot z yn c ontftcrflyke eer gemunt
is.
(7) Ou-
daan R.
Moog.
pag. 167.
(8) Oudaan
R.
Zyn borftbeeld, gefierd met eenen geplooiden kraag, en Leermeefterlyken tabbard, ftaat op
dc voorzydc 3 binnen dit randfchrift:
Moog.
pag. 548.
(9) T .L i -
vuHift.
lib. III.
cap. 36.
Oudaan
Roomfche
Moog.
pag.391.
(10) Au-
bcrti Mi-
rjei Elog.
Bdg. pag. 173-
(11)A.Mi-
rsei Elog.
Bdg. pag.
168.
Hift. de
I’Archid.
Albert,
pag.311.
J U S T U S L I P S IU S . A E T a t i s L I .
JUS TUS L I P S IU S . I N Z T N S O U D E R D O M S f i J A A R .
Op de rugzyde ziet men boven twee geftrengeldercchterhanden, zynde het teken der trouwe
of van een aangegaan verbond ,een zeer fchoon vrouwehoofd, mct eenen gevleugeldcn of gekam-
den helm gedekt, even', als de Ouden de ftad (7) Rome op hunne penningen verbeeld hebben.
Ter rechterzyde van’t hoofd ftaat een wichgelftaf, met welkcn der Ouden 200 Opper- als mindere
Priefters, zullende eenige voortekens waarneemen, zekere oorden des Heemels, want die
mogt metde hand niet gefchieden, afbaakenden en beperkten,omde voortekens, die in de bepaal-
dc Hemelswyken voorvielen, zorgvuldig (8) gade te konnen ilaan, zonder hunne oogen elders tc
laaten afwcyden. In den flinker’ hoek ftaat een bundcl van berke ftokken of roeden, waaidn ecn
byl fteekt, welke bundcls oudtyds, naar den onderfcheyden rang der Magiftraatsperfoonen van
Rome, in meerder of (p) minder getal voor hen wierden gedraagen. Dienende dit alles om (10)
te bewyzen, hoedat de zaaken van den Godsdienft en de Regeering beft op den ouden voet bc- ftaan, cn worden ftaande gehouden; waarom ook tot randfchrift ftaat dccze zyne gewoonlyke (11)
zinfpreuk, van Ennius ontieend:
M O R I B U S A N T I Q U I S R E S S T A T R O M A N A V I R I S Q U E .
D E R O OMS CH E Z A A K B E S T A A T D O O R D E OUDER-
WE T S CHE M A N I E R E N E N M A N N E N .
De kennis der O u d h e y d , door welke
Juftus Lipfius zich eenen onfterflykennaam
verkreegen had, was eertyds in zo o groote
kleynachtinge, datmendezulken, welk
c zich in de Griekfche taal o f Oudhcden
oeffenden , voor Grieken , Antyken , o f
zottebollen hicldt. Dan naa ’t winnen
van Konftantinopole door dc Türken ,
hebben veeic geleerde Grieken die ftad
verlaaten , zich zoo in Italic als elders ter
woon begeeven, en is dus aldaar en in
ganfch Europa die taal en de kennis der
Oudheyd, mids omtrent den zeifden tyd
ook de drukkonft wierdt uytgevonden ,
eerlang tot ecncn zeer uytmuntenden top
geklommen. Niets echter heeft de kennis
der Oudheden meer opgehelderd als de oude
penningen. Op deeze waaren de af-
beeldfcls der K e y ze ren , der doorluchtige
Mannen, ender zaaken bewaard, diemen
in de oude Hiftorifchriften vermeld vondt.
De duyftere plaatfen wierdcn door behulp
der zelve opgehelderd; de tydrekenkunde
der Ouden een zonderling licht byg ezet;
veele ingekroopene wangevoelensontdekt;
cn mec een woord zoo ruym een veld tot
het doen van allerhande ontdekkingen geopend,
dac men, zo o om de nuttigheyd ais
hec vermaak, waarmede de behandeling
der oude penningen onaffcheydbaar alom
verzeld is, mec den aanvang der zeftiende
(ff C.Pati- eeuwe ( i ) n ie c alleen over dc zelve heeft
begonnen te fch ry v en, maar ook alle lu y den
vau letteren zien toeleggen, om zelfs
mec overgroote koften, t y d e n v ly t een
oneyndig getal van allerhande penningen
te vergaderen. En hoewel de Italiaanen
v r y groocer voorrechc als dc Nederlanders
in dien opzigte hadden, mids het daar wa s ,
dac her middelpunt des Roomfchen R y k s
luHilt.
Numifm.
pag 181.
F I . Boek. 537>
' geweeft is, zoo tw y fc l ik echtcr o f niet de 1599-
laatften in ’c wel befchryven d erzelve ruym
zo o wel als de eerfte hebben uytgemunt.
Doch wat ook hiervan z y , hec is zek e r ,
dac thans ten tyde zekere Abraham van
Goorle te Antwerpen wierdc gevonden ,
welke , als onder de oudc Dricmannen
der munten aangcnomen , zoo girootcn
fchat van oudc penningen vergaderd had,
dat dc Hoogleeraar (x ) Vorftius, van
hem en zynen penningfchat fpreeken- Bclg! fol.
de, getuygde oneyndige overblyflels der ^7-
Ouden, ftaandezyne veertienjaarigereys,
re Rome,Napels,FIoren9e, Bolonje, Ve-
nectfie, cn in veclc fteden van Duytfch«
land gezien te hebben; doch dar h y , ziende
den pennigfchac en andere verzamelde
Oudheden vanden gemelden van G oor le ,
buyten alle vleijery en oprechtlyk moeft
bekennen nooit zo o groote menigte by
eenig menfch ontdekt ce hebben. Dan ’c
gene deezen van Goorle nog meer lofs b y -
zettede w a s , dat h y met de bezittinge dier
Oudheden de geleerdheyd gepaard had ,
als uyc zyn e in ’c lichc gegeevene boeken
overde ringen, (3) zegc ls , cn penningen (3)1.Dac-
der Ouden, genoegzaam komt te blyken.
De gedachtenis van deezen Abraham van ligüiomm«
G o o r le , welke te Delft naamaals , den ^
vyftienden van Grasmaand des jaars zef- ii.Thefia-'
tienhonderdncgen, ov e r le ed t, en wicns
weergaloozcn penningfchat z yn e er^e- ?dfamu™’
naamen ( 4 ) aau Koning Jakob van ..
Grootbrittanje voor des zelfs zoon Hen- pomen? ’*
drik Prins van Walles verkocht hebben,
wordc , als z y n d e ' zo o groot een Lief- ©Sweer-
hebber der penningen, nice zonder re-
deu ook op deezen gedenkpenning, door
H. de K e yzer gemaakt , in dit jaar bewaard.
'“ »“S 0”“ opde voorayde, en in de eene helfte
A b r a h a m u s D e G O O R L E . 4 E T A T IS 4 5 .
A B R A H A M V a n G OOR L E . OU D 4;. J A A R E N .
I- 'Deel. Vvv vvv In
il