, ; i f i
:ill
voege gehecld waaren, dat de zes Verec-
- nigdc Landfchappen thans meer als ooit de
handen onderling in ecu flo egcn, om
mec vereendc krachten den Hoed der be-
vochre V r y h e y d , welke op den grondllag
van den Hervormden Godsdicnfl:
ruftce re onderfchraagen, zo o behoeft
zich nicmand tc verwonderen datmen dus-
daanigen legpenning in dit jaar heeft zien
i n ’t licht gccvcn.
Zcs handen, als Iiet zinnebeeld der zes Vereenigde Landfchappen, houden op de cene zyde
ecnen pylaar vaft, op welken de Hoed van Vryheyd lege, wa ar ondcr ftaat L I B E R T a s ,
V R 7 HETD. Onder de zuyl ziet men ecn boek , het zinnebeeld van den Godsdienft j want men
leeft daarboven R E L lG i o , G O D SD I ENS T . Verdcr ftaan in den nuid zòo onder<Us boven
deeze woorden ;
H A G N I T IM U R . H A N G T U E M U R .
OP D E E Z E N S T E U N E N PFT. D E E Z E B E S C H E R M E N W T
En vermids alle verdeeldheden, eertyds door Leycefter tegens Graaf Maurits gefmeed, nu als
zynde meeft aller Landvoogd, door Gods medewerking ophielden, ziet men op dc andere zydc
zes pylen door twee geftrengelde rechter handen vafthouden ; tuifchen deeze woorden :
D E O J U V A N T E ,
D O O R GOD S HU L P E .
Want het zonder deeze onmoogelyk was geweeft zoo veele verdeeldheden tegens de Staatfche
regeering en Maurits aangelegd, in diervoege te dempen, dat hy zoo korten tyd daarnaa van dc
zcifde geweften tot hunne Landvoogd wierdt gekoorcn. Verder om aan te toonen, ten wiens gc-
biuyke dees legpenning gemunt z y , lecft men in den rand :
C A L C u lu s S E N A T us P R O V I N C ia r u m U N I T a r u m
B E L G I I . ifpo.
L E G P E N N I N G V A N D E N R A A D D E R V E R E E N I G D E
G EW E S T E N F A N N E D E R L A N D . 1790.
( I ) Bor
Nederl.
Beroerten.
x xvm .
boek,
fol. 4.
verfo.
(i) Meter.
Ned. Hift.
fol. 311.
Welke Raad, benevens Graaf Maurits
te Aarnhem zymde gekomen , mids de
fchans over Nieumcgen was v o lto o id , en
Mansvelt met z y n leger afgetrokken, een
befluyt nam van insgelyks op te breeken
( i ) en de manfchap in de ileden te leggen.
Hoewel die van Gelderland veeleer ge-
wenfcht hadden, dat ’er iet hoofdzaakelyks
waare ondernomeu ; terwyl Parma
met de meefte krygsmagc naar Vrankryk
toog om Parys te ontzetten. W e lk c
ftad door den Franfchen Koning, naadat
h y de overwinning b y Y v r y hadbevoch-
rcn , totnutoe zeer naauw was ingeflooten
gehouden, en daardoor in den uyter-
terfteii hongersnood, cn eene ongeloove-
lyhe dierte vervallen. Zulks men nu daar-
binneii (x ) hec czels- en paardevlcefch, ja
honden, katten en andere dieren, dic anders
heylloos en onguur, thans denood eetbaar
maakte, als iet lekkers a t , en allerleye
wcggeworpen vuylnis ten iy v e flo e g , ora
’er hcc veege leeven in re houden. T o r
redding dier beknclde ftad toog Parma den
zesden van Oogftmaand (3) van Valençyn
met z y n op de been gebragte leger naar chron. ’
Vrankryk : het welke beftondt u y t twaalf-
duyzend man tc voet, vyfendertighoii-
derd ruyters, en vyftienhonderd wagens
gelaaden met allerhanden oorlogsvoorraad.
Deeze gczwindc aankomft van Parma, die
de Koning van Vrankryk niet geloofd had
dac ooic zoude gefchicdcn , noodzaakte
den zelven op den negenentwintigften der
zelfde maand van voor Parys op te brcc-
ken. Dus wierdt deeze magtige ftad uyt
haare dringende benaauwdheyd gered ,
zonder dat dc afgerechtce Landvoogd zich
federt
(i) Mc7.e-
ray Abr.
(2I Meter.
Nederl.
Hift. foi-
311.
(3) Mezc-
ray Abr-
Chron.
tom. VII.
pag. 68.
federt in ccnig gevccht mct den Koning
wilde inlaaten: mids die eerlang door gebrck
genoodzaakt was van daar te trekken
en z y n leger in de atgelegene fteden te vcr-
zeuden. T o cn kwam Parma uyc zyn c
verfchanfinge waarin h y de Koningfchen
verduurd had, te voorfchyn, veroverde
( i ) verfcheydene kleyne fteden i n ’t land-
IchapBrie, en belegcrde, omdcn tocvoer
van de rivier de Seine voor die van Parys
tc openen, de ftad Corbcil. Dan door
gebrek aan buskruyt, ’cgene de verbondenen
hem niec zo o veel en fpoedig, als wel
noodig w as, befchikten, duurde dit beleg
eene geheele ( z ) maand, en wierdt die
ftad niec eer, als op den zestienden van
Wynmaand, ftormenderhand gewonnen.
Staande dcezc onderneeming hadden zyne
foldaaten niet weynig zoo door de guur-
heyd van den naatyd als andere toevallen,
cn w e l byzonderlyk doo r’ ccecen vanon-
rype dmyvcii geleeden; zulks ’er vierduyzend
alleen door den rooden lo o p , elendig
(3)omkwaamcn,ende overigen , die meeft
ziek o f zw ak waaren , op z yn e rerug-
komft, die daarop aanftonds volgde, in
de fteden van Artois verdeeld wierden.
Ondcr de genen van naam, die hec leeven
b y deezen togt infchootcn wordc Emanuël
van Lalayn gefteld, wclke voor ’t bclcg
van Corbeil zeer zwaar gequetft, mct Parma
weer naar Nederland k eerd e, doch
aan de bekome wonde (4 ) aldaar te Bergen
iu Henegouwe op den zevenentwintigften
van Wintermaand , in den ouderdom van
drieëndertig jaaren kwam tc fterven , cn
te Konde i n ’t midden van ’t Koor onder
ecn prächtige marmere grafftcde begraaven
wierdt. H y was cen der voorcreifelykfte
Heeren van (7) Nederland en liad deezen
togt als eerfte (<5) Hoofdbevclhebber
onder Parma bygewoond. Voorheen had
hem Koning Philips met de Ridderordre
v a n ’t gulden Vlies befchonken, en
Landvoogd van Henegouwe, midsgaders
Admiraal van Neerland gemaakt. T o c
Vrouw heefc hy gehad Anna (7 ) van C roy,
dic Dochter was van Willem Markgraaf
van R en ti, cn van Anna van Rcneife ,
van welke w y hier (*) voor reeds geiproken
lîbbben. Beyder gedachtenis wordc
op deezen legpenning bewaard, dien, hoe
wel h y vroeger gemunt is, ik hier op z yn
overlyden heb goedgedacht te plaatfen ,
vermids h y tot geen ander byzonder geval
eenige betrekking heefr.
(4) Mauf.
de la Toif.
d’Or. pag.
DI-
(5) Bor
Nederl.
Beroerten;
XXVIII.
boek,
fol. I J ,
vcrfo.
(6) Bor
Nederl.
Beroerten,
XXVIII.
bock,
fol. 4.
verfo.
(7) Blafon
dela Toif.
d’O r , fol.
(•) ziefol.
38.
Op de voorzyde zict men zyn gekroond wapenfchild, omhangen mct de ordre vali’t gulden
Vlies, en in den rand deeze tytels :
%
E m a n u e l D e L A L A I N G / M a r q j j i s D e R E N T I ,
B a r o n D e M O n t i g n i , 6cc,
E M A N U E L F A N L A L A T N , M A R K G R A A F F A N R E N T I , B A A N D
E R H E E R F A N M O N T I G N I , E N Z .
Het wapenfchild van Anna van Croy, die naa haar eerilen Gemaals overlyden mct Philips van
Croy Graaf van Solre naamaals kwam te trouwen, en van wien wy in ’t vervolg zullen fpreeken,
ftaat op dc andere zyde; binnen deeze tytels;
A N N E D e C R O Y , M a r q j u i s e D e R E N T I ,
D u c h e s s e D E C H i m a y .
A N N A V A N GROT , M A R K G R A A F I N F A N R E N T I ,
H E R T O G IN F A N GHIMAT .
Het geflacht van Lalayn , dus genaamd naar zecker dorpfiynde thans ecn Graaffchap, omtrent
twee mylen van Douay cnvyf (8) van Valençyn aan dc Rivier de Schärpe gelegen, is een der oudfte
van Henegouwe : want het was al in het jaar twaalfhonderdzevcnenzeventig dat Niklaas Heer
van Lalayn (p) te Bergen ccn vermaard gafthuys ftichtte, van welken de bovengemelde Emanuel van
Lalayn by rechte(lojlyn inde liegende voortceling afdaalt. By deeze zyne Gemaalin heeft hy be- I.Deel. Mmm mm halven
(8; Guicc,
Befchr. der
Nederl.
fol. 365.
(0) Annal.
de la Prov.
& Comté
d’Haynaut
fol. 306.
(lo)Annal.
dela Prov.
SrComté
d’Haynaut
fo l.307. 6c
£
4 P
t e