iü
a,:
4(111
r l
<i " 'h :
1566. Her is 7ckcr dat door dc wacercn, vol-
• gens dc Hcbrccuwlche fprcckwyie , al-
lerleije benaauwdhcdcn cn vervolgingen
moeten verftaan worden , die althans cot
aan dc lippen waaren gcreczen door de
ingevoerde doch voorheen onbekende In-
quifitic. Deeze was van overlang in Spanje
met de uyterfte ftrengheyd in zwangge-
w c c ft, volgens eene oude inftelling tcgens
( i ) dc Joodcn en M oo ren,die gedwongen
^ ' door de Koningen cot hcc aanneemen van
de Kerkzeden der Roomfchen, heyraelyk
( i ) weder toc hunne afgezwoorene dwaa-
lingen keerden en vervielcn. Vandaar is ze
Nederland, d o o r ’t huuwelyk van Hertog
Philips met diekroone vereenigd, insgelyks
doch op zachteren voet, aangekomen.Want
de gevoelens van Johan Hus in Duytfland,
van W ikle f in Engcland, der Waldenzen
in Vrankryk allengs weder leevendig z yn de
geworden en vandaar in Nederland
overgebragt, begoften door bycenkomften
der ingezectenen, door ommegang met uy t-
heemfch krygsvolk, en w c l meeft door ’c
dryven van den koophandel onder de ge-
meenrcn re loopen. Doch eene aange-
maatigde vryheyd (3) van z y n geloof te
veränderen, ook zeer veel tot vericheydene
1 gruuvvelyke gezind-
olpen, als die van
Hift. fol.
19.
(1) Sam.
Puffend.
Intr. ad
Hift.Eur.
Pag-Ul3)
De
Groot
Ned.Jaarb.
fol. ro. godiooze ketceryen en _
heden hebbende geholpen
David Jorifz; van D e lft, en Jan Beukelfz:
(4) Hooft van L e y d e , ¡5(4) Keyzer Karel de eerfte
H a f i l ge«’ c e f t , die in Nederland b y plakaaten
31. op ’t ftuk van den Godsdienft orde gefteld
heeft, naadat h y o p d e Ryksvergaderinge
tc Worms in Duytfland Luther gehoord en
veroordecld haddc. Van geldbocten is
men temet gekomen toc lyfftraffen, wordende
de plakaaten om de llapheyd der
rechteren tot zevcnmaal toe vernicuwd en
verzwaard. Dan niettemin de Iccre vau
Luther en Kalvyn in Nederland meer velds
winnende, heeft vervolgens Koning Philips
(s') ’t gene z y n Vader had begonnen,
nog fterker v o o r tg e ze t, en vcrzwaarende
de ftraffen en fcherpheyd der voorige pla- fol. 13.
kaaten federt getracht door vuur en vlam-
men alle geloofegevoelens, van het z yn e
verfchillende, met den wortel uyt te rooijen
en geheel te verdelgcn. 'Wclke In-
quifttie, door my mectmaal gemeld cn
daarom in herkomftc cn voortgang alhicr
wat breeder befchreeven , het land alom
metballingcn, de gerechtsplaatfen m c tly - Ned. Hit.
k en, cn veele huyzen met rouwc vervuld
had. Veelen derhalven cn (6) onder hen deezen hel-
Breederooäe, die zieh altyd met grooten
eruft daarcegens gekant hadden, zagcn S n " Z n
dezelve als een groot ftaacsgeheym a a n ,
waarmede onder dc uytwendige fchoriie
en den glimp van gclo ofsyv er, door vlam- aU
en vuurmiddelen, op hec veftigen van ey-
ge grootheyd en het vervullen eener on- ^ynde,
verzaadelyke ftaatzucht wierdt toegelcgd;
g elyk niet duyfterlyk door den inhoud van om, by
zekeren (7) legpenning wierdt tc kennen
gegeeven, die in d itja ar , als debeweegin- ergem gegen
over den geloofsdwang rot die hoogte
waaren geree zen, op z yn e orde gemunt nog w'geUß
wierdt. l i r ' *
(8) Ned.
HLft.fol.
78. ■
De eene zyde was zonder eenig beeid- o f zinnewcrkj fnaar vertoonde allcenlyk waar hy gemunt
was door dit opfchrift:
E S C U D E V I A N E .
S CH I L D F A N V I A N E .
Welke Heerlykheyd Hendrik van Breederoode onder zyne tytels telde. Op de andere zyde
ftondt het wapen van het huys van Bourgondie; met dccze woorden:
P A R F L A M M E S E T P A R F E U .
D O O R F L A M M E N E N D O O R VUUR.
Over welken penning de Ridderlyke Hiftorifchiyvcr Hooft zyne ftaatkundige gedachten laa.-
tende gaan, zegt: dat de Hcer van Breederoode en (8) Viane hier door wildc doen verftaan, dat
hy en de zynen ten dienfte van dit huys, noch vuur noch vlammen aanzaagcn, of fpcclcnde op
het zinftaal van den vuurflag, daarmede gcmeend heeft, dat het door zoo wrcedc middelen geveft
veft en opgetimmerd wierdt. Dins
van het gcftoorde bloed, dat zelf d
hoeden zyn.
n, aangezien van dc verftandigen voor opwcllcndc bobbclen
or minderen van vuur zwaarlyk voor’t ovei-ziedcn zoude tc ■
En voorwaar , de uytkomft hcefc eerlang
deeze voorfpellingbeantwoord, want
de overlaft, door de aangewende vlam- en
vuurmiddelen der ingevoerde Inquifitie,
den gemeenten althans ondraagelyk zynde
(i)Hootc geworden, vergaderden vcele zo o ( i )
als Onroomfche Edelen, eerft
tcB rcd a, naderhand te Hoogftraate en elders,
daar men, onder fchyn van banket-
ten en clkandcrcn te onthaalen, hcc onderling
gevoclen ondertaftce , en over den
izorgelykcn toeftand des Lands vcelmaal te
fimeii beraadflaagck cot het uytvindcn vau
zoodaanige hulpmiddelen, als bequaam
zouden können z y n , om der landen ge-
krcukte vrydommeu , en overgcerfde gc-
rechtighcdcn tot algemeene vieugde in den
voorigen luyfter tc hcrftcilcn. Om nu dit
doorluchtige voorneemen te mccr voort te
zetcen cn den misnoegden Adel in deeze
nctelige zaake een önwankelbaarert
moed in ce b oczcmen, wierdt de voL
gende legpenning door den Hcer Hendrik
van Breederoode , in dit jaar , ver*
nieuwd en andcrmaal in ’c licht gegce-
vsn.
I'»
4 I
1 ' ; '
• u ■
r :(
■'i I
i i f
T i t : .
lib.IL
Dc eene zyde vertoont dc rechterhand van Mucius Scevola, met eenen blooten doUc in t mid«
den des vuurs, en binnen dit omfchrift;
A G E R E A U T P A T I F O R T I O R A . if6S.
Z W A A R D E R E Z A A K E N U T T F O E R E N , O F L T D E N if66.
Zynde deeze woorden byna dezelfde, die Tmis Livius verhaak gefproken tc ^ytt van den ge*
meldet . • . , , 3 .
Rome, - , . „
ftad niet allecn beftondt den vyandlykcu lw c j ...™..........— - --- - - -
dinecn; maar ook zyne eyge rechterhand, die in den flag gemift cn m plaats van den Vorft zy- i
nen Geheymfchryver gcdood had, onbeweegelyk m hcc vuur te houden, cn met een onverlaagd
cn ftandvaftig gclaat te doen verbrandcn. , . , , , .
Op de anckre zyde ziet men een zwynshoofd, i n ’t midden der vlarnmen, waar onder twee
brandende laurierltokken kruyswyze gelegd, het wapen van Bourgondie verbeelden; met deeze
\voordcn tot opichrift:
E T S I M O R T U U S U R I T .
S C H O O N O O K D O O D , NOG B R A N D T HT.
Dc zin deezer fpreuke is voorheen uytgelegd, gelyk ook dit onderfchiift:
c a l c u l u s V IA N ® .
R E K E N P E N N I N G V A N V I A N E .
De geheele inhoud des pennings ftrekte tot aanmoediging der Edclen, om ’s Lands gefchondc:
vryheyd daadelyk tc verdeedigen, o f anders, zoo het gebeurde, dat zv door overmagt of grim-
migheyd van’t noodlot nioelfcn buygen met eene Romeynfche dapperhcyd, gelyk bcevola, net
rite uyc te ftaan, getrooft uyterfte zynde ook zwaardere rampen te lyden.
(3) Hooft Dees legpenning als ook vecle(3)fmaad-
Necl Hift. fchriften op dc gcwcldcnaaryen der Span-
jaarden, en boekskens toc verdecdiging
van den Hervormden Godsdienft licpen
> door ’c heele laud en dc handen der ingezeetencn;
cn gaaven ftoffe rot veelvuldige
famenfpraakcn der Edelen, w e lk c zo o hief
zoo daar menigmaal vergaderden om bequaame
hulpmiddelen toc redding der in
gcvaar zynd e v ryh e yd u y t te vinden. Die
V n deeze