tel
En dewyl Maurits thaus by dit b evel, even als voorhcenzynoverleeden V ader, in het weezcnd-
lyke bezit van ’t Stadhouderfchap van Holland, Zeeland en VVeftvricfland gelleld wierdt, zoo
Ibiat ook zyns Vaders borltbeeld op de voorzyde; binnen dic raiidfchrift :
G U I É E L m ü s , D e i G r a t i a P R i n c e p s A U R A I C Æ , C O m e s
N A S S A V IÆ . 1777. Æ T a t i s 44.
W I L L E M , D O O R GOD S G E N A D E P R I N S V A N O R A N J E , G R A A F
F A N NA S SOU. 1777. OUD 44 J A A R E N .
Hec geharnafte borftbeeld van Maurits ftaat op de tegenzyde; binnen den zoom deezer nieu«
we tyrclen;
M A U R I T I U S P R i n c e p s A U R A Î C Æ ; C O M e s N A S s a v i æ ,
H O L l a n d i æ , Z E L a n d i æ E T F R I S i æ G U B e r n a t o r .
178p. Æ T a t i s z i .
M A U R I T S P R I N S F A N O R A N J E , G R A A F V A N N A S S O U , S T A D H
O U D E R V A N H O L L A N D , Z E E L A N D E N WE S T V R I E S -
L A N D . 178p. OU D ZI J A A R E N .
Hooglyk waaren deeze bekendmaakin-
gcn noodig, vermids de ontilaane verdeeldheden
nog dagelyks, onaangezien z yn gedaane
afïiand door de twiilrokkenende
brieven van L eyçefter gequeekt en door de
Engelfche bezettelingen met de hoope van
z yn e aanftaande herftelling leevendig gehouden
wierden. Dus had de Stedevoogd van
Viiiîînge Willem Riiile l, roeleggende om
ganfch Walchere aan der Staaten gehoorzaamheyd
te onttrekken, zoo door zync
tegenwoordigheyd, prächtige huyshouding,
als gemcenzaamen ommegang, de bezettelingen
en Regeering van Kampveere en
Armuyde t’hemwaart zooverreweetenover
te haalen, d a t z y ’t ontfangen der Staarfche
krygsvoikeren niec alleen weygerden,
maar met de iii bezetting leggende Engelfchen
een onderling verbond aangingen ,
by ’c welkc men beloofde die fteden te befchermen
tegens alle vyanden cn anderen,
wldS! ^ 0 dic ’t verdrag van den Lande ofdie r
Beroerren, twce ftedcn zouden willen krenken , en
g t jv . (jji- (gelyk men voorgaf) volgcns dc goede
fol.rtj. mccuing vau de Engelfche'’Koningin en
Leyçefter. Geene mindere bevveegingen
vielen ’er ce ( z ) Geertruydenberg voor ; (ffReßl-
alwaar de bezettelingen betaaling van een-
endertig maanden achtcrftallige Jbldy e y - 13 Maart
fchende, alleen met de Engelfche Konin-
ginnc en geene Sraaten wilden te doen hebben.
Des fcheurcnde de vendels van de
ftengen (3 ) , ruytten cn roofden z y ten
platten lande en haalden rot bekoming van HoiL
hunner foldye de voorbyvaarende'(4)fche-
pen aan. T o r demping van zoo zorgelyk 127.
quaad zonden de Algemeene Staaten eenige
Gemagtigden derwaart, die, naa veel han- van HoLL
dclens cn het u y t den weg ruynien veeler “ 88°”ffe
zwaarighedcn, door 't aanbieden van ver- «3.'
geetenis v a n ’t voorgaande en twintig ( f )
maanden achrerllallige foldy eyndelyk dc van Holl
rull in dic flad te wege en dc bezettclingen ’ “og“|ot,
tot het afleggen van den eed aan de Alge» 'jL '
mccneSraatcn bragten. Mct gelyke halllar-
righcyd weygerde alsnog (6) dc Landvoogd C«) R'»'-'
Sonoy in Noordholland den nieuwen be-
voolen eed aan Graaf Manrins te doen, on- j April
aangezien hy zich thans nier mccr op den
ouden, dicn hy eertyds aan Leyçefter gedaan
(ilReiol.
¿erStanten
çaii Holl.
tçFebr.
,58s. fol.
(S Refol.
derStaaten
7sn Holl.
It Mey
5588. fol.
188.
(3) Relbl.
der Staat,
van Holl.
laMaarc
i<88.tol.
(ffBor
Nederl.
Beroerten:
XXiV.
boek,
{0I.Ö0.
daan h ad , kondc beroepen; mids dic de
Nederlandfche Landvoogdy had afgelegd.
Waarom de Staaten van Holland, ziende
dcezciihaudclcochunnc verkleyning en dic
van hunnen aangeftelden Stadhouder Graaf
Maurits ftrekken , den zelven ( i ) bevel
gaaven om Mcdenblik, daar Sonoy zich
ophielc en vcrfterkte, te belegeren. Dit
wierdt aanftonds door Maurits uytgevoerd,
en die (x ) ftad door het Staatfche krygsvolk
en de gewapende burgers der omge-
Icgene Itcden cc land, cn door verfcheydene
uytgcruilte (3) fchepen, onder gezag
van den Maarfchalk Villaars , te water
allc tocvoer afgefneeden. Hoewel dic de
eerfte hevigheyd der voorbaarigften v ry
.wac deed bedaaren, zoo duurde echter
dccze influyting roc in ’c laatfte van Grasmaand,
wanneer door de tuflchenkomft
der Engelfche (4) Koninginne de gefchil-
len zo o verre b y verdrag vereffend wierd
cn , dat, hoewel Sonoy voor ccrft i n ’t
bewind bleef, de bezettelingen met v r y geleybrieven
van Graaf Mau rits , naa ’c
fi
ontfangen van dric maandenfoidye op hun 178g.
achterwcczen, dic veiling aan des z e l f s —^
knechten inruymdcn, en op nieuws den
eed van gehoorzaamheyd aan den Lande
afleyden. In Hoorn zoude dc zelfde muytery
gepleegd z y n , zo o nice GraafMaurits
door zyn e fchielyke ( 7 ) komft aldaar
eenigen der bezettclingen onder den nieu- Bcromen;
wen ced, en de onwilligcn door hulpc der
gewapende burgerye, op belofte van ver- fol.34.
giffcnis v a n ’t voorgaande en betaaling van
eene maand fo ld y e , buyten de ftad had
gekreegen. Dic was echter zo o behendig
niet toegegaan o f deftadHoorn was in zeer
groot gcvaar geweeft van geplonderd , de
burgers en foldaaten (6 ) onderling hand- (<5) Bor
gemeen, en aldaar eene zeer groote bloed-
ftorting aangerecht t e z y n geworden. Wel- boek,
ke onderlinge oneenigheden, die aldaar,
en in andere fteden der Vereenigde G e weften,
naa Leyçefters afftand, nog gc-
voed wierdcn, aanleyding hebben gegeeven,
dat deeze penningen te Hoorn weder
in ditja ar genuine zyn .
I. Op dc cene zydc van den eerften zict men twee offen den ploeg tre k k en , binnen dit
randfchrift ;
T R A H I T E Æ Q U O J U G O . 1788.
T R E K T O N D E R E E N G E L T K D R A A G E N D JUK . 1788.
Op de andere zyde wordt i n ’ t verlchiet de ftad Hoorn door een hemcls licht beftraald, cn
twee in zee dry vende potten, binnen dit omfchrift, gezien:
F R A N G I M U R S I C O L L I D I M U R .
W T B R E E K E N Z O O W T O N D E R L I N G S T O O T E N
I I .D e tweede is den voorigen gelyk uytgezonderd, dat’er boven de ploegende jukolTen geene
Roos o f L e euw , zinnebeelden van Engeland en de Vereenigde G eweften, gefteld zyn.
I I I .e n lV . D e derde cn vierde, zynde legpenningen, hebben de zelfde verbeeldingen en op-
fchriften, en kan het geringe onderfcheyd van de ftempels beter in de afbeeldingen gez ien, als
door eenige befchryving verftaan worden: zynde alleen het pofthoorntje op de nigzyde van den
laatften aanmerkelyk, ’c gene het wapen van Hoorn is ; alwaar den achtften yan Oogftmaand des
jaai's vyftienhonderdzescntachtig deeze muntkamer was (7) opgerecht.- pag.m.
1. D e e l. E e e e c T en
f
'kiv'
8:.-'
a :
ri :
1 . 1
' f i