(i) Rob.
bert Har.
court
Reystoot
naar Guiana,
pag.io
(i) Juven
Sar. X,
il-149-
(T Lib.
V il. cap.3.
gen goedvinden tot volmaaking en vcrvulling hunner verzamelde ge-
Lnkftukken, de al te groot vertoonde penningen tot die grootte, als
zy in Bizot verkeerdelyk verbeeld waaren, te laaten boetfeeren, gieren,
(4) CaroU
PatiniHift.
Niim.pag.
dryven, en opmaaken, om dus daar meede de ledige plaatfen
hunner penningkaffen te voorzien, tot tyd en wyle zy de ingebeelde
penningen zouden komen te ontdekken. En dewyl aan deezen dubbel-
den misflag eenige zulke te groot verbeelde en fomtyds voorkomende
penningen Hechts hunne geboorte verfchuld z y n , heeft my goedge-
docht alle de zoodaanigen alhier als overtollig over het hoofd te zien,
en flechts maar eens en tot die grootte, zoo als ze weezendlyk in den
beginne gemunt z y n , te verbeelden.
De tweede foort zyn d e L E G - o f R e k e n p e n n i n g e n , dus allecn
genaamd, omdat ouze Voorouders , ten tyde als de hedendaagfche
Punifche fyferletters nog weynig in gebruyk waaren, met de zelve, m
zekere orde gelegd zynde, hebben gerekend. Want hoewel te gelyk
met den menfch de tel-cn rekenkunde als gefchaapen was, zoo is nog-
tans de wyze op welke die in deeze en gene tyden en landen. geoeffend
wierdt, vry verfcheyden. Het eerfte teilen gefchiedde zekerlyk op de
vingeren, als zynde de gereedfte fyfertafeltjes die ons de zorgvuldige
namur heeft aan de hand gegeeven. En het komt hiervandaan dat de
telling der volken alom, n a a r ’t getal der vingeren , zieh in tienen
verdeelt, en dat zoowel by ons het woord tien van teen gefprooten is ,
als by de Hoogduytfchen het eene en andere met het woord jeitit be-
tekend wordt ■. vermids men waarfchynelyk eertyds alle de moogelyke getallen
tot tien toe met de vingeren hebbende aangeweezen, dan tot
de tienen dat is teenen, zoo als’ by zekere Indiaanen ( i) nog in zwang
gaat, overging. De Romeynen hebben eertyds ook op hunne vingeren
gefyferd, teilende van een tot honderd aan de flinker, en de
honderden aan ( i) de rechter hand: even hierom was het dat zy de
vingeren aan Minerva hebben toegewyd, want die zoude, gelyk Li-
vius (3') wil, het fyferen de eerfte hebben uytgevonden. En gelyk de
Romeynen naamaals keytjes om te rekenen-gebruykt hebben, zoo zyn
ook in plaatfe’ van de zelve by onze Voorouders zekere rondc (4) glad-
de plaatjes in zwang geraakt-, waar op men met’er tyd eenige bloe-
men, loofwerkjes, en andere byfieraaden gefneeden heeft, van welke
foort ik in de zeer oude Abtdy van Groenendaal in Brabant iiog eene
geheele doos vol ontdekt heb. Dan als het Philips den goeden.Hertog
van Bourgondie gelukte, ftaande zyne regeering de voornaamfte hoofd«
deelen van Nederland zyne heerfchappye in te lyven, heeft men deeze
telmerken niet alleen met zijn’ naam , w.ipcn, en tytelen, maar
ook met zekere aanmoedigende fpreukcn begonnen te heftempHen
die op het wel verrichten der aanbevole rekeningen haare betrekking
hadden. Sedert, tehveeten onder de regeering van Philips den fchoo-
nen, doch wel voornaamelyk ten tyde van Keyzer Karel heeft men op
de zelve menigvuldige gefchiedeniflen des Lands begonnen te verbeelden
en aldus op laft der hooge Overigheyd de voornaamfte Staatsgcval-
len te vereeuwigen. Want het ftondt den ftempelfnydcren geenszins
vry daar op zoodaanige zinriebeelden cn om-of opfchriften, als hen
flechts goeddochten, te ftellen ; maar daar wierden jaarlyks verfcheydene
ontworpene zinnebeeiden, naar de gelegenheyd des tyds, zoo
den Algemeene als byzondere Staaten, en dien van den Raad van ir l
\ ' van den
Staate aangebooden; om daar uyt de zoodaanigen te kiezen, die met
de voorgevallene zaaken des tyds beft overeenkwaamen. En dus leeft i/s’ "'
men hoe de Algemeene Staaten in ’t jaar vyftienhonderdachtenzeven-
t ig , als hen naar gewoonte verfcheydene zinnebeelden en ontwerpen
voor de nieuwe legpenningen van dat jaar wierden aangebooden, die
gefteld (2) hebben in handen van den Heer de Bye Rekenmeefter van
Holland; om daar uyt zoodaanige ontwerpen te verkiezen , als hy ten
tneeften dienfte des Lands en naar de geftalte dier tyden oorbaarft oor- '
decide, opdat door den ftempelfnyder van den Staat de noodige ftem-
pels gemaakt, door den Muntmeefter van Dordrecht het verordende
getal Legpenningen gemunt, en door den (3) GrifEer ten kofte des
Lands onder de Araptenaars van Staat uytgedeeld wierden. W an t Genoaji'
dewyl het rekencn met dusdaanige Legpenningen eerlang, om des
zelfs gemak tot in alle ’s Lands Rekenkamers en andere hooge Verga-
deringen was doorgedrongen, zoo is al voor’t uytgaan der vyftiende
eeuwe, mids de rekening ten gemeenen nutte gefchiedde, de gewoonte
ingevoerd van ook op gemeene koftenjaarlijks, evcnalsin deezentydde
Almanakken, aan den Algemeenen Landvoogd; aan die der byzondere
Geweften; aan de Leden der byzondere Staatsvergaderingen-,
midsgaders die der Rckenkameren van Bruffcl, Vlaandre, Holland,
cn Gelderland; aan de opzienders der Bruilelfche trekvaarte, en aan
de andere Bewindsmannen der regeeringe eene fierlijke beurs, o f ook
wel eene zilvere doos, wier dekfel het wapenfchild vanden byzonderen
* * * * * 2 Staat.
fit