i t î
0 leggende veele grove misdaaden, als on-
1__1. waardig langer hot licht te genieren, voor
ieder v o g c lv iy verklaarde ; met belofce
van den genen, welke hern beftondt leeveud
in handen v a n ’t gerecht televe ren, met
vyfentwintigduyzcnd goude kroonen tc
befchenken, even gelyk ook van de zulk
en, die hcm zelfs o m ’t leeven bragten,
niet alleen van alle fmettc cn misdaad in 't
begaan des manllags ( i ) zuyver te verklaa-
r e n m a a r ook onder’t getal der Edelen te
ftellen. Hiertegens g a f de Prins een w y d loopig
Verweetfchrift in ’t licht, deed het
(ilBot
Ncderl.
Beroerten,
XV.boek,
fol. 111.
(i) Hooft
Ncderl.
Hift.fol.
728.
Verantw.
van den
Prins vaa
Oranje,
pag.8.C[i9.
naamaals den dertienden (x) van Wintermaand,
den Algemeene Staaten in de vergadering,
die te Delft beleyd was , door
den Heer Zomer loontrekkend.Raadsman
der ftad Gent voorleezen, en onderwiei-p
zich met ly f en levcn aan ’t oordeel
verklaarde , ten vierden dage daarnaa,
dac hem de misdaaden , in ’c Banfchriit
vervat , t’onrechte wierden aangcwree-
vcn; cn in opmerkinge der reeds o u t - ’
fangenc cn nog verwacht wordende dien-
ften van z yn e Doorluchtigheyd, betuygde
z y zich (3) overboodig ’c haarer ly f- (3) Hooft
wagt cene kornet ruyteren tc willen on-
derhouden, met vcrzoek van die aan te Verantw.
neemen van wege der gene, die zich tot pjftenn
behoedenis haars perfoons ten dierfte ver- oranje,
pligt vonden. Maar gelykde Prins wcl wift,
dat een Vorft niet langer leeft, dan tot dat’er
een wanhoopige wordt gevonden,die berey d
is nevens hcm tc fterven, floeg h y deeze aan-
geboode lyfwacht vande hand, en betuygde
althans, g elyk hy voorheen gedaan had,
toen h y door Alva ingcdaagd cn veroor-
deeld w a s , i n ’t midden der woedende baadier
doorluchtige vergaderinge. D e e z e 1 ren. volgens deezen penning, geruft te zyn .
I. Op de voorzydc leelf men, rondom het geharmifte borftbeeld des Prinfen, In den rand die
omfchrift ;
G Ü I L E L m u s , D e i G r a t i a P R i n c e p s A U R A I C I ,
C O m e s N A S S A V i ®. A n n o 1780.
W I L L E M , D O O R GODS G E N J D E P R I N S V A N O R A N J E ,
G R A A F V A N NA S S O V . I N ' T J A A R 1780.
Het nell van eenen ysvogel ziet men op de rugzyde in een beroerde zee onbefchadigd dobbc-
ren; ondcr deeze fpreuk :
S ^ V I S T R A N Q U I L L U S I N U N D I S .
G E R U S r I N ' T M I D D E N D E R O P G E R U Y D E B A A R E N .
II In plaatfe van met dit zinnebeeld, vindt men ook van eenen anderen penning het ruggeftuk
mec het borftbceld van des Prinfen GemaaUn, binnen den zoom deezer tytelen, beftempeld:
C H A R L O T T E D E B O U R B O N , P R i n c e s s e D ’ A U R E N G E .
CHARLOTTE - D E B O U R B O N , P R I N S E S V A N O R A N J E .
De andere Staaten, onbewuft wat die
van Holland, Zeeland en Uytrecht in opzigte
van den Prins beftemd hadden, en
ziende den afval van Rennenberg , en
denPrins van Parma, met hulpe der Waalen
, nu gereed om aanvechtendcr w y z e te
oorlogen, drongen b y hen fterk aan, om
met Vrankryk een Verbond te fluyten; op
hoope van daardoor eenen veel krachtiger
onderftand re zullen erlangen, a ls z y cot
nogtoe van den Aartshertog hadden bekomen:
mids die buyten den luyfter zyner
geboorte niers den bedrukte Nederlanden
had aangebragt. De Sraaten nogtans vcr- Hoof!
zekerden Mathias , dat ’er (4) niers gehan- Njd. HUt.
deld zoude worden buyten z y n e kennis,
o f
ofdat ftrydig zoude z y n met de vcrbinte-
niflcn, eertyds mec den huyze vanBourgondie,
Ooftenryk en andere Moogendheden
aangegaan. En die wcl onder aan-
tuyging, dac z y zich cot hcc aanneemen
dier buytcnhulpe door ecnc volftrckte
noodzaakelykhcyd, en geenszins wilpel-
tuurigheyd, gedrongen vonden. De meefte
gedachten iiepen ora deezen tyd op des
Konings van Vrankryk eenigcnBroeder den
Hertog van Anjou tot Landshecr aan tc
neemen. Als zyndezonder wrok tegens de
inboorlingen, veel min ook te v reezen, vermids
h)* geene fterkten in z y n vermoogen
had, maar integendeel door z yn e groote
inkomften in ftaat was om de geduurig aan-
waflende oorlogslaftcn tc gemoet ce komen.
Wac den Godsdienft aanging, men wift,
dac hy de Onroomlchen redelyk wel ver-
droeg en hen niet ongfneegen was. Zulks
dc Staaten van Brabant, Vlaandre, Hol-
(r) Hooft land, Zeeland, Mechelcn, ( i ) Vriesland
ende Groeninger Ommelanden, om deezen
handel met Anjou aan te binden verfcheydene
Gemagtigden benoemden, welk
c op den twaalfden van Oogftmaand naar ly g ô .
Vrankryk vertrokken. Deeze waaren Johan ----------
Hinkaart Heer van Ohain; Doktoor Aii-
drics Heflcls Griffier der Staaten van Brabant
; ( z ) François van Provins Hcer van
Lanenbiirg, Jakob Taijaart loontrekkend Hift. foJ.
Raadsman van G e n t ; Noël van Karon
Heer van Schooiiewal; Gaipar van Vos-
bergeu Hoogbaljuw der ftad en haven van
Kampveer ; en Philips van Marnix Heer
van Sint Aldcgondcsberg.De laatfte was ccn
zonderling boczemvricnd van den Prins,
en had in vericheydene bezendingen cn
handelingen, ftaande deeze Nederlandfche
beroerten, zyn e bequaamheyd niet w e y nig
doen uytmunten. En vermids h y
thans aan den Hertog van Anjou , uyc
aanmerkinge z yn c r verdienften , dc
Kroon, o f om beter t c zeg gen , de hooge
Overigheyd der meefte Geweften van
Nederland ging aanbieden, niec twy fe-
lende o f daar zou ligt een huuwelyk
met de Engelfche Koninginne op volgen ;
zo o heefc men daarvan ter gedachtenis
deezen gedenkpenning in’c licht gegeeven.
In den rand der voorzyde leell men^ rondom het gehamafte borftbeeld van den Heervan (3)Refol.
Marnix,* dieop cenc jaarlykfche wedde van twaalfhonderd guldens in dienft (3) v an ’t land was, derScaater
deeze tytels;
derScaaten
Holl.
II April
isSi.foJ.
17a.
P H i l i p p e D E M A R N I X , S e i g n e u r D U M O N T
S a i n t A L D E G O N D E . 1780.
P H I L I P S F A N M A R N I X , H E E R F A N S I N T
A L D E G O N D E S B E R G . 1780»
Op de achterzyde zit Anjou in Romcynfch gewaad te paard, wien door Venus, dat is de hoop
van’t Engelfche huuwelyk, eene Vorftlyke kroon der aangeboodene Nederlanden, door tul-
fchenkomll van deezen Gezant, onder die byfchrift, wordt toegereykt:
E X V I R T U T E H O N O R .
UY T D E U G D S P R U T T EE R .
Decs cn de andere Gemagtigden hadden
op den twaalfden van Herfftmaand te Plef-
Hooft fis buyten (4) Tours de eerfte maalgehoor
h£ o1. Hertog. De zaaken waaren voor
Uu hunne aankomft reeds indiervoege geregeld,
dac het verdrag, naadat ’er naauwclyks
1 . D e e l
vyftien (7 ) uuren in het zelv e ce befchaa- (s) Mcze-
ven gefleeten waaren , (6) op den negen-
tienden door den Hertog van Anjou wierdt de France,
getekend. Z y beloofdcn hem cn zyne
wetcige manlyke kinderen voor Heer cn
Vorft des Lands tc erkennen, met zo o fot.7.57.' ‘
C c c c wydto
■¿■'.I*' 'c-i;
te t e
IM