( i}B o r
Nederl.
Beroerten,
XXX.
bock ,
fo l.78 .
den die van Zceland door den zclfdcn itorra
geleeden, waarom cen gebruyke der Admi-
raaliccyt aldaar in d itja a r dees legpenning
is gemunt geworden.
mclykc fchatten cu den omleggende ilran-
dcn ( i ) dc wrakkcn met b y dc vyfhonderd
lykcn , als zo o vcel getuygen der geleede
fchaade, te beurt. G elyk ecn verlies had-
De eene zyde verbeeldt in ’c verfchiet cen eyland, en wac voorwaart twee fchepen onderzeyl j
verder is de rand omzoomd met deeze woorden :
ID E M P R O T E C T O R E T H O S T I S .
D E Z E L F D E I S M Y E E N B E S C H E R M E R E N V Y A N D . ,
( ff G.ir- Want de dykcn van Zeeland (2) bereyken wcl veertig mylen, elke myl van vierduyzend roe-
gon Wal- van welke ieder van opmaaken wel zeftig guldens, en dus in ’t geheel, ora rich tegens de
Arlca^a zeetedekkcn, zesennegentig tonnen gouds gekoft hebben. Daarenboven moet ieder mergcn
1. deei ', ’ lands tot onderhoud dier dyken jaarlyks zoo aan fchot- als dykgeldcn wel acht guldens opbrengen.
pag. 43. ' De andere zyde voert hec wapenfchild der Admiraaliteyt van Z.ecland; met deeze gewoonlyke
Ipreuke;
L U C T O R E T E M E R G O . 1793. ..
I K W O R S T E L E N H O U M Y B O V E N . 179;;
1794.
(3) Refol.
derStaaten
vanHoll.
van 6. toc
18 Sept.
1593. fol.
139.
(4) Bot
Nederl.
Beroerten,
XXXI.
boek,
fol.4.
verfo.
(,1 H.De
Groot
Ned.Jaarb.
fol. 198.
M et hcc begin des jaars vyftienhonderd-
vierennegencig , waaren de gemoederen
der Roomiche Nederlanderen als opgetoo-
geii door de verwachting (3 ) van Erneft
Aartshertog van O o ften ry k , dien Philips
rot Algemeenen Landvoogd van
Nederland had aangefteld en beroepen.
H y was dc Broeder van (4) den tegenwoordigen,
cn de Z o o n van den overleeden
Ke yzer Ferdinand , welkc weder
de Broeder van Ke yzer Karel cn dus de
Oom van Koning Philips geweeft is. U y t
hoofde, dat h y den Landsheere zo o naa
vermaagichapc was , vertrouwde ied e r ,
dat h y ditbewind niet zoude aanvaard hebben,
zonder z ich ccnen goeden uytflag
tot aanwas zyner ecrc, de herftelling des
Vreedes, en ’c heyl der ingezectenen te
belooven. T o t nogtoe had h y Hongarie
(7) ende uyterfte grenzen des R y k s van
wegen den K e yzer zynen Broeder beftierd,
en was aldaar ten hoogfte bemind van des
zcifs inwoonders, zo o door dc zonderlin-
gc beleefdheyd in alle z yn e bedryven, als
de beftandigheyd der gegunde rufte; mids
h y noch den vyand toc de wapcnenporde,
noch van denzelven daartoe gepord wicrdc.
De? fcheen h y , om Nederland re bevrce-
digen door Philips derwaart ce z y n beroep
en, enom dic uyc te werken van zynen
kant daartoe ten hoogfte geneegen. Want
onaangezien de ftrafheyd des winters z e t tede
hy door ganfch (6) Duytfchland met
den uytcrften ipoed zyn e reys v o o r t, en
is met eenen grooten naafleep veeler Edellieden
zyn s Hofs langs den R y n over Keulen
den zeventienden dag deezes jaars re
Luxemburg aangekomen, en aldaar door
Philips Markgraaf van Solre, en Don Diego
Pimentel verwelkomd. Sedert reysde
h y voort op Namen ; vanwaar h y , naa
eenigen ty d tc hebben uytgeruft, op den
dertigften (7) van Louwmaand te Bruflel
met uytneemende pracht cn ftaatfie van
eerpoorten,vuurwerken, enheerlyken roe-
ftel wierdt ingehaald en ontfangen. N a a ’t
eyndigen dier ftaatlykheden , dic door
Johan Bapcift Houwaart wederom waaren
geregeld en uytgevonden , g a f h y
den derden van Sprokkeimaand aan de
vergaderde Staaten den laftbrief zyn e r
aanftellinge toc Algemeenen Landvoogd
over , wierdt daarvoor erkend , en de
ced van getrouwheyd door de vergaderde
Leden aan hera afgelegd. Van deeze
aanneeming is dc gedachtenis door den
volgenden gedenkpenning bewaard ; welken
ik nooit weezend lyk gemaakt ,
maar flechts in (8) Bizot verbceld gevonden
heb.
I. Dc
(6)Dc-
fcript.
Grat, in
Adv. Ec-
neftifo].
(7) Bor
Ncderl.
Beroerten;
XXXI.
boek,
fol.4 .
verfo,
(8) Tom:
I. pag.7^'
I. Dc voorzydc bevat zyn geharnaft borftbeeld, en der zelver rand deeze tytels tot ora®
fchrift ;
E R N E S T u s , D e i G r a t i a A R C H I D U X A U S T r iæ , B E L G i c a r u m
P R O V I N C i a r u m G U B e r n a t o r .
E R N E S T , D O O R GOD S G E N A D E A A R T S H E R T O G V A N
O O S T E N R Y K , L A N D V O O G D D E R N E D E R L A N D S
CH E G EW E S T E N .
Op de tegenzyde leeft men, tuffchen eenen laurier- en palmtak, die door twee krooncn als ecn
krans zyn lamengehecht, deeze zyne gewoonlyke (i) fpreuk :
S O L I D E O G L O R I A .
G O D E A L L E E N D E EER.
II. Van den zelven Aartshertog is my dit penningplaatje by eenen voornaamen liefhebber deezer
zinlykheden te Brullel ontmoec ; hec voert zyn borftbeeld binnen dic randfchrift :
E R N E S T U S A R C H I D u x A U S T R IÆ .
E R N E S T A A R T S H E R T O G V A N O O S T E N R Y K .
(1) Mauf,
d e la Toif.
d’Or. pag,
230-
fff De-
fcript.Gra-
tul.in Adv.
ErnelH
fo l.ji.
(3) Mete-
renNed.
Hift. fol.
339.
C4) Dc.
fcnpc.Gra-
iHl.in Adv.
Rrnefti
fol. 57.
Naadat dc plcgtigheden zyner aanneeminge
te Bmflel waaren voltrokken, befloot
(1 ) h y , uytgelokc door dc alom verbreydde
faam van Antwerpens groote heerlykheyd,
die ftad te bezigtigcn. T o t dat eyndeden(3)
dertienden van Zomermaand te Mechelen
vcrnachc hebbende, kwam h y den volgenden
dag, naatc Licr eenige uuren vertoefd
te hebben, des naamiddags te Berchem ,
daar de gewapende burgery van Antwerpen,
o n d e r ’t losbranden van hec handfch
u t. mec dc uyterfte tekenen van hoog-
achcing wicrdt ontfingen, en langs den
weg toc aan dc Keyzerspoorc g e le y d : welken
naam z y van K e yzer Karel ontleent
(4) cn verkreegen heefc. Naauwelyks
was hy in de ftad gekomen o f wierdc
door ccne maagd, die Antwerpen vcrbeeldde
en op eencn vergulden triumfwa-
gen was gezeeten , op de allerplegtigfte
w y z e verwelkomd. Verders waaren de
ftraaten mec een oneyndig getal van toe-
zienders opgepropt, de huyzen op eene
zonderlinge w y z e verfierd, en op de mark-
ten en openc plaatfen door de koopluyden
van Spanje, Portugaal, Genua, Milane,
Florenfe en L u k a , ieder volgens z yn e eyge
en byzondere landswyze, een groot getal
van eerpoorten , en praalgevaarten toegefteld
cn opgerecht. In ’t byzonder
hadden tufTcheii de Muntkamer cn de
Abcdy van Sint Michiel de drie Broeders
Markus , Johan , en Jakob Fokker
cene ovcrdeftige ecrpoort mec veele onderfcheydene
boogen opgerecht, welke, wcl
(7 ) duyzend voeten lang toc aan het ver-
T t c ct 3 b ly f
(5) De-
fcript.Gra-
tul.in Adv.
Eniefti
fol. 114.
?
¿Hi