" ’" s i ä
* » p i
I. De voorzyde verbeeldt eenen loopenden hoas, het gewoonlyke zinnebeeld der vreeze, binnen
den kring van acht uytlleekcndc jagtfpeeren} mct dit randfchrift;
M A L A U N D I Q U E C L A D E S .
A L L E R W E G E N Q U A A D E R AM P E N .
Dt tegenzyde die geene verbeelding heeft, voert onder het jaar 85, waarin de penning gemunt
is, dit opfchrift;
F O R I S V A S T A B I T E O S G L A D I U S E T I N T U S P A v O R .
B U T T E N Z A L H E N H E T Z W A A R D V E RW O E S T E N , E N
B I N N E N D E S CHRIK.
II. In de plaats van deeze fpreuk en’tzinnebeeld op dc tegenzyde ziet men ook,alsop deezen
tweeden, een rennend hart, wiens geheele achterlyf, ten breydel zyner alte groote voortvaarend-
heyd , in eenen flakkehoorn is opgeflooten j binnen deeze bekende fprcult;
F E S T IN A L E N T E . 1783.
H A A S T U L A N G Z A A M . 1783.
Waarfchynelyk tot vermaan om niet zoo voortvaarend te weezen, met den ouden Koning te
verftooten en dc hooge Overigheyd des Lands aan den Hertog van Anjou op te draagen.
III. en IV. Want op den derden cn vierden legpenning wordt een kapel door eene krabbe by
de vlcugels vaftgchouden j binnen de zelfde fpreuk;
F E S T IN A L E N T E . 1783.
H A A S T U L A N G Z A A M . 1783.
Evang: Op de andere zyde van den derden is cen bundcl pylen, het teken der Eendragt, mct eene
Hang, het zinnebeeld (i) der Voorzigtigheyd, omvlochtcn, binnen dit randfchrift?
V I S N E S C IA V I N C I .
E E N E MAGT , N I E T T E V E RW I N N E N .
van Mai
kap. X.
filLib I / P™ Tt®, tegenzyde van den laatften ziet men, dat aanmerkenswaardig is , het verdichtfel
ftb.i. ' }■/ j naagevolgd,daar de kikvorfchcn den eerftgcgccven Koning verachte-
Ziniykc Ivk hebbende verftooten van de Goden eenen anderen verzoeken, en hunnen grootften vyand,
Fabel.pag. die in deeze geweften dc ooyevaar is, tot ftraf van haare voorige reukelooshcyd bckomcn, Wel-
G) I Brief / y'rae van op eene zachtere wyze te heerfchen, als uyt de onderneeminge van den Hertog van
kap. II. Anjou blcek, de wcerlooze kikvorfchcn trachtte op te ceten, en met de zelve zyne magere leden
i.iy. le voeden; binnen dit omfchrift van den (j) Apoftel Petrus:
H O N O R A T E R E G E M .
E E R T D E N KONING.
Veelen
fi'Tl 'Ir-
. - f l '
Vccicii hadden zich ingcbeeld dat de
Spanjaard in dic jaar geenszins zoo groote
vooirieelen zoude behaald hebben, vermids
z y waanden dat dic Landaardt met het verjaagen
van Gebhard Trux es , Biflchop en
Kcarvorft van Keulen, de handen gcnoeg-
läam vol werks zoude gehad , en dit de
afgematte Nederlanden eenige tuflchen-
ruft verfchaft hebben om adern te haalen;
Wac de reden en ’t vervolg van deezen
Keulichen k ry g gcweefl is, z a l ik , mids
dic zo o groote gemeenfchap met de Nederlandlche
zaaken gehad heeft, alhier korte-
iyk iniaflcn.GebhardTruxesBroedersZoon
(0 Stjsda van den Kardinaal Otto ( i ) was, naa den
fielg^Dec. afftand van Salentinus van Ifenburg, door
H pag- de Domheeren toc Aartsbiflchop en Keur-
vorft van Keulen in hec jaar zevcnenzeven-
tig g ek o ozen , eu b y goedkeuring van den
Roomfchen Stoel in die waardigheyd beveftigd.
Naderhand op de Keulfche vreedehandeling,
als Middelaar wegens den
K e y ze r benevens nog vier andere Gezanten
aldaar zynde gekomen, wierdt h y
door de fchoonheyd van Agnes van Mansvelt
t’haarwaart in zo o hevige min ontftoo-
ken , dac h y haar veel maalen b e zo ch t,
b y zich nodigde, en door onderlingcn ommegang
en grootere gemeenfchap , als ee-
öciiBiiTchopbecaainde, « yue liefde dagelyks
aanqueekte. .Hooglyk verdroot ZOO ^^83.
zeldzaam eenen haiidcl de (z ) Graaven van
Mansvelc / mids nu ’c genicht op aller
Duyriche tongen reed t, hoe hunne Nicht
(die Geeftlyk enKanonefle van Girresheim
was)alseene byzic door Gebhard Trux es ,
cor algemeene ergernis zo o van geeftlykcn
als werreldlyken, gebruykt wierdt.
Dierhalven, om ’t misnoegen haarer vrienden
te ontgaan, nam (3) h y haar ten g ’sdto®*
w y v e , en befloot doör t invoeren (4) van Belg. Dec.
den Hervormden Godsdienft, te gelyk zy -
nen ftaat te behouden. Om ’t welke u y t (4) Hooft
te voeren, h y zich inbeeldde, dat hem
geen fteunfel o f hulp der Onroomfche Prin-
fen , zyn e gcbuurcn / faalen kon; Des
voerde h y haar op cnlyk, naa h y ze ge-
getrouwd h a d , als zyn e Gemaalin ten
hove in , zwoer den Roomfchen Godsdienft
a f, en viel plotslykaan’chervormcn,
tegens den raad zyn c r vertroinvfte boe-
zemvrienden, welke wilden, d a th y voet
voor voet zoude gaan, geloofsgenooten
aanfokken , en mec ampten vo o rz ien ,
om h em , in tyd van n o o d , tot rug-
fteunfel te dienen. Door dic beftaan had
nu ieder niet alleen van den getrouw-
den Biflchop den mond vol , maar men
zag van hem deeze (5) penningplaat in ’t syibgfi*
licht komen, fol.tsioi
Rondom zyn borilbceld leeft men in den rand deeze tytelen:
G E B H A R D u s , D e i G r a t i a A R C H i E P i s c o p u S E T E L E C t ö ä
C O L o n i ®;, W E S T p h a l i ^ E T A N G r i ® D u x .*
G E B H A R D , D O O R GOD S G E N A D E A A R T S B I S S C H O P E N
K E U R F O R S T F A N K E U L E N , H E R T O G F A N
W E S T F A L E E N ANG R E .
Deeze twee laatfte tyttls voeren de Keulfche kerkvoogden ter oorzaake (gelyk (Ö) eenigen wil- (g) Heiß
len) dat Keyfcr Otto de III het Hertogdom Angrc, met dit Bisdom, op ’t vcifoek van Bruno Hift. de
zynen broeder, verecnde en inlyfde: even gelyk Keyfer Fredrik dc I.naamaals dat van Weftpha- .
le daar aanliechtte} het gene hy van Hendrik Hertog van Beyere en Saxen, om dat dic in den
ryksban was, had aangellaagen.
Naauwlyks was dit Huuwelyk voltrok«
ken, o f de Regeering en Burgery van Keulen
, midsgaders zyn e mcd^ebroeders de
Domheeren vau hcc zelve Kapittel kwaa«
J. Deel.
men z ic h , wegeiis het zeldzaam gedrag vait
hunnen vorft en kerkvoogd,by hem beklaagen.
Het zelfde deed ook des (7 ) Keyzers (7) Hooft
A fg e zan t, hem bekend maakende , hoc
C^qqq z y n
• t:
ii,