¡.-'l
r i , 4
1^766.
iy66.
Rondom het gcharmftc borftbeeld leeft men in den rand der voorzyde deeze tjTcls:
J E H A N S E IG N E U R D ’A R G E N T E A U , H E R M A L L E , ZC.
J A N H E E R V A N A R G E N T E A U , H E R M A L L E , ENZ.
(0 Joach. De hoop, die op de rugzyde met haare (linker hand ccn ankcr houdt, heeft aan haare rechter
Camerarii eencn kraanvogel, welke eenen key in den rechter poot houdende het zinnebeeld der (ij
waiikzaamheyd is. Verder is dc rand dicr zyde omzoomd met deeze zyne gewoonlyke Iprcuk:
1 7 -
P L U S Q U E J A M A I S A R G E N T E A U .
M E E R A L S O O I T A R G E N T E A U .
Over den inhoud van dit ingcleverde
fmeekfchrift der Edelen ten Hove ondcr-
(i) Hooft wylen (2) zynde geraadpleegd, wierdt des
Ned Hiit. aj^dej-en daags in bytekening daarop door
’ ' ’ de Landvoogdes fchrifclyk geantwoord :
dat ze hec eerfte lid van hun vcrzoek
den Koning ten befte zoude voordraagen;
to) De doch her tweede., als in haare (3 J magt
Ned°jaarb ftaande, geenszins- konde inwilligen,
fol.zi. Geduurende dit gaan en handelen ten H o ve
, wierdt den verbonden Adel door ’r
(4) fchuym v a n ’t V o lk , o f (g e ly k anderen (4)
Bdf.'p^g.’ mecnen) door den Baron van Barlemont
I3S- om de Landvoogdes, op het zien der menigte
ontfteld, te verqiiikken,mct re zeggen:
ILS. NE SONT QUE DES GUEUX,dc
Franiche fchcldnaani van Gnettx naar ’t
hoofd g ewo rp en, die zoo veel als het
ro Hooft graauw (5) ofbeedelaars betckenendever-
volgens in dien van Geuzen is verbafterd
en eyndelyk zeer gemeen geworden. Immers
dit fmaadwoord b y de Edelen,als iet
koftelyks, zynde opgenomcn wierdt cer-
lang de groorfteeernaam van dit doorluchtige
ecdgenootfchap. Want den zesden van
Grasmaand heeft Breederoode, ten huyze
Belg^Dec. den Graaf van (6) Kuyiemburg met de
l.pag.iSö. andere Verbondeiingen over den maaltyd
zittende, eene bcedeltasom den halsgehangen
en neemende een houte beedelnapje
vol w y n s , zyn e tafelgenooten daaruyt in ’t
rondc toegedronkcn en verklaard ; hoe h y
tot het handhaaven van ’s Lands gerech-
tigheden, met daarvoor alles op ce zet»
ren, niet alleen tot het-draagen v and en
beedelzak bereyd, maar ook getrooft w as,
z y n leeven z e lf, den Koning nogtans ge-
rrouw blyvende , daarvoor op ce ofTcren.
Waarop hccnapje met den beedelzak aan
ccnen tweeden zynde overgeleverd, zoo
deeden decs cn de verdere disgenootcn ver- .
volgens van hand tot hand op dezelfde
w yzcdezelfde betuyging,onder een gedtiu-
rig gejuych van L a n 0.(7) l e e v e n d e (7) Strada
; G e u z e n IVoorts hebbende naa den middag,
i onder’c fpeelen in d eklosbaan,iedefvänhen i.pag. 187.
; intwee houcc bollcn (door my nog oiilarigs
; i n ’c H o f van Oranjc re Bruifef gezien )
i eenen glasnagcl, tot teken hunner cen-
' dragt gellaagen, vcrfcheenen veclen dee-
! zer Heeren op de volgende dagen binnen
; BruiTel in graauw monnikenpy gekleed,en
i draagendc tot ccrtckcn ofblazoen aan den
i gordriem ecii beedcltasjc, honte napje (8)
j o f kaiabasje; van wclke men verfchcyde- foi. ‘78.
nen hier nevens ziet afgebceld.
I. H e t .
, .. f :
I
to' d
• il I I