I f
l ì ’ "'
I ì'
:ÌF n \
* ili? in
Ì M I f i
I. De ccrllc, die ImgweiTiig vond, van zilver cn vcrguld is, vertoont op de cene zyde het
gekroonde wapenfchild der had De lft, mcldt den tyd van dag cn iaav, op welken dees pivs
isverdicnd, cn de Schutterkontog daai'inede befchonken, in zyn Idevcn Vctitigraad cn H a v c i
meciter derzelve Itad; naamlyk de Heer
J A C O B U S D E L F F .
p. Ö C T O B E R
1 <5 f 2.
Op de andere zyde zict men twee handbuflen, door cenc kroon kruyswyze gevoegd i en daaronder
dit kluppelvaarsje :
D I E K O N I N C K SC HI ET,
D E E S P RY S GEN I E T .
Wclke foort, o f van gering onderfcheyd, tot het jaar zeventicnhonderdvier aan den Konina
van ieder jaar is vereerd. ^
II. De tweede is rond, van goud, en den Koningen, van zevemienhonderdvyf cn der volgende
jaaren tot zeventien, omgchangen; flaande het Delftfche wapenfchild tiiffchen twee bulien .
waarmede men dc gans fchiet, op de vooi-zydc, onder dit omfchrift:
D E L F T S E C O N F R E R I E P E N N I N G .
Onder’t wapen ziet men het jaar l y l i , wanneer Abram Keyzer, thans Hopman der Schut-
tcrye, Konmg was, van wicn my dc penning is ter hand gefteld.
f t r S f ,I S dfcwiTi:” “ die met twee zecgetakkcn zyn faamengc-
SOO I E M A N T T O T D I T G O U T WI L G 'R A E C K E N ,
m o e t M E T S Y N L O O T D E L E T N E T K R A E C K E N .
■ ■wo'dcB geveld , zonder cen rond leytje, waaraan de voeel gehecht
IS, aan ftuk te fchieten. Dewyl nir.in den jaafe zeventienhonderdzeventien de ftemMl van dee-
dCTdcrMm® r i “ “ t o ‘V del-Biisfchuttcrcn door ray het ontwerp van den
fchonken dc Koningen van zcvcntienhondcrdachtticn en vervolgens zyn bcbeJld'
?v '’ra ftrT to ''r a 1 ®roederfchap door cenc zittende vrouw veit
a m in dfflT nlto to™ " to “ s wapenfchild, houdt iu de rechterhand ccnc handson
i ' 1
S O C I E T A S S C L O P E T A R I A .
G E N O O D S C H A F V A N D E HA N DB U S .
Op het i-uggeihik is een tros van opgehangene wapenen , die tot deeze oeffening gebruykt
woraen, afgcbeeld, waar bovenaan een kdig fchildtje geheclit is , daar telkens hcc wapen van
den nieuwen Koning ingcfneeden wordt; cn’t welke in den jaare 1718, waarvoor op den voorgrond
ook een ledige plaats openftaat, het ccrft met dat van den Heer Dirk Ingilby, thans
Vccrtigraad deezer itad , is gevuld geworden : voorts ziet men de nevensftaande Overwinning
ccnen Iaurierkrans boven het wapenfchild van den Schutterkoning houden; onder dit byfchrift:
D E X T E R I T A T I S P R A E M IU M .
B E L O O N I N G D E R H A N D I G E BUS SCHUTTER TE .
De leezer vcrfchoone deeze afweyding, dewyl die, uyt achtinge voor myne geboortcftad gc-
fchied IS, en ik hiermede den atgebrooken draad der hilloric weder gaa aanheditcn.
De afval zo o vcelcr fteden, als w y hiervoor
reeds gemeld hebben, wierdt, mids
de haar tegens den Spanjaard u y t hoofde
van de geeyfchte fchatting algemeen was,
nog daaglyks grooter. Want de Graaf vanden
Berg, d ie ’s Prinfen zufter in huuwely
k had, bevorderde ook deszelveii hooge
(,) Hooft voorneemens, en verzekerdc zich van ( i )
Deutekom, Doesburg, en door
hulp van zyncn Stedehoudcr Glyzenburg,
van H ard erwyk , Hattcm, Elburg en 0I-
denzeel. H y z e lf belegcrde naderhand
Kampen, dat door zevcn galeyen, die So-
no y hem befchikt had, zich te water vindende
ingcflooren , door toedoen van
’s Prinien gunftelingen die ’er binnen waaren
, hem op den elfden van Hooimaand
wierdt ingeruymd. Dit voorbeeld volgden
Z w o l , HafTclt, Steenwyk , Geclmuyde
cn Vollenhoove. Sedert geraakte hy ook
(i] Hooft in Amersfoort, waarop Naarde, (2 ) van
m fol. t ’hemwaart geneegen, zich mede voor
157. den Prins verklaarde. Z o o groote vcraii-
dcring in zo o korren tyd fcbynt byna 011-
geloovelyk,*doch moet men die aan den
algemeenen haar cn afkeer van den Spanja
ard, veroofzaakt door zyn e gepleegde
geweldenaaryen, en her vorderen derover-
zwaare belaftinge van den tienden penning
toeichryven. Invoegedevlottendegemeen-
t e , verlekkerd op dc aangcboode V ryh e yd ,
die ’s Prinlcn aanhangers alom in den mond
hadden, en het weeren van de geeyfchte
ichatting, ligtelyk wierdt overgehaald. Het
waaren deeze twee beweegredencn, diede
Prins zeer hoog deed geldcn, en van welke
h y aan Sonoy,zynen Stedchouder in Noordholland,
b y de gegeevene berichrbricven ,
hetvoordraagentcndierfte had(3) bevolen.
Hierom had'men b y ’t overgaan van Enkh
u y ze , aldaar den Herrogc van Alva met
zyn e aanhangeren , (4): midsgaders den
tienden en twintigften penning afgezwoo-
ren. Die van Vliftinge, i n ’c derde lid (5)
van zeker berichtfchrift, waarin z e d e b c -
wcegrcdenen van hunnen afval te kennen
gaaven, betuygden, het invoeren vanden
tienden penning eene der voornaamfte te
weezen. Dezelfde verklaaring deed de
Graaf van Lumey in den Briel , desgelyks
Jonker van Zwieten (<5) b y ’t inncemen van
Gouda, en andere voor/5aame aanhangers
van den Prins in andere geweften: welke
algemeene wedcrftand tegens den geheeven
tienden penning,aanleydiiigheeft gegeeven,
dat tot lo f van cen gelyk getal van Helden,
die in ’t weeren van dicn hebben uytgemunt,
de volgende penningplaat gemaakt is.
(3) Bor
Nederi.
Beroerten,’
VI. boek,
fol. 273.
(4) Bor
Nederl.
Beroerten;
VI. boek,
fol. 272.
Beroerten,'
VI. boek,
fol. 269.
(6)Walvis
Eefchryv.
van Gou-
da, pag. ■
347.
vermids hy het hoofd en de aanlej'der
v.inde negen andere Heiden geweeft is. Het byfchrift is:
Q fl J P R IN - it
S t