ken re ontwrigten; dit wierd verzeld van een fterfe
handen-geklap en eene foorc yan wild gejuich?
o f gefchreeuw , niet ongelijk aan hetgeen “fom-
tijds in klugtige danfen op onze Ewropifehe too-
neelen gehouden wordt. Zij maakten den drie-
dubbelen halven kring* gelijk de voorige danfers
gedaan hadden en een perfoon , die aan het hoofd
van de eene zijde van den halven kring voorwaarts
trad, begon iets optezeggen in een waarlijk mu-
zijkaal recitatif, dat met zoo veel bevalligheid
gezongen wierd, dat het onze meest toegejuichde
tooneel - fpeelers befchaamd zoude gemaakt hebben.
( * ) Hij wierd op dezelfde wijze beantwoord
door dengeenen, die aan het hoofd van de tegens-
overgeftelde bende was. Dit verfcheiden reizen
herhaald zijnde, voegde zig de geheele bende aan
de eene zijde bij de antwoorden van de bende aan
de andere zijde, terwijl de halve kring voorwaarts
trad,
( *y In vergelijking van alle de andere bewooneren van
de Z u id -zee, vooral de Taïders bezitten de inboorlingen
van de Vrienden - Eilanden onbetwistbaar voornaams
muzijkaaïe talenten; doch met dit alles" zou het eenen nufr
zijk - kundigen bezwaarlijk ingevallen zijn de muzijk vait
deeze kinderen der natuur met die van onze konftenaars te
vergelijken; doch dit is eene zaak van fmaak, en de Heer
ANDKR.SON, de befchrijver van deeze vermaaklijkheden,
fchijnt een vooroordeel te hebben voor alles wat de F"lenden
• Eilanden betreft.
«. FO-RSTïil.
trad, en zij eindigden met zingen en danfen gelijk
zij begonnen hadden.
Deeze twee laatfte danfen wierden met zoo veel
vuur en naauwkeurigheid ter uitvoer gebragt , dat
zij eene algemeene toejuiching ontvongen. De
inboorlingen, daar tegenswoordig, die ongetwijfeld
bevoegde rechters waren o f de danfen wel
uitgevoerd wierden, konden zig niet onthouden
van op fommige plaatfen toetejuichen, en zelfs
gevoelde een vreemdeling , die de vermaaklijk-
heid nooit te vooren gezien had , op datzelfde
tijdftip een diergelijk genoegen ; want, fchoon
’er over het geheel, de naauwkeurigfte overeen-
ftemming wierd waargenoomen, waren egter fommige
gebaerden zoo duidlijk, dat men kon zeggen
dat zij den zin Ipraken van de woorden, die
haar verzelden , zoo men toeflemt dateer enig
verband zij tusfchen beweeging en geluid. 'Men
moet onderrusfchen ook in aanmerking neemeo
dat, fchoon de muzijk van het choor en die van
de danfers overeenftemden, eene aanhoudende oefening
in deeze geliefde vermaaklijkheden van onze
vrienden een groot aandeel fchijnt te hebben
in het zoo naauwkeurig houden van de maat in
hunne danfen, Want wij merkten op dat, als een
hunner bij toeval geftoord wierd , zij nooit de
minfte moeite hadden om hunne behoorlijke plaats
in den dans o f het gezang onmiddelijk weder te
yindon, hunne volmaakte afgeregtheid was
I 3 nooit