Feejee lig t, gelijk men ons zeide, drie dagen
zeilehs van Tangataboo in de koers van N. W.
ten
gówooftteh vfln de inwooneren van de Carollna - Eilanden etl
die, welke Kapitein co o k befchrijft als heerfchende op
eenen ontzagchelijken afftand, op de eilanden , die bij ia
den Zuider - Stillen - Oceaan bezogt. Maar misfchien kan
het vermoeden , uit deeze gelijkenis ontftaande, dat alle
deeze eilanden doof dezelfde natie of eenen zelfden flans
bevolkt zijn, tegengefprooken worden op den fchijnbaareti
grond dat’er gewoonten, die zeer veel gelijkenis mee el-
kanderen hebben , bij zeer verre van elkanderen verwij»
derde volkeren heerfchen , zonder dat daar uit- afteleiden
zij dat zij uit eene andere getneene bron haaren oorfprong
hebben dan bet algemeen beginzél in de menschlijke na*
tuür, hetzelfde in alle‘ eeuwen en op alle plafttfén van de
waereld. Misfchien zal de leezer deezen fehijngrond niet
toepaslijk oordeelen op dit geval,, als hij de volgende zeef
duidlijke enderfcheidingen overdenkt. De gewoonten, die
haaren grond hebben in behoeftph, die het geheel mensch-
lijk gedacht gemeen zijn, en die bepaald zijn tot de uitvindingen
en middelen offl deeze behoeften te vervullen, mogen
wel onderfteld worden eene fterke gelijkenis met d-
kanderen te hebben, zonder dat daaruit volgt dat z ij, welke
die gewoonten hebben, die van. elkanderen hebben nagevolgd
, of dezelve uit eene gemeene bron geput hebben
naardien de menschlijke fchranderheid overal’dezelfde is,
en de middelen , tot het voldoen van enige bijzondere natuurlijke
behoeften, bijzonderlijk in landen, die even onbebouwd
zijn, maar zeer weinige in getal zijn. Dus kunnen
de zoo ver van elkanderen leevende volks-ftammen als
de Kamfchatkers en de Braziliaanen hun vuur vóórtbrengen
door het wrijven van twee ftokjens regens elkanderen,
zonder ons den minden g rond te geeven van te onderdel“
l e s
ten W. Het wierd ons befchreven als een hoog,
maar zeer vrugtbaar eiland , overvloed hebbende
van varkens, honden, hoenderen, en alle de
foorten van vrugten en wortelen, die op de andere
Jen dat een van beiden den anderen daarin navolgde, of
de uitvinding afgeleid had uit eene bron van onderrig-
tihg , die beiden gemeen ware. Maar dit fchijnt het geval
niet te zijn met die gewoonten, welke geen algemeen
beginzel in de menschlijke natuur de geboorte gegeeven
heeft en die alleen voortgefproten zijn uit de eindelooze
verfeheidenbeid van plaatslijke grilligheid en nationaale manieren.
Van de laatfle foort zijn baarblijklijk die gewoonten
, die en tot de Noordlijke en tot de Zuidlijke
Eilanden van de Zuid ■ zee behooren , waaruit wij zullen
mogen befluiten dat zij oorfpronglijk eene zelfde natie geweest
zijn, en de mannen van Matigeea en de mannen
van de Nieuwe Philippijnfehe Eilanden, die iemand, welken
zij willen vereeren, hunne hulde bewijzen door zijne
hand over hunne aangezigten te. wrijven , hebben waar-
fchijnlrjk hunne wijze van groeten in dezelfde fchool geleerd.
Maar zoo deeze waarneetning de twijfelingen van
den twijfelenden vitter nog niet heeft weggenoomen , zal
hij het waarfchijnlijk niet ligt waagen bij zijne ontkenning
van deeze zelfheid van ras te volharden , die wij in dit
voorbeeld beweeren , als hij zal 'zien dat wij bij het bewijs,
uit de gelijkheid van gewoonten getrokken , ook
nog dat onloochenbaar bewijs kunnen voegen , dat uit de
gelijkheid van taaien getrokken wordt. Tamoloa, weeten
wij nu , is het woord dat op Hamoa, een van de Vrienden
-Eilanden, wordt gebruikt om een Opperhoofd te berekenen,
en. in de Lettres Edifiantes zal men zien, dat dit
ook dezelfde naam is, met welken de bewoqners yap de
V 3 * cv?.