
Z E V E N D E H O O F D S T U K .
Vriendtijk onthaal op Tongataboo. Uitdeeling
van een gebraaden varken en Kava aan
’sKonings gevolg. De fierrekundige werktuigen
worden geplaatst. Het dorp, daar
de bevelhebbers woonen en het ofnlie0c0stend
' land befchreven. Bezoek aan m a r e ew a -
g e e , t ob ou en V Konings Zoon. Een
groote haiva of feest van zang eh dans door
m a r e e w a g e e gegeeven. Vuurwerken. Wof-
flelen en vuist -vegten. Uitdeeling van het
vee. Diefflallen door de inboorlingen begaan.
p o u l a h o en de andere Opperhoofden
daarvoor in hechtenis genoomen. p o u-
l a h o s gefchenk en haiva,
a dat wij geankerd waren en ik gegeeten had,
begaf ik mij met om ai en enige van de Officieren
naar land. Wij vonden den Koning op ons
wagtende op het ftrand. Hij bragt ons terftond
naar een klein net huisjen, wat binnen den zoom
van het bosch gelegen, met een fraai groot open
vak ’er voor. Dit huis was, zeide hij , tot mijnen
dienst geduurende ons verblijf aan het eiland,
en betere ligging konden wij niet wenfchen.
Wij waren nog niet lang in het huis geweest
o f daar verzamelde zig een vrij groote kring van
ininboorlingen
voor ons, die zig op de open plaats
nederzetteden. Een wortel van de Kava plant
aangebragt en voor den Koning nec|ergelegd zijnde,'
beval hij dat men hem in Hukken zoude fplij-
ten en aan verfchillende perfoonen van beiden
de fexen uitdeden, die dezelve begonnen te kaau-
wen, en weldra had' men eene kom van hunnen
geliefden 1 drank in gereedheid. Ondertusfchen
wierden ’er een gebraaden varken en twee korven
met gebraaden yams-wortelen gebragt en in
tien deden verdeeld. Van deeze portieën kree-
gen zekere perfoonen eene, maar hoeveele’eraan
elke deel hadden kon ik niet zeggen. Eene portie
wierd, naar ik bemerkte, aan ’sKonings broeder
gefchonken, en eene bleef ’er overig, die,
naar ik giste1, voor den Koning zdven zouden zijn,
alzoo het een lekker beetjen was. Daarop wierd
de drank rond gediend,; omtrent welken p o u l a -
ho egter niets fcheen te beveelen. De eerlle
beker wierd aan hem gebragt, dien hij aan eenen
anderen*, welke naast hem zat5, liet overhandigen.
De tweede wierd hem ook overgereikt en dee-
zen behield hij. De derde was voor mij; doch
alzoo hunne wijze van het te brouwen mijnen dorst
had verdreven , wierd hij aan o m a i gegeevën.
Het overige van den drank, wierd aan verfchillende
perfoonen uitgedeeld op aanwijzing' van
den man', die ’er het bellier over had; Eeii van
de bekers aan' 's Konings' broeder: gebragt zijn de y
L 5 be