E L F D E H O O F D S T U K .
Bezigheden der Vrouwen op de Vrienden-Eilanden.
Die van de mannen. Landbouw. Hunne
Huiven. Hun werk - gereedfchap. Hun
touwwerk en visch-tuig. Hunne fpeeltuigen.
Hunne wapenen Hunne fpijzen en hunne
keuken Hunne Tijdkortingen. Hunne Huwelijken.
Hunne Rouw -plechtigheden voor
de overledene. Hunne Godheden. Hunne
denkbeelden over de ziel en eenen toekomfligen
fiaat. Hunne godsdienflige plaatfen. Hunne
Regeering. Hunne hulde aan hunnen Konihg.
Het Koninglijk Gejlacht. Aanmerkingen over
hunne Taal en lijst van enige woorden uit
dezelve. Scheepvaartkundige en andere Waar-
fieemingen.
H un huislijk leven is noch zoo werkzaam, dat
het hun lastig vak, noch zoo ledig, dat zij ’er door
tot vadzigheid vervallen. De Natuur heefc zoo
veel voor hun land gedaan , dat het eerfte bezwaarlijk
plaats kan hebben , én hun karakter
fchijnt een vrij goed behoedmiddel tegens de
laatfte. Door deeze gelukkige vereeniging van
omftandigheden fchijnt hun noodzaaklijke arbeid
bij tijden voor hunne uitfpanningen te moeten wijken,
zoo egter dat de laatfte nimmer worden afgegebrooken
door de gedagcen van weder aan den
arbeid te moeten, tot de verzaadiging zelve hen
dien overgang doe wenfchen.
De bezigheden der vrouwen zijn van eenen gemaklijken
aart en meest zoo als in het huis kunnen
worden uitgevoerd. Het maaken ,van hun
doek is geheel aanhaare zorge toebetrouwd. Naardien
ik de wijze hoe zij het maaken reeds be-
fchreven heb, zal ik ’er alleenlijk bijvoegen dat
zij doek van verfchillënde fijnheid hebben. De
grove foort, van welke zij zeer groote ftukken
vervaerdigen, wordt zonder enig patroon gemaakt.
Van de fijnere foort hebben zij gekreept,
en gevlakt, en van andere patroonen, verfchil-
lend gekleurd. Doch hoe deeze kleuren ’er op
gebragt worden kan ik niet zeggen, alzoo ik dee-
-ze foort nooit heb zien maalten. Het doek kan,
■ over het algemeen, enigen tijd lang het water we-
derfiaan , maar dat den grootften glans heeft kan
’er langer tegens.
De manufa&uur, die in aanbelang op deeze
volgt, en die ook het werk van hunne vrouwen
is, is die van hunne matten, die alles overtreffen
wat ik op andere eilanden gezien heb, zoo in zaa-
menweefzel als in fchoonheid. Veele overtreffen
;in het bijzonder die welke op Otahiti gemaakt
worden,zoo verre, dat zij geen gering artijkel uit-
maaken om voor den handel derwaarts gevoerd te
worden. Van deeze matten hebben zij zeven o f
IX . D e e i» X agt