leen dat p o u l a h o Koning van Tgngcitcibóo en
andere eilanden was; maar bleef daar fterk
©p Haan, ongetwijfeld met oogmerk om Zijnen
vöorigén hoogmoed uittewisfchen. Ik verliet
hem om deezen grooten man te bezoeken, dien
ik met enige weinige andere voor hem vond
zitten ; doch vermits ieder zig fpoedde om zijn
h o f bij hem te maaken, groeide de kring zeer
fterk aan. Ik was zeer verlangende om fèe-
No u s gedrag bij deeze gelegenheid optemerken
en had nu het overtuigendst bewijs van zijne minderheid
; want hij plaatfte zig onder degeene, die
voor p o u l a h o zaten, en het gevolg van Zijné
Majefteit uitmaakten. Hij fcheen in het eerst
wat befchaamd te' zijn, alzoo ’er enige van ons
tegenswoordig waren, die gewoon waren geweest
hem eene andere rol te zien fpeelen; maar hij
herftelde zig ras. Deeze twee Opperhoofden hielden
te zaamen een kort gefprek, dat niemand
van ons verftönd, en de vertolking, die om a i
’er ons van gaf, voldeed ons ook niet. Wij waren
egter thans genoegzaam onderrigt omtrent den
Waaren rang van f e e n o u . Hij en p o u l a h o
gongen met mij naar boord om te eeten; maar de
laatfte zat maar alleen aan tafel, terwijl fee-
No u , op de gewoone wijze zijnen Opperheer
hulde gedaan hebbende door Zijner Majefteit voet
met zijn hoofd en zijne handen re groeten, uit de
kakajuit
gong. ( * ) B e Eoning had ons van te
vooreii gezegd dat dit gefchieden zoude, en nu
bleek" het dat f e ë n o ü zelfs niet mogt eeten
o f drinken in deszelfs koninglijke tegenwoordigheid*
Den volgenden morgén ten agt uuren ligteden
Wij het anker en ftuurden naar Tongataboo * met
een labber koeltjen uit het N. O* Daar vertrokken
omtrent veertien o f vijftien zeilende vaartuigen,
den inwooneren toebehoorende, met ons,
maar alle zeilden zij de fchepen verre vooruit.
f e ën o ü zou in de Refolutie mede gevaaren
zijn, maar hij bleef liever in zijne eigen kano, en
g af ons twee mannen aan boord, om ons op de
bes-
( * ) Diergelijke blijken vân diepen eerbied worden dett
Tamoles, of den voornaamüen Opperhoofden van de Carolina*
Eilanden bewezen. Lorsque un Tamole donne audience $
il par oit ajfis fur une table elevie: les peuples s'inclinent
devant lui jusqu'à terre, g? du plus loin qu'ils arrivent,
ils marchent le corps ■tout courbé & la tête presque entre
ks genoux jusqu'à ce qu'ils foient auprès de fa perfonne ;
alors ils s'afferent à plate terre, g?, les yeux bai fies, ils
reçoivent fes ordres avec le plus profond refpect. Quand
le Tamole les congédié, ils fe retirent en fe courbant de la
meme manière que quand ils font venus & ne fe relèvent que
lorsqu’ils font hors de fa prefence. Ses paroles font autant
d'oracles qu'on revere ; on rend à fes ordres une obetfidn•
ce aveugle, enfin on lui baife les mains & les pieds,
quand on lui demande quelque grâce. Lettres Edifiant
tes &c. Tom. XV. pag. 3x2, 313.
K s