
 
		dat van  met  zijnen  vacjer  te  eeten,  eene  eer,  tot  
 welke  hij  tot  nog  toe niet  was  toegelaaten.  
 j Wij  kwamen, omtrent ten  agt  puren  te Mooa en  
 vonden  den  Koning  met  eenen  grpoten kring  van  
 gevolg  voor  hem  ziftenden  .binnen  een  affchutzel,  
 zop  iklfin  en  zoo morsfig, j dat  ik  mij  moest  verwonderen; 
   zoodanig  een  in  dien.  omtrek  te -vinden..., 
   Zij  waren  aan  hun  gewoon  morgen  
 werk j ,  f. het  bereiden  ■ van  een-  bak  kava.  A L   
 zoo  dit  geen  drank  voor  ons  was,-  gongen  wij  
 henen f-om  enige  van  onze  vrienden  te  bezoeken,  
 en  om  te  zien,  welke  ,toebereidzelen  men  tot  de  
 plechtigheid,  die weldra  beginnnen  zoude ,  maakte. 
   •.Omtrent  tien  uuren  begon  het  volk  te  vergaderen  
 in  eene  groote  open  ruimte,  die  voor  de  
 walaée  o f  het groot  huis  is ,  daar  wij  de  eèrfte  
 reis  dat wij  Mooa  bezogten,  gebragt  waren.  Aan  
 •het  eind  van  eenen weg,  die  op  dit vak  uitkwam ,  
 Honden  enige  mannen  met  fpeeren  en  knodfen,  
 die  aanhoudend  korte, fpreuken  opzegden  o f zong 
 e n ,  op  eenen treurigen  toon,  die  een  denkbeeld  
 van  verlegenheid gaf,  en  als  o f  zij  ergens  om  riepen. 
   Dit  duurde  omtrent  een  uur,  ondertusfchen  
 kwam  ’er  veel  volk  den  weg  af,  elk  eenen  yam  
 brengende,  aan  het  midden  van  een’  Hok  gebonden, 
   welke  zij  neder  legden  voor  de  perfoonen,  
 die  de  fpreuken  opzegden.  Térwijl  dit  gefchied-  
 de,  kwamen  de  Koning  en  de  Prins *  en  plaac-  
 ften  zig  in het  opeh  vak  neder,  en  men  verzogt  
 IX .  D eeju  K ons