
 
		agt  verfchillende  foorten  om  te  draagen  o f  op  te  
 flaapen  ,  en  veele  zijn  enkel  voor  fieraad.  De  
 iaatfte  worden  meest  gemaakt  van  het  taai  vezelachtig  
 gedeelte  van  de  fchors  van  den  plataa-  
 nen-boom;  d ie ,  welke  zij  draagen,  worden  
 getnaakt  van  den  pandang,  ( * )   dien  zij  tot  dat  
 -einde planten  en niet  toteenen  ftam  laaten  opfchie-  
 ten,  en  de  grove  foort,  waarop  zij  flaapen,  van  
 eene  plant,  evarra  genaamd.  Daar  zijn  veele  
 andere  artijkelen van minder  aanbelang,  waarmede  
 hunne  vrouwen  haaren  ledigen  tijd  flijten  ,  als  
 kammen,  van  welke  zij  zeer  veele  maaken,  en  
 kleine  korfjens  ,  van  dezelfde  zelfftandigheid  als  
 de  matten  gemaakt,  en  andere  van  de  vezelen,  
 die om  dê  kokos - nooten  zitten,  o f effen,  o f met  
 kléine  koraalen  doorweeven  ;  maar  alle  zoo  net  
 -en mét  zoo  veel  fmaak  in  de  fchikking  van  der-  
 zelvèr  verfchillende  deelen  bewerkt,  dat  een  
 ^vreemdeling  niet kan  nalaaten  haar  geduld en haa-  
 re  behendigheid  te  bewonderen,  ( f )   
 c  Het werk,  dat  den  mannen  ten  deel  v a k ,  is,  
 gelijk  men wel  kan  denken,  veel  zwaarer  en  uit-  
 geflrekter  dan  dat  der  vrouwen.  De  landbouw,  
 het  bouwen  van  hunne  huizen,  het  maaken  van  
 vaartuigen  ,  visfchen  en  andere  bezigheden,  die 
 tot 
 ( * )   Pandanus  oJoratifflma.  l in n . 
 ( f )   In  de  v o o r ig e   R e i z e   vindt  men  b e fch r ijving en   eö   
 'a fb e e ld in g en   van hunne kammen  eix  korfjens. 
 tot  de  fc heep vaart  behooren,  maaken  de  voorwerpen  
 van  hunnen  arbeid  uit.  Naardien 
 hun  voornaamst  voedzel  in  wortelen  en  vrugten  
 beftaat,  die  geteeld  moeten  worden  ,  zijn  zij  
 genoodzaakt  zig  aanhoudend  met  den  landbouw  
 bezig  te  houden,  dien  zij  naarftiglijk oefenen,  en  
 dien  zij  tot  eene  bijna  zoo  groote  volmaaktheid  
 fchijnen  gebragt  te  hebben  als  de  omftandighe-  
 den  toelaaten.  Ik  heb  reeds  gefprooken  van  de  
 groote  uicgeftrektheid  van  hunne  plataanen-velden, 
   en  hetzelfde  kan  men  van  hunne  yams-velden  
 zeggen,  terwijl  deeze  beiden  te  zaamen  ten  
 fninften  als  tien  tot een  tot  alle de andere  artijkelen  
 Haan.  Als  zij  deeze  beiden  planten,  graaven  zij  
 kleine  kuilen  om  dezelve  ’er  in  te zetten,  en  dan  
 roeijen  zij  het  omringende  gras  uit,  d at,  in  dit  
 warm  land,  welhaast  verdort  en  rottende  eene  
 goede  mist wordt.  De  werktuigen,  die  zij  daartoe  
 gebruiken,  en  die  zij  hoo  noemen,  zijn  niet  
 anders  dan  ftaaken  van  verfchillende  lengten,  naar 
 de 
 ( * )   Hoe  aanmerklijk  koomt  Kapitein  cooks  bericht  
 Van  de  bezigheden  ,  van  de  mannen  en  vrouwen  alhier  
 overeen  met  vader  c a n t o v a s   naricht  van  de  Carolina-  
 Eilanders  ?  La  principale  occupation  des  hommes  efl  de  
 conftruire  des  barques,  de  pêcher  ö?  de  cultiver  la  terre.  
 VAffaire  des  femmes  efl  de faire  la  cuifine  ö?  de  mettre  
 en  oeuvre  arnè  espece  de plante  fauvage,  £?  un  arbre —   
 pour  en  faire  de  la   toile.  Lettres  Edifiantes  Tom.  XV.  
 P'  313-