„ als eene fpeer gevormd, maar veel breeder,
5> mel: de randen lierlijk uirgefneden en net gepo-
99 ^jst* Andere waren fmaller aan de punt, veel
,99 korter, en eenvoudig, en fommige waren
,* zelfs zoo klein, dat zij met eene hand gebruikt
„ konden worden. De fpeeren waren van het-
,, zelfde hout gemaakt, flechtsgefpitst, en gemeen»
,, lijk omtrent twaalf voeten lang, fchoon fom-
„ mige zoo kort waren, dat zij gemaakt fcheenen
j, om als werpfchichten geworpen te worden.
« De plaats daar wij ons den geheelen dag ont-
„ hielden, was onder de fchaduwe van verfchil-
,, lende boomen, onder welke zij hunne kanos
„ tegens de zon befchutteden. Daar waren ’er
„ omtrent agt o f tien, alle dubbele kanos, dat
,, is, twee enkele door dwarsbalken aan malkan-
,, deren vastgehecht (gelijk door de geheele Zuid-
,, Zee het gebruik is}. Zij waren omtrent twin-
„ tig voeten lang, omtrent vier voeten diep, en
,, de zijden afgerond met een plank, die ’er op
„ gezet was, en ’er fterk door teenen op was
„ vastgemaakt. Twee van deeze kanos waren
„ zeer aardig geverwd, o f gefchilderd met zwart,
,, met ontelbaare kleine figuuren , als ruiten,
,, driehoeken enz. en overtroffen verre alles van
« dien aart, dat ik ooit op enig eiland in deezen
„ oceaan gezien had. Ook fcheenen onze vrien-
„ den alhier meer bekwaamheid geoefend te heb-
>» ben in deeze kanos te befchilderen dan in hun-
„ ne
„ ne eigen lighaamen te beprikken. De roei--
,, fpaanen waren omtrent vier voeten lang, bij-
,, na elliptisch , doch breeder van boven dan
„ in het midden. Hier omtrent zagen wij ook
„ eene hut, o f een afdak, omtrent dertig voeten
,, lang, en negen o f tien hoog , waarin deeze
,, floepen misfchien gebouwd worden; maar
„ thans was zij ledig.
,, Het grootst getal der boomen rondom ons
„ ware kokos* palmen, enige foorten van Hibis-
„ cus, eene foort van Wolfsmelk o f Euphorbia,
„ en naar den zee-kant overvloed van dezelfde
„ foort van boomen, die wij op Mangea Nooe
„ Nainawa gezien hadden , en die de ffranden
„ van dit eiland op dezelfde wijze fcheenen te
„ omringen; zij zijn lang en dun niet ongelijk
,, aan een cypresfen boom, maar met bosfen van
„ lange ronde en uit geledingen beftaande bla-
„ deren. De inboorlingen noemen dezelve
„ Etoa ( * } • Op den grond zagen wij enig gras,
,, eene foort van winde en een groot deel veld-
,, kers ( f ) . Daar zijn ongetwijfeld nog andere
„ vrugt-
( * ) Toß is op de Eilanden van de Zuid Zee doorgaans
de naam van het knodfen hout, Cafuarina Equifetifolia
F. en, volgens deeze befchrijving kan hier ook geen andere
dan eene foort van knodfen-hout bedoeld zijn.
G. FÖRSTER.
C t ) Thlaspi. e. FÖRSTER.