
 
		nen  doen,  was  mijn  voorneemen  geweest  wede?  
 terug  naaf  het  Zujden  te  ftevenen,  tot  ik  eenep  
 westlijken  wind  zoude  gevonden  hebben;  maar  
 als  ik  dit  gedaan  hadde  zonder zulk  een*  voorraad  
 bekopmen  te  hebben,  zou  het verlies van al ons vee  
 het  onvermijdlijk  gevolg geweest  zijn voor wij me?  
 mogelijkheid  Otahitl  konden  bereiken,  zonder  
 dat  wij  ’er  enig  voordeel  uit  hadden  kunnen  
 trekken  met  opzigt  tot  het  groot  doel van  onze  
 reize. 
 Ik  nam  dan  het  befluit  van  naar de  Vrienden-  
 Eilanden,  te ftuuren,  daar  ik  verzeekerd was  overvloed  
 van  alles  wat  ik  nodig  had  te zullen vinden,  
 en ,  alzoo het noodzaa.klijk  was  zoo  wel bij dag als  
 bij nacht  te zeilen,  beval  ik Kapitein  clerk? het  
 omtrent  eene  mijl  voor  de  Refolulie  te  houden.  
 Ik  gebruikte  deeze  voorzorg omdat  dit  fchip  best*  
 van  land  kon  loeven ,  en  het  zeer  mogejijk was  
 dat  wij  op  deezen  overtogt  enig  land  ontmoeten,  
 zouden. 
 De  Lengte  van  Herveys- Eiland  wierd,  toen,  
 het  eerst  ontdekt  wierd,  van  Oiahiti  door  den,  
 tijd-wijzer  afgerekend,  bevonden  201°  6 '  Oost  
 te  zijn,  en  nu,  door  denzelfden  tijd-wijzer van.  
 Koningin  Charlotta- Kanaal  afgerekend,  200*  
 56'.  Hier  uit befluit  ik  dat  de  miswijzing  yan  den  
 tijd  wijzer  thans  niet meer dan  twaalf Engelfehe  
 inijlen  in Lengte konde wezen, 
 Toen  wij  af  hielden ,  ftpi#d|?ih West ten Zuir 
 den 
 den  met  een  fraai  koeltjen  uit  het  Ooften.  Ik  
 was  voorneemen s  eerst  naar Middelburg  o f Eeoa  
 te  zeilen,  denkende  dat  wij,  zoo  de  wind  gun*,  
 ftig  bleef,  voeder  genoeg voor het  vee  aan  boord  
 hadden  om  te  duuren  tot wij  dat  eiland  zouden  bereikt  
 hebben;  -maar,  op  den middag  van  den  volgenden  
 dag,  kwamen  die  zwakke  koeltjens,  die  
 wij  zoo  lang  gehad,  en  die  ons  zoo  vertraagd  
 hadden  ,  weder  ,  en  ik  vond  het  nodig  meer  
 noordwaarts  op  te  loeven *  óm  in  de  breedte  vatl  
 Palmerftons -  en  Wilden - Eilanden  te  koomen,  
 welke  ik  op  mijne  voorgaande  reis  in  het  jaar  
 1774  ontdekt  had,  ( * )   opdat  wij,  zoo  de nood^  
 zaaklijkheid  het  vereiscbte,  onze  toeviugt  tot  dezelve  
 zouden  kunnen neemen. 
 Heden  beval  ik  dat men  den  difülleer-ketel  aan  
 den  gang  zoude  houden  van  zes  uuren  *s morgens  
 tot  vier  uuren  na  den middag,  om  dus  doende  onS  
 water  te  fpaaren,  en  wij  verzamelden  in  dien  tijd  
 van  dertien  tot  zestien gallons.  Daar waren  laatst  
 enige  verbeteringen,  gelijk  men  die  gelieft  ts  
 noemen,  aan  dit werktuig  aangebragt,  dat  *er eg-  
 ter,  naar  mijne  gedagten  ,  veel  flegter  door  is  
 geworden. 
 Deeze  ligte  koeltjens  bleeven  aanhouden  toe  
 den  tienden  ,  wanneer  wijV  enige  uuren  lang,  
 eenen'  frisfen  wind  uit  het  Noorden  en  Noord* 
 Noord* 
 (  * )   qooks  Reizen,  VI  De'ef,  bladz,  I en  very% 
 E  4