
 
		de  dijen  doorgehaald;  maar  wij  zagen  eene  fraaie  
 tnuts Van  roode. vederen  in  eene van de  kanos  leg*'  
 gen.  Eene  paerl- oefter - fchulp,  gepolijst  en  
 aan  den  hals  hangende,  was  het  eenigfte  verfier-  
 z e l,  dat  wij  bij  hen  zagen;  want  geen  hunner  
 had  den  .opfchik,  zoo  algemeen  onder  de  inboorlingen  
 van  deezen  Oceaan  heerfchende,  aan-  
 genoomen„   van,  namelij k ,  hunne  lighaameft  te  
 %atoueeren  o f te beprikken, 
 Schoon zij  hierin nu  zonderling waren,  hadden  
 egter  de  ondubbelzinnigite  bewijzen  dat  zij  
 van  hetzelfde  algemeen  ras  van  menfchen  zijn*  
 Muntte  taal  kwam  nog . nader aan  den  tongval  van  
 Otahiti  dan  die  van  Wateéoo  o f Mangeea.-  Zij  
 vroegen ,   gelijk  de  inwooneren  van  deeze  twee  
 eilanden,  van  waar  onze  fchepen  kwamen,  en  
 waar  zij  naar  toe  moeiten,  wie  onze bevelhebber  
 ware,  het  getal  van  de  manfchappen,  die ; aan  
 boord  waren,  en  zelfs  den  naam  van  het  fchip,  
 en  de  vraagen,  die wij  hün  deeden,  beantwoordden  
 zij  gereedlijk.  Zij  zeiden  ons  onder andere  
 dat zij  te  vooren  nog eens  twee  zulke groote  fchepen  
 als  de onze  gezien  hadden;  maar dat  zij niet  
 met  dezelve  gefprooken  hadden,  alzoo  zij  voorbij  
 gezeild  waren*  Daar  is  geen  twijfel  o f deeze  
 fchepen zijn  de Refolutie  en  de Avontuur  geweest*  
 Wij  verftonden  van  hun  dat  de  naam  van  hun  
 filand  Terouggemou  Atooct  is,  en  dat  zij  pnder-  
 dsanen  van  t s e r e v a t ö ö ê a ö ,  Koning  vans 
 m - 
 Wateedo  waren.  ( * )   Volgens  hun  bericht  be-  
 ftaan  hünne  levensmiddelen  in  kokos - nóoten  ,  
 Visch  ett  fchildpadderi,  naardien  het  eiland  geenë  
 jplataanen  ó f  btoodvrügt  voórtbrëngt  Óf van  varkens  
 en  Honden  ontbloot  is.  Hunne  kanos,  van  
 welke  ’er  omtrent  dertig  tè  gelijk  in  het  gezigc  
 Waren,  zijn  vrij  gróót  en Wel  gebouwd.  In  den  
 vorm  van  den  ipiegel  hebben  zij  enige  gelijkenis  
 haar  die  van Watee'oo,  en  dè Hoog fteekt omtrent  
 óp  dezelfde  wijze  voofuit;  maar  het  eind  is  naar  
 Hoven Ómgekruld,  in  plaats  van naaf beneden. 
 Alzoo  wij weinig  wind  hadden  was  het een  uur  
 Iroor  wij  aatt  het  Noord- Westlijk  gedeelte  van  
 Het  eiland  kwamen,  de  eèhigfte  plaats  daar  enige  
 waarfchijnlijkheid  was  dat  wij  ’er  anker-grond  
 voor  onze  fchepen  o f  éfcne  landing-plaats  Voor  
 Ónze  floepen  zouden vinden.  Daar  gekóomèn zijnd 
 e,  zond  ik  den luitenant  k iN ö   met  twee gewa-  
 jpendé  floepen,  om  de  kust  op  te  neemen  en  langs  
 dezelve  te  peilen,  terwijl  wij  niet  de  fchepen a f  
 ën  aan  Hielden.  Zoo  dra  dè  floepen  uitgezet wS-  
 réh,  (laakten  ónze  bezoekers  in  de  kanos,  dié 
 flèeds 
 f  * )   Dè  leëzer  zal  opmerken  dat  deeze  naam  wéinig  ge«  
 lijkt  naar  de  naamen  van  de  drie  bevelhebbers  van  Wa~  
 fee o o,  gelijk  die  dóór  den  Heer  andeelson  zijn  op g£   
 geeven.  ( *   j 
 C Veelligt  wat  ook  geen  Ha  ie   drie  bet  hoogfie  Opperhoofd* 
 g.  ïfiM T *» * 
 Ë   s