
 
		„   ontvangen  had,  toen  hij  aan  land  kwam.  
 y>  om a i   zeide  dat wij  kwalijk  gedaan  hadden  iets  
 ,,  opteraüpen  ,  want  dat  het  hier  de  gewoonte  
 „   niet  was  diergelijke  vrijheden  aan  vreemdelin-  
 „   gen  te  veroorlooven,  tot  zij  hen  enigermaate  
 ,,  in  het  land  genaturalifeerd  hadden  door  hen  
 „   twee  o f  drie  dagen met  feesten  te  onthaalen. 
 „   Vindende  dat  de  eenigite wijze van  eene beté-  
 re  behandeling  te  ontvangen  was  onbepaald  
 hunnen  wil  te  gehoorzaamen,  gongen  wij we-  
 j,  derom  naar  de  plaats,  die  wij  verlaaten  had-  
 >,  den,  en nu  beloofden  zij  ons  eene  kano  te  zul-  
 t>  len  geeven  om  ons  naar  onze  floepen  te bren-  
 „   gen,  als  wij  zouden  gegeeten  hebben  vaneen  
 ,,  maal,  dat  zij  voor  ons  toebereid  hadden.  De  
 „   tweede  Bevelhebber,  bij  wien  wij  in  den  voor-  
 „   middag  waren  ingeleid,  zettede  zig  dan  neder  
 „   op  eenen  laagen  breeden  ftoel  van  hard  zwart-  
 ,,  achtig  hout ,  vrij  wel  gepolijst,  en  liet  het  
 „   volk  eenen  vrij  grooten  cirkel  maaken,  terwijl  
 ons  bij  zig  deed  nederzitten.  Men  bragt  
 „   een  aanmerklijk  aantal  kokos-nooten,  en  kort  
 „   daarna  eene  lange  groene  korf  met  eene  ge-  
 „   noegzaame  menigte  gebakken  plataanen,  om  
 „   een  dozijn  perfoonen  te  dienen.  Toen  wierd  
 „   ieder  van  ons  een  Huk  van  de  b ig g e ,  die  
 ,.  klaar  gemaakt  was,  voorgezet,  van  welk men  
 „   ons  verzogt  te  eeten;  wij  hadden  egter  geene  
 j>  eetlust  van  de  vermoeidheid  van dien  dag,  en 
 „   fchoon 
 „   fchoon  wij  een  weinig  aten,  om  hun  genoegen  
 „   te  geeven,  was  zulks  egter  zonder  enige  vol-  
 ,,  doening  voor  ons  zelven. 
 „   De  zon  nu  ftaande  onder  te  gaan,  zeiden  wij  
 „   hun  dat  het  tijd  was  om  aan  boord  te  gaan.  
 „   Dit  ftonden  zij  toe  en zonden  het overfchot  van  
 „   de  fpijzen  ,  die  gereed  gemaakt  waren,  naar  
 „   het  ftrand,  opdat wij  die mede  naar boord  zou-  
 „   den  neemen  ;  maar,  voor  wij  vertrokken,  
 „   wierd  o m  a i   onthaald  op  een  drank,  waaraan  
 ,,  hij  in  zijn  eigen  land  gewoon was geweest,  en  
 „   die  hier  even  zoo  gemaakt  wierd  als  op  de an-  
 ,,  dere  eilanden  in  de  Z u id -Z e e ,  door  het  kaau-  
 „   wen  van  den  wortel van  eene  foort  van  peper-  
 ,,  plant.  Wij  vonden  eene  kano  gereed  om  ons  
 „   naar  onze  floepen  te  brengen,  dat  de  inboor-  
 ,,  lingen  op  dezelfde  voorzigtige wijze  deeden  als  
 „   toen  wij  landden;  maar  zelfs  hier  verliet  hen  
 ,,  hunne  diefachtige  aart  niet;  want  een  hunner  
 „   van  enigen  rang,  die  met  ons  mede  kwam,  
 „   nam  de gelegenheid  waar,  zoo  als  zij  de  kano  
 ,,  in  de branding  ftieten,  om  ’er  een’  zak  uit weg  
 „   te  fnappen,  dien  ik  den  geheelen  dag  met  de  
 „   groocfte  moeite  behouden  had,  alzoo  ’er  een  
 „   zak-piiloolcjen  in  was,  dat  ik  niet gaerne mis-  
 „   fen  wilde.  Ik  merkte  het  en  riep  hem  toe,  
 ,,  terwijl  ik  zoo  veel  ongenoegen  liet blijken  als  
 „   ik  konde,  waarop  hij  goed  vond  terug  te  kee-'  
 „   ren  en  met  den  zak  naar  de  kano  te  zwemmen,'  
 C   4  ,, maar