
 
		1 a8  [.Mey  1777.1  REIZE  naar  deï* 
 maar  de  eene  helft  van  hunnen  kring  had het aan-’  
 gezicht  naar vooren  gekeerd  zoo  als  zij  voortgon-»  
 gen,  en  de  andere  helft  in  eene  ftrijdige  rigtingi  
 Somtijds zongen  zij  langzaam met  het  ehoor  me*  
 d e ,  en  terwijl  zij  daar  mede  bezig waren,  maakten  
 zij  ook  verfcheiden  zeer  fraaie  béwèegingen  
 met de handen,maar  anders  dan  die  ddor  de  vrouwen  
 gemaakt  waren,  terwijl  zij  hunne  lighaamen  
 beurtlings over  elke zijde  deeden hellen,  door het  
 opligten van een been, dat uitgeftrekt wierd,  en het  
 rusten  op  het ander*  onderwijl  de  arm  vandezelf*  
 •de  zijde ook  volkoomen  naar  de  hoogte  was  uk*  
 ■ geftrekt.  Op  andere  tijden  zegden  zij  fpreuken  
 op  op  eenen  zingenden  toon *  die  door  het  ehoor  
 beantwoord wierden *  en  bij  tusfchenpoozen  verhielden  
 zij  de  maat  van  hunnen  dans,  door  het  
 ■ klappen  in  de  handen,  en  door  de  beweegingen  
 -met  de  voeten  te  verfnellen *  die  egter  nooit  ver-  
 fcheïdenerlei  gemaakt  wierden.  Eindelijk  vermeerderde  
 de  rasheid  van  de  muzijk  en  hét  dans-  
 fen  zoo  fterk,  dat  het  naauwlijks mogelijk was de  
 .vèrfchillende  beweegingen  te  onderfc heiden,  
 fchoon men  zoude  onderfteld  hebben  dat  de  dan-  
 iers nu bijna moede moeften wezen,  alzoo  zij  omtrent  
 een  half uur  bezig geweest waren. 
 Na  eene  aanmerklijke  tusfchenpoozing  begon  
 een  ander  bedrijf,  gelijk  men  het  noemen  kan.  
 •Daar  naderden  nu  twaalf mannen,  die  wij  in  dub-  
 ,bele  reien  over  elkanderen  plaatften,  doch  op 
 itëgensoveigefteldé  zijden  vart  den  kring*  en  aan  
 de  é'ene  zijdé  wierd  een  man  geplaatsc,  die,  als  
 'een  inblaazer,  verfcheideh  fpreuken  herhaalde  ,  
 Waarop  dë  twaalf  nieUWe  danfers  en  het  choof  
 antwoordden.  Toeh  zongen  zij  langzaam,  en  
 daarna  danfteh  en  zöngen  zij  fneller  omtrent  een  
 vierde  uürs,  op  dezelfde  wijze  als  de  danfers*  
 die  hén  voorgegaan  waren. 
 Zoo  dra  deeze geëindigd hadden, vertoonden zig  
 negen  vrouwen  en  gongen  ftederzitten  regt  over  
 de  hut,  waarin  het  opperhoofd  was.  Toen  ftond  
 ’er een man  op,  die  de  eerfte  van  deeze  vroüwen  
 met  beiden  vuiften  bij  malkanderën  op  den  rug  
 floegi  Hetzelfde  deed  hij  aan  de  tweede  en  derde; 
   maar  tóen  hij  aah  de  vierde  kwam,  floeg  hij  
 haar,  o f  het  bij  geval  o f met  opzet  gefchieddo  
 kan  ik  niet  zeggen,  in  plaats  van  op  den  rug*  
 op  de borst.  Hierop  ftond  ’er  onmiddelijk  iemand  
 Uit  de  menigte  o p ,  die  hétti  döor  een’  flag Op  het  
 hoofd  op  den  grond  -ftneet,  en  hij  wierd  zonder  
 het  minfte  gerugf  o f  de  minfte  wanorde  wegge-  
 draagen.  Maar  dit  beveiligde  de  andere  vijf vrouwen  
 niet voör  diergelijk  eene  wonderlijke  tucht,  
 ó f  misfchien  noodzaaklijke  plechtigheid  ;  want  
 hij  wierd  door  iemand  opgevolgd  ,  die  haar  op  
 dezelfde  wijze  behandelde.  Haare  fchandé  bleef  
 hier  niet  b i j ;  want  toen  zij  danften,  hadden  zij  
 den  fpijt van  te  bevindend at men  tWeem aaien  haa-  
 fe  uitvoering  af keurde*  en  zij  waren genoodzaakt 
 JXi  D e e l «  I  we»5