
 
		zeide  mij  wel  dat ,  wanneer  ’er  een  land - eigenaar  
 fterft,  alles  wat  hij  nalaat,  aan  den  Ko-  
 ning  vervalt,  maar  dat  het  de  gewoonte  is  het  
 aan  den  oudften  zoon  van  den  overledenen  terug  
 te  geeven  ,  onder  beding  van  uit  hetzelve  de  
 andere  kinderen  te verzorgen.  Het  is  hier  de  gewoonte  
 niet,  gelijk  op  Otahiti,  dat  de  zoon,  
 zoo  dra hij  geboren  is,  de  hulde  en  den  tijtel  van  
 den  vader  naar  zig neemt;  maar bij  deszelfs overlijden  
 volgt  hij  hem  in  denzelven  op,  zoo  dat  hun  
 regeeringvorm niet  alleen  monarchaal,  maar  ook  
 erflijk  is. 
 De  orde  van  opvolging  tot  de  kroon  is  zedert  
 lang  niet afgebrooken  geweest,  want  wij  weeten  
 uit  eene  bijzondere  omftandigheid  dat  de  Futta-  
 faihes  (de naam  van f o u l aho   is maar  een  bijnaam  
 om  den  Koning  van  de  andere  van  het  ge-  
 flacht  te  onderfeheiden)   ten minften  honderd  vijf  
 en dertig  jaaren  in  eene  regte  lijn  geregeerd  hebben. 
   Toen  ik  onderzoek deed  o f ’er  enig  naricht  
 onder  hen  ware  bewaard  gebleven  van  de  aankomst  
 van  t asmans   fchepen  ,  bevonden  wij  
 dat  dit  voorval  hun  door  hunne  voorvaderen  was  
 overgeleverd met  eene  naauwkeurigheid,  die  bewijst  
 dat  men  fomtijds op  mondlinge  overleveringen  
 Haat  kan  maaken  ;  want  zij  befchreven  de  
 twee  fchepen  als  naar  de  onze  gelijkende,  noemden  
 de. plaatfen,  daar  zij  geankerd  geweest  waren, 
   zeiden dat  zij  aldaar maar weinige  dagen  vertDefd  
 hadden ,  en  dat  zij  van  daar naar Annamoo-  
 ka  verzeild  waren,  en,  om  ons  te  beduiden  hoe  
 lang  dit  geleden  was,  noemden  zij  ons  den  naam  
 Van  den  fütt aFa ihe,  die  toen  Koning  was,  
 en  van  degeene,  die  hem  opgevolgd  waren,  toe  
 poulaHó  toe,  die  de  vijfde  zedert  dien  tijd  is ,  
 zijnde  de  eerfte  een  oud  man,  toen  de  fchepen  
 aldaar  kwamen.. 
 Uit  hetgeen  van  den  tegeriswoordigen  Koning  
 gezegd  is,  zou  het  natuurlijk  zijn  te  onderftellen  
 dat  hij  den  hoogften  rang  van  alle op  de  eilanden  
 bekleedt;  doch,  tot  onze  groote  verwondering,  
 vonden  wij  dit  anders  ;  want  l a t o o l i b o o -  
 Loo,  de  man,  die  mij  als  de  Koning  wierd  aangewezen, 
   toen  ik  voor  de  eerfte  reis  Tongata-  
 boo  aandeed,  en  drie  vrouwen  zijn,  in  enige  op»  
 zigten,  boven  p o u l a h o   zelven.  Toen  wij  
 vroegen  wie  die  buitengemeene  perfoonaadjen  
 waren, die zij  met den naam  enden  tijtel van Tam~  
 maha  ( * )   onderfeheiden,  zeide  men  ons  dat de  
 voorige  Koning,  po u l aho s   vader,  eene  zuster  
 van  gelijken  rang  met  hem  en  ouder  dan  hij  had,  
 dat  zij  bij  eenen  man,  die  van  het  eiland  Feejes 
 (ge- 
 ( * )   Den  leezer  behoeft  niet  herinnerd  te  worden  dat  
 Tamolaa,  dat  in  den  tongval  van Hamao,  een  Opperhoofd  
 betekent,  en  Tammaha  hetzelfde  woord  wordt,  door  de  
 verandering  van  eene  enkele  letter,  welker  uitfpraak  niet