èij hier zeldzaath waferi '5 blaaüwe én Witte reigers
, keerkring - vogelen , gemeenë fternen ( * jt
witte zee-zwaluwen, ëëne nieuwe fo o rt, loodkleurig
met eene zwarte kuif, een kleinë blaatiw-
achtige Wulp $ eti een groote plevier , mét geel
gevlakt.
Behalven de gröote vledefmuizeh, Van welke
ik hier voor gefpróoken heb , vindt men ’er oök
de gemeene foort. (f_)
De eenigfte fchadelijke o f afzigtlijke kruipende
dieren o f infekten zijn zee - Hangen, drie voeten
tang, met wittë en Zwafte kringen getekèhdj dié
men dikwijls op het land vindt; enige fcorpioenen
en duizendbeenën. Daar zijn ook fraaije groene
leguaanen, anderhalveU voet lang, eenê andere
bruin gevlakte hagedis, Omtrent een voet lang4
en twee andere kleine foorten. Onder de infekten
zijn fommige fraaie nacht-vlinders , kapellen
, zeer groote Ipinnen en andere , in het geheel
omtrent vijftig verfchillende foorten.
De zee heeft overvloed van visch , fchöon ’er
minder verfeheidenheid is dan men zoude verwag-
ten. De gemeenfie foorten zijn harder^ , ver-
fcheiden foorten van papegaai - visfchen, Zilver-
Visfchen, oude wijven, enige fraai gevlekte tongen,
lederen Wambuizen, bonieten, èh albicöres,
( * ) Ster na ftotidu*
C f ) Dit is vermoedlijk niet rif tig. e. r o t t i e r
res, behalven de aaien , vah welke bij hét Eiland
PalMrfion gefprooken is , enige haaien , roggen
, naald visfchen, eene foort van fnoeken en
enige merkwaerdige zee-duivels.
De menigvuldige rifs en banken aan de Noordzijde
van het eiland geeven fchuilplaats aan eené
eindelooze verfeheidenheid van fchulp-visfchen,
onder welke veele zijn, die in Europa voor kostbaar
gehouden worden, zoo als de echte hamer,
Van welken wij evenwel geen eenen ongefchonden
bekoomen konden, een groote getande oester en
Verfcheiden andere foorten , maar geéne van de
gemeene oesters, dadels, tooten,eené zeer groote
hart - doublet, die men ook in de Oost-Indieëri
vindt, paerlemoet-fchulpen , en veele andere,
van welke verfcheiden, geloof ik , den naarftig-
ften ondefzoekeren van dien tak van natuurlijke
hiftorle nog onbekend zijn gebleven* Daar zijn
Ook veele foorten van zee- appelen en veele zeer
fraaie zee - harren, behalven eene zeer groote
verfeheidenheid van koraalen, onder Welke twee
roode foorten zijn, de eene zeer lieflijk getakt,
de andere pijpaehtig. Daar is geene mindere
Verfeheidenheid onder de krabben en kreeften,
die zeer talrijk zijn , hij Welke nog kunnen gevoegd
worden verfcheiden foorten van fpongieën ,
de zee-haas, zee - blaazen ( holothuria ) en dief-
N E -