Tongataboo. Geen Europeaan heeft, voor zoo
yeei wij weeten, nog een van dezelve gezien*
-t a sMa N plaatst wel op zijne kaait een eiland
•omtrent op de plaats daar ik gis dat Vavaoo ligt,
«dat is omtrent op de Breedte van een en negentig
graaden. ( * ) Maar dan is,dat eiland aldaar als zeef
klein getekend, terwijl Vavaoo , volgens het algemeen
getuigenis van alle onze vrienden op Ton*
gataboo, grooter is dan hun eigen eiland en hoo-
“ge bergen heeft.; Ik zou het voorzeeker bezogc
-en F e e n ou van Hapaee verzeld hebben, zoo
hij mij zulks niet ontraaden hadde met te zeggen
dat het zeer klein en zondér enige haven was.
Maar Koning p o u l ah o verzeekerde mij nadef-
band dzt het een groot eiland was, en dat het-niet
alleen alles voortbragt wat Tongataboo opleverd
e , maar ook het bijzonder voordeel had van ver-
fcheiden ftroomen zoet water te bezitten en eene
zoo goede haven als wij aan zijn hoofd-eiland gevonden
hadden. Hij bood mij aan mij te verzeilen,
zoo ik het wilde bezoeken , terwijl hij er
bij-
( * ) N o ch d a l r y m p l é , noch c a m p b e l l maaken ,
i o hunne be fch rijving en van t a s m a n s R e i z e » .’ er. enig
.b ijzond e r g ew a g van dat hij zulk een eiland g e z ien h e e ft ’
JDe K a a r t , waarvan c o o k hier fp r e e k t , is wa*rfphijnlij,
.d ie van den Heer d a u y m p U in z ijn e V erzame ling j a n
.R e i z e n , daar t a s m a n s koers, n aauwk eurig is aangeltipt
en daar ver fcheiden k leine ftukjens land o p de b o v en g e noemde
plaatfen getekend liaan.
bijvóegde ddt, zoo ik niet alles overeenkomftig
zijn zeggen vond, ik hem dooden konde. Ik twijfelde
niet het minde aan zijn berichtten was overtuigd
dat F e e n o ü , Uit het een o f ander eigen-
baatig inzigt, mij had willen bedriegen.
Hamoa, dat ook onder de beheeriching van
Tongataboo ftaat, ligt twee dagen zeilens N. W.
van Vavaoo. Hét was mij bèfehreven als het
grootst van alle hunne eilanden , als havenen en
goed water hebbende, en als alle ververfchingen,
die op de eilanden ; welke wij bezogt hadden ,
gevonden kierden, in overvloed opleverende, p o u-
L a h O zelf houdt ’er dikwijls zijn verblijf. Het
Ichijnt dat het volk van dit eiland op Tongataboo
in groote achting is; want men zeide ons dat enige
van de zangen en danfen, waarop men ons
onthaald had, navolgingen van de hunne waren,
en wij zagen enige huizen , die men zeide dat
op hunne manier gebouwd waren. De Heer a n -
D erson, die altoos onderzoek naar zulke dingen
deed, leerde de drie volgende woorden van
den tongval van Hamoa.
Tamolao, een voornaam man.
Tamaety, eenë vöornaame vrouw,
j Solley een gemeen man.
Fes-
In tw e e ó f drie Voorgaande aantekeningen zijn uit-
trek ze ls g eg e e ven u it de Lettres édifiantes & curieufest
Waarin de fterke g e lijk en is g e to o n d w o rd t tusfehen en ige
V s ge*