>pa [Juny 1777‘~] R E I Z E n a a r d en
ke eerst de voorfte was, de agterfte wierd, en
de beweeging bleef op dezelfde wijze aanhou*
den, tot de laatfte rei wederom op haare eerfte
plaats was gekoomen. Toen begonnen zij eenen
veel fneller dans, (fchoon hij in het eerst langzaam
gong) en zongen omtrent tien minuuten
lang, wanneer de geheele bende zig in twee dee-
len verdeelde, een weinigagter uit gong, en toen
naderde, eene foort van kringvormige figuur
vormende, waarmede de dans eindigde; de trom*
mels wierden weggebragt en het choor vertrok
van het veld.
Bij den tweeden dans waren flechts twee tromme*
len en een choor van veertig mannen. De dan*
fers, of liever de fpeelers, beftonden uit twee
reien, waarvan de voorfte van zeventien, en de
agterfte van vijftien perfoonen waren, f e e n o ü
was aan hun hoofd, o f in het midden van de
voorfte rei, dat in deeze gevallen de voornaamfte
plaats is. Zij danflen en zegden fpreuken o p ,
met enige zeer korte tusfchenpoozen, omtrent
een half uur lang, dan ras, dan langzaamer, maar
met zulk eene naauwkeurigheid, als o f alle de
beweegingen door eenen enkelen man gefehiedde,
hetgeen hen zeer deed prijzen. Omtrent het eind
van den dans fcheidde de agterfte rei van een,
kwam rond, en nam de plaats van de voorfte in,,
die haare voorige ftandplaats weder innam, gelijk
in den eerften dans, en toen zij geëindigd hadden,
tieh, vertrokken de trómrtieien en het choor, gelijk
te voofen gefcbied was.
Nu wierden ’er drie trommelen £ die zóó zwaar
waren; dat ’er ten minften twee, en fomtijds
drie mannen vereischt wierden om dezelve te
draagen ) gebragt, en daar gongën zeventig man*
hen als choor - zangers voor den derden dans ne-
derzitteh. Deeze beftónd uit twee reien, elke
Van zestien perfoonen; met den jongen töoboü
aan hun hoofd; die rijk verfierd was met eene
föort van kleeding, met roode vederen bedekr.
Zij danften; zongen, en draaiden de pagge als
te vooren; maar, over het algemeen, veel fnelle
r , en zij deeden hunne zaaken zöö wel, dat zij
door dé toekijkers aanhoudend toegejuicht wierden.
Eene beweeging, die eene bijzóndere goedkeuring
ontvöng; was die; waarin zij het aange*
zigt ter zijde Mélden, als o f Zij befchaamd waren *
en de pagge ’er voor. De agterfte fei floot zig
voor de vöorfte; en deeze hernam haare plaats wéder;
als in de twee vöorige danfen; maar toen
begöhhen zij weder; maakten eene drie dubbele
rei, fcheidden van eën; weeken naar elk eind
van het vak, en lieten het grootst gedeelte van den
grond ledig. Op dat tijdftip kwamen ’er twee
mannen zeer haaftig in en deeden oefeningen met
de knodfen; die zij in het gevegt gebruiken*
Eerst draaiden zij die in hunne handen en floegert
Voor zig met gtooce kracht en vaerdigheid in de
IX. DeéL &