
 
		m   [Mey  1777,3  REIZE  naar  den 
 varkens,  eene  aanmerklijke  hoeveelheid  doek,  
 en  enige  yams, 
 f e e n o ü   had  een  verlangen  geuit  om  onze  
 zee • foldaaten  hunne  krijgs - oefeningen  te  zien  
 verrigten.  Alzoo  ik  zijne nieuwsgierigheid  gaer-  
 ne  voldoen  wilde,  liet  ik  hen  in den  morgen  van  
 den  twintigften  van  beiden  de  fchepen alle aan wal  
 koamen.  Na  dat  zij  verfcheiden  wendingen  gedaan  
 en  verfcheiden  maaien  gevuurd hadden,  dat  
 de  talrijke  menigte  van  aanfchouwers  wel  fcheen  
 aan  te  Haan,  vermaakte  het  Opperhoofd  ons,  op  
 zijne  beurt,  met  eene  vertooning,  die,  gelijk wij  
 alle  moeften  bekennen,  met  eene  behendigheid  
 en  naauwkeurigheid  verrigt  wierd,  die het daalt-  
 jen  ,  dat  wij  hun  van  onze  krijgs-oefeningen  ge-  
 geeven  hadden,  verre  te  boven  gong.  Het  was;  
 eene  foort van  dans,  zoo  geheel  verfchillende  van  
 alles  wat  ik  ooit  gezien  had,  dat  ik  vrees *er  gee-  
 ne  befchrijving  van  te  zullen  kunnen  geeven,  die  
 *er  mijnen  leezeren  een  tamelijk  juist  denkbeeld  
 van  zal  mededeelen.  Hij  wierd  uitgevoerd  door  
 mannen,  en  daar  waren  honderd  vijf  perfoo-  
 nen  in  betrokken.  Elk  hunner  had een werktuig  
 in  zijne  hand,  net  gemaakt,  van  gedaante  omtrent  
 als  eene  roeifpaan,  van  twee  en  eene halvè  voeten  
 lengte,  met  een  klein  handvat  en  een  dun  
 blad,  zoo  dat  zij  zeer  ligt waren.  Deeze  werktuigen  
 flingerden  zij  op  veele  verfcheiden  wijzen  
 terwijl zij  tegelijk hunnen  lighaamen eene verfchillen