behoorende, dood gebeten. Deeze twee ongelukken
maakten het mij onmogelijk alhier een
paar te laaten, en tegelijk het ras op Otahiti over-
tebrengen , voor welk eiland zij oorfpronglijk
beftemd waren. Het fpeet mij naderhand dat ik.
Tongataboo den voorrang niet gegeeven hadde,
alzoo hetgefchenk aldaar van grooter waerde zoude
geweest zijn dan op O ta h iti, want de in -
boorlingen van het eerfte eiland zouden, ben ik
verzeekerd, meer moeite gedaan hebben om het
broed te vermenigvuldigen.
Den volgenden dag ligteden wij het anker en
verlegden de fchepen agter Pangimodoo , opdat
wij gereed mogten zijn om van den eerden gunfti-
gen wind gebruik te maaken om de engten door
te koomen. De Koning, die vandaag bij ons
aan tafel fpijsde, vestigde , naar ik zag , zijne
aandacht bijzonder op de fchotels , hetgeen mij
gelegenheid gaf hem eenen aantebieden, hem de
keuze laatende van eenen van tin o f eenen van aardewerk.
Hij koos den eerden, en toen begon hij
ons te vertellen waartoe hij denzelven al gebruiken
wilde. Twee van die gebruiken waren
zoo zonderling, dat ik niet kan nalaaten die opte-
geeven. Hij zeide dat, zoo dikwijls als hij een
van de andere eilanden zoude gaan bezoeken,
hij deezen fchotel op Tongataboo agter zoude
laaten, als eene foort van vertegenwoordiger
in zijne afwezigheid, opdat het volk denzelven
de
de eigen hulde zoude dóen, die het hém in
perfoon bewijst. Men vroeg hem wat daar toe
gewoonlijk was gebruikt geweest voor hij deezen
fchotel gekregen had, en wij hadden het genoegen
van uit hem te verneemen dat deeze zonderlinge
eer tot hiertoe genoten was door eene houten
bak* waarin hij zijne handen waschte» Het
ander buitengewoon gebruik , waartoe hij dien
meende aantewenden, in plaats van zijnen houten
bak, was om eenen dief te ontdekken» Hij zeide
dat, als ’er iets gelïoolen was en de dief niet uitgevonden
kon worden, het geheel volk voor hem
bijeen vergaderd wierd * Wanneer hij zijne handen
in den bak met water waschte, Waarna hij wierd
afgedroogd, en dan naderde de geheele menigte,
de een na den anderen, ên raakte denzelven aan
op dezelfde wijze als zij zijnen voet aanraaken,
als zij hém hulde doen. Als de fchuldige hem aanraakte,
viel hij terftond op de plaats dood neder,
niet door geweld, maar door de hand der Voorzienigheid
, en zoo iemand weigerde denzelven
aanteraaken, was het een klaar bewijs dat hij de
dief was.
In den morgen Van den vijfden, den dag van
de eclips, was het weder donker en betrokken,
met regen-buien, zoo dat wij weinig hoop hadden
de waarneeming te zullen kunnen doen. Omtrent
negen uuren brak de zon bij tusfehenppozen
door voor omtrent een half uur, waarna zij we-
IX. D e e l * deï