
 
		,,  vrugt-boomen  en  nuttige  planten,  die  ons  niet  
 „   onder  het  oog  kwamen ;  want,  behalven  ver-  
 „   fcheiden  foorten  van  plataanen,  bragten  zij  op  
 ,,  onderfcheiden  tijden  ,  wortelen  ,  die  zij  tctro  
 „   noemden  (zijnde  Arum  -  Wortelen  j)  eene  
 ,,  brood-vrugt,  en  eene  korf  gebraaden  nobten  
 „   van  gedaante  als  nieren,  fmaakende  als kaflan-  
 „   jen,  maar  grover.  ( * ) 
 3 ,  Hoedanig  de  grond  van  het  eiland  verder  
 5,  landwaarts  in  zij  kunnen  wij  niet zeggen;  maar  
 „   naar  den  zee-kant  beHaat  hij  alleen  uit  eene  
 ,«  bank  van  koraal,  tien  o f  twaalf  voeten  boog,  
 „   Heil  en  ongelijk,  behalven  daar  kleine  zandige  
 9,  llranden  zijn,  aan  enige  kliften,  die  fchuinsch  
 „   oploopen.  Het  koraal  heeft,  fchoon  het  
 „   waarfchijnlijk  veele  eeuwen  aan  het  weder  is  
 „   blootgefleld  geweest  ,  egter  geene  verdere  
 „   verandering  ondergaan  dan  dat  het  op  de  op-  
 „   pervlakte  zwart geworden  is,  die,  wegens  haa-  
 „   re  ongelijkheid,  niet  kwalijk  naar groote  klom«  
 „   pen van  eene  verbrande  zelfflandigheid  gelijkt;  
 »  doch  enige  Hukken  afbreekende,  vonden  wij  
 „   dat het  op  de  diepte  van  twee  o f  drie  duimen 
 ,,  zoo 
 ( * )   Deeze  nooten  zijn  waarchijnlijk  dezelfde,  welke  
 op  de Sociëteit - Eilanden  eratta  genaamd  worden:  wij  gaven  
 den  boom,  welke  dezelve  draagt,  den  kruidkundigen  
 naain  van  Inocarpus  edulis.  Zie  mijne  Comment.  de  Plant,  
 efculent.  Oc.  Auftr.  Eerolin.  178Ö,  8vo.  g,  f o rs t er . 
 „   zoo  versch  was  als de Hukken,  die even  te  voo-  
 „   ren  door  de  baaren  op  flrand  waren  geworpen.  
 ,,  Het  rif o f de  klip, die  de  kust  geheel  bezoomt,  
 „   fleekt  met  verfchillende  breedten  in  zee  u it, 
 daar  het  in  eens  eindigt  en  als  een  hooge  fleile  
 „   muur wordt.  Het  is  omtrent  gelijk met de  op»  
 „   pervlakte  van  het  water,  en  van  eene  bruine  
 ,,  o f gebakken  fleenkleur,  maar  het  is  wat poreus  
 „   van  zelfflandigheid,  egter  vast  genoeg  om  het  
 „   Haan  van  de  golven,  die  het  aanhoudend  be-  
 „   fpoelen,  te  kunnen wederflaan!  ” 
 Schoon  het  landen  van  mijn  volk mijn  dagverhaal  
 met  de  bovenflaande  bijzonderheden verrijkte  
 ,  was het  voornaamst doel,  dat  ik mij  had  voor-  
 gefleld  ,  egter  niet  bereikt,  want  de  dag  was  
 doorgebragt  zonder  iets  noemenswaerdigs van  het  
 eiland  bekoomen  te hebben.  De  inboorlingen egter  
 genooten  een  gezigt dat zij  nimmer  gehad hadden  
 en  waarfchijnlijk  ook  nimmer  meer  krijgen  
 zullen.  Nieuwsgierigheid  alleen  fchijnt hen  aangezet  
 te  hebben  om  onze  heeren  onder  zulk een  
 bedwang  te  houden,  en allerhanden kunstgrepen te  
 gebruiken  om  hun  verblijf  onder  hen  te  verlengen. 
 Ik  heb  reeds  gezegd  dat  o m  a i   mede gezonden  
 was,  en  misfchien  was  het  dienen  van  den Heer  
 gore  voor  tolk  niet  deeenigfle  dienst,  walken  hij  
 dien  dag  bewees.  De  inboorlingen  deeden  hem  
 eene menigte  vraagen  omtrent  onze  fchepen  ons  
 i J P K   .  ......  T   S  "  *?!  ™   ‘  •  land,