
 
		&a 6 
 had,  wie  denzelven  hebben  moest?  Een  andef  
 noemde  dan  den  perfoon,  en  deezen  wierd  hij  
 gebragt.  Toen  de  bak  wat  ledig  begon  te worden, 
   fcheen  de  man,  die  den  drank  uitdeelde,  
 wat  verlegen,  aan  wien  de  bekers  van  denzelven  
 zonden  gezonden  worden  en  raadpleegde  dikwijls  
 daar  over  degeene  ,  die  naast  hem  zaten«.  
 Deeze  wijze  van  uitdeden  bleef  aanhouden  zoo  
 lang  ’er  nog  enig  vogt  In  wa s ,  en  fchoon  niet  
 half  het gezelfchap  eene portie  kreeg,  fcheen  eg-  
 ter  geen  hunner onvergenoegd*  Daar waren  omtrent  
 een  half dozijn  bekers,  die  voor allen  dienden  
 ,  en  elke  beker,  die  geleegd  was,  wierd op  
 den  grond  gefmeten,  en  door  de  bedienden  opgeraapt, 
   om  wederom  gevuld  te  worden.  Ge-  
 duurende  dien  gantfchen  tijd  zat het Opperhoofd  
 met  zijn  gezelfchap,  gelijk  gemeenlijk  het  geval  
 was,  mét  veel  deftigheid,  naauwlijks  een woord  
 tot malkan deren  fpreekende. 
 Wij  hadden  lang  gewagt denkende  allen  oogen-  
 blik  dat  de  rouw - plegtigheid  eenen aanvang zoude  
 neemen,  wanneer,  kort  na  dat  de  kava urtge-  
 dronken  was,  tot  onze  groote  verwondering  en  
 te  leur  Helling,  alle  opfl'onden  en  uit malkande-  
 ren  gongen,  en  poul aho  zeide  ons  dat  hij  nti  
 gereed  was  om  ons  naar  de  fehepen  te  volgen.  
 Zoo  dit  eene  rouw - plechtigheid  ware ,  was  het  
 eene  vreemde  rouw - plechtigheid.  Misfchien was  
 het  de  tweede,  derde  o f  vierde  rouw,  o f  misfchieiü 
 fehïen  had  oMai ;  dat  niet  zeer  ongewoon was,  
 kwalijk  Verflaan  wat  poulaHo  hem  gezegd  
 had;  want,  behalven  het  veranderen  van  kleding  
 en het leggen  van  groene  takken  om hunne  halzen,  
 fcheen  ’er  bij  deeze  Zaamehkomst  niets  gefchied  
 te  zijn  dan  hetgeen  wij  hen  dagelijks  maar  al  te  
 dikwijls  zagen  verrigten. 
 Wij  hadden  (dus  luidt  het  bericht  van  den  
 Heer  A n d e r s  o n }   de  kava  fomtijds  op  de andere  
 eilanden  zien  drinken,  doch  nergens  zoo  
 dikwijls  als  hier,  daar  het  de  eenigHe  bezigheid  
 Van  het  voornaamfle  volk  in  den  voormiddag  is.  
 De  kava  is  eene  foort  van  peper,  die  zij  tot  dat  
 einde  kweeken,  en  die  zij  van  zeer  veel  waerde  
 achten,  veel  zorg  draagende  de jonge  planten  te-  
 gens  het  weder  te  befchutten,  en  gemeenlijk  
 wordt  zij  bij  hunne  huizen  geplant.  Zij  groeit  
 Zelden  hooger  dan  eens  mans  lengte,  fchoon  ik  
 enige  planten  gezien  heb,  die  bijna  tweemaalen  
 zoo  lang waren.  Zij  geeft  veele  takken  u it,  mee  
 groote  hartvormige  bladeren,  en  fteelen met geledingen; 
   De  wortel  is  het  eenigst  gedeelte  dat  
 op  de  Vrienden-Eilanden  gebruikt wordt;  wanneer  
 hij  opgegraaven  is,  wordt  hij  aan  de  bedienden  
 gegeeven,  die  denzelven  in  Hukken  breeken  
 en  het  vuil  ’er  met  ‘eene  fchulp  o f een Huk  hout  
 affchrappen,  en  dan  begint  elk  zijne  portie  te  
 kaauwen,  die  hij  in  een  Huk  van  een  plantaanen-  
 blad  fpuuwt.  Hij,  die  den  drank  bereiden moet, 
 P  2  ver