
 
		markt-plaats  af te  koomen,  zonder  enigen  agter-  
 doge  te  voeden,  dat  vreemdelingen,  die  herom  
 zworven,  iets,  dat  hun  toebehoorde,  zouden  weg-  
 neemen  o f vernielen.  Doch  fchoon  men  uit  deeze  
 omftandigheid  konde  opmaaken  dat  het  grootHe  
 gedeelte  der  inboorlingen  fpmtijds op  flrand  vergaderd  
 ware,  was  het  egter  onmogelijk  enige  
 naauwkeurige  berekening van  hun  getal  te maaken  
 alzoo  de  geduurige  toevloed  van  bezoekers'van  
 andere  eilanden,  die  zig  onder  hen  vermengden,  
 ons  gemaklijk  daarin  zoude  hebben  kunnen  misleiden. 
   Alzoo  ’er  egter,  naar  het  ons  voorkwam,  
 nooit meer dan -duizend  zielen tegelijk  bij  elkande-  
 ren  verzameld  waren,  zal  het  misfehien  genoeg  
 2ijn  het  geheel  eiland  op  het dubbel  van  dat  getal  
 te  rekenen.  Deplaatfen,  daar  die menigte dagelijks  
 bijeen  kwam,  en  de  baai,  waarin  onze  floepen  
 laadden,  zijn  door  den  Heer  w e r b k r   
 naauwkeurig  afgeteekend. 
 Ten  N,  en  N.  O.  van  Annaytooka  en  in  de  
 rdgtflreekfe  koers  naar  Hapaee,  werwaarts  wij  
 nu  Huurden,  is  de  zee  met  een  groot  aantal  
 kleine  eilandjens  als  bezaaid.  Ik  kon  niet  ver-  
 zeekerd  zijn  dat  ’er  tusfehen  de  banken  en  klippen, 
   die  bij  deeze  groep  liggen,  een  vrije  o f  
 Veilige  doortogt  ware  voor  zulke  groote  fcke-  
 pen  als  de  onze  ,  fchoon  de  inboorlingen  met  
 hunne  kanos  tusfehen  dezelve  doorzeilden.  Om  
 deeze  reden  vond  ik  het,  toen  wij  van  Annammpjooka  
 het  anker  ligteden,  nodig  ten  Westen  van  
 de  bovengenoemde  eilanden  te  ftevenen,  en Huurde  
 N.  M.  W.  naar  Kao  (   en  Tofooa,  de  twee  
 westlijkHe  eilanden  in  het  gezigt  en  aanmerk-  
 lijk  wegens  hunne  groote  hoogte,  f e e  no u  en  
 zijn  gevolg  bleeven  aan  boord  van  d$  Refolutté  
 tot  omtrent  den middag,  wanneer  hij  in  de groote  
 zeilende  kano  gong,  die  hem van Tongataboo gefragt  
 had,  en  de  groep  eilanden  inzeilde,  van 
 wel- 
 ( * )   Als  een  bewijs  van  de  groote moeijelijkheid  om  de  
 waare  naamen  van  de  Zuid-Zee-Eilanden  ,  naauwkeurig  te  
 iveeten,  als  men  die  vap  de  inboorlingen  verneemt,  moét  
 ik  aanmerken  dat  het  eiland,  hetwelkKapiten  c o o k   Aghaa  
 noemt,  door  den Heer  a n d e r s q n   Kao  genoemd  wordt,  
 en  dat  het  op  de  kaart  van  t a s m a n ,  gelijk  ik  het  in  de  
 verzameling  van  den  Heer  d a l r y m p l e   vind,  de  naam  
 gegeeven  wordt  van Kaybay.  ( * )   t a s  m a n s   en  c o o k s   
 Arnattafoa  is  bij  a n d e r s  on  Tofoa.  Kapitein  cqoks   
 fCowanga  is  t a s m a n s  Anmngo.  Daar  is  naauwlijks  een  
 voorbeeld,  waarin  zulke  verfchillen  niet  kunnen  opgemerkt  
 worden.  Naardien  de  groote  oplettendheid  van  den  Heer  
 An d e r s o n   op  zaaken  van  deezen  aart,  gelijk  wij  van  
 den  Heer  k i n g   verneemen,  elk  eenen  aan  boord  wel bekend  
 was,   en  altijd  door  Kapitein  cook  zelven  erkend  
 is ,  is  zijne  wijze  van  fchrijven  op  de  kaart  van  de  Frien-  
 den-Eilanden  aapgenoomen  geworden,  hetwelk  ook  do  
 noodzaaklijkheid  heeft  mede  gebragt  om  die  in  het dagverhaal  
 insgelijks  aanteneemen. 
 (*)  -Alg.  Hiß.  der  Reisen  XVIII Heel: Kaart  van  Annamoeke,  
 pf Retterdam.  Migfcliien  Kao-baai. 
 VERTAAEER,