rowa Z. ten O. zeven Engelfche mijlen van ons.
Onze Lengte wierd naauwkeurig afgeleid uit
waarneemingen, met den tijd-wijzer gedaan,
voor en na den middag, vergeleken met de lengte,
afgeleid uit eene groote menigte afftanden
van de maan van de zon en Harren, insgelijks
deezen dag vvaargenoomen.
In den agtermiddag, het weder kalm zijnde,
met Iigte zugtjens uit het Westen, Huurden wij
N. N. W. doch bij zonne-ondergang, omtrent
het midden van het kanaal, eene bank ziende,
die tot eenen aanmerklijken affiand van de Westpunt
van Mowee fcheen uittefleeken, en het weder
ongefladig zijnde, wendden wij en Huurden
naar het zuiden.
De Zuid-West zijde van dit eiland, dat wij
nu voorbij gevaaren waren, zonder in Haat te
zijn de kust te naderen, levert hetzelfde gezigt
van verre als de Noord - Oost - zijde, gelijk wij
die zagen op onze wederkomst van het Noorden
in de maand November 1778; het bergachtig gedeelte,
dat door eene laage platte land-engte
aan malkanderen gehecht is, vertoont zig in het
eerst als twee afzonderlijke eilanden. Dit bedrog
had ook plaats aan de Zuid-West-zijde, tot wij
tot binnen agt o f tien mijlen de kust naderden,
welke, zeer diep naar binnen buigende , eene
fraaije ruime baai vormde. De Westlijkfle punt,
Van weik;e de bank, waarvan wij zoo even gefproofprooken
hebben, uitloopt, is aanmetfdijk dooit
eenen kleinen heuvel, ten Zuiden van welken
eene fraaie zandige baai is, met verfcheiden hutten
öp de kant en een aantal kokos-nooten bdo-
men rondom dezelve groeijende.
ïn den loop van den dag wierdeti Wij bezogl
dooi* vérfcheiden inboorlingen , die af kwamen
om levensmiddelen te verkoopen y en wij bevonden
wel dra dat zij reeds van onze ongeluk kigè
Vêrrigtingen op Owhyhee gehoord hadden. Zij
waren zeer nieuwsgierig om de bijzonderheden te
verneemen van eene vroüw, die zig aan boord
Van de Refolutie verHooken had, om naar Atool
mede te vaaren, en zij vroegen met veel aandrang
naar p a r e b A en enige andere Opperhoofden *
en fcheenen zeer getroffen over den dood vart
k a n e e n A en zijn’ broeder. Wij hadden egter
het genoegen te bevinden dat, in welk Jicht dé
vrouw deeze zaak ook moge vertoond hebben,
zulks geené Hégte uitwerking op hun gedrag had*
dat merklijk beleefd en onderdaanig was.
Het weder bleef veranderlijk geduurende defl
nacht; doch in den morgen van den vijf en twin-
tigflen, den wind Oostlijk hebbende, Hevehdenwijj
langs de zuid - kust van Ranai tot omtrent deti
middag; waarna wij kalmte en bedrieglijke winden
hadden tot den avond, wanneer wij met eëtl
ligt oöstlijk koekjen naar de west - kust Van More-
tü Huurden; In den loop van deeZëh dag Ver&ii-
I a def