heid vertoond wierden, en ik zal daarvan alleenlijk
zeggen dat het lijf alcoos gebogen was en de
knieën vooruitftaken , terwijl dé armen gebruikt
wierden om de ftreeken en gebaerden van dat dier
na te bootfen.
Al zoo onze reis naar Boleh&retsk langer had geduurd
dan wij verwagt hadden, en mên ons on-
derrigtte dat onze terugreis nog moeijélijkêr eh
langduuriger zoude kunnen zijn, waren wij in de
noodzaaklijkhêid den Major deezen avond bekend
te maaken dat wij voorneemens waren den volgenden
dag te vertrekken. Het was niét dan met
het uiterst verdriet dat wij onze nieuwe kennisfen
nu moesten vaarwel zeggen, en wierden daarom
alleraangenaamst verrascht, toen dé Major ons
zeide das, zoo wij nog eenen dag lahger konden
blijven, hij ons verzeilen zoude* Hij had, zeide
h ij, zijne brieven gefchreven , het bevel over
Kamfchatka aan zijnen opvolger Kapitein shma-
ieff overgegeeven, en alles gereed gemaakt tot
zijn vertrek naar Okotsk, dat binnen weinige
dagen plaats moest hebben ; maar hij zou met
veel genoegen zijne reis nog een wéinig uit-
ftellen en met ons naar St. Pieter en St. Paulus
Haven keeren, om zelf getuige te zijn dat alles
voor ons gedaan wierd wat in hun vermogen
was*
In. plaats van de weinige beuzelingen, die ik
den kinderen van den Major b e h m gefehonken
IS
ken had, wierd mij den volgenden morgen door
zijn jongetjen eene allerpragtigfte Kamfchadaal-
fche kleeding aangeboden , die op haare plaats
befchreven zal worden. Zij was gelijk die
door de voornaamfte Toions van het land bij
zeer plechtige gelegenheden gedraagen worden,
en kon, gelijk mij naderhand door f e d o s i t s c h
gezegd wierd , niet minder gekost hebben dan
honderd twintig roebels. Ik ontvong ook een
gefchenk van zijne dogter van eene fraaie fabel-
mof.
Wij aten bij den Major, die, om ons zoo veel
van de zeden der inwooneren en van de gewoonten
van het land te laaten zien als onze tijd ons
konde toelaaten, alle de voornaamfte lieden van
het dorp des avonds aan zijn huis verzogt. Alle
de vrouwen verfcheenen zeer pragtig gekleed naar
de Kamfchadaalfche wijze. De vrouwen van Kapitein
siTm a l e f f en van de andere officieren van
de bezetting waren fraai gekleed, half op de
Siberifche en half naar de Europeaanfche wijze,
en Mevrouw behm had, om te fterker af te ftee-,
ken, een gedeelte van haare klederen ontpakt en
eene rijke Europefche kleeding aangedaan. Ik
was zeer verwonderd over de rijkheid en verfchei-
denheid van de zijden ftoffen , die de vrouwen
aan hadden , en over haare zonderlinge kleder-
dragt. Alles was als een tover-tooneel in het
midden van het wildst en dorst land in de waereid.