
 
		«go  {Maart  17 79 -]   R E I Z E   n a a r   b e n 
 eene  verfcheidenheid  van  nette  flerlijke  tekenin-  
 gen. 
 Onder  hunne  konften  moet  die  van  zout  te  
 maaken  niet  vergeeten worden,  van  hetwelk wij,  
 geduurende  ons  verblijf  aan  deeze  eilanden,  rijk«  
 lijk  voorzien  wierden,  en  dat volkooinen  goed  in  
 zijne  foort  was.  Hunne  zout-pannen  worden  
 van  aarde  gemaakt,  met  klei  gevoerd,  en  zijn  
 gemeenlijk  zes  of  agt  voeten  in  het  vierkant  en  
 omtrent  agt  duimen  diep.  Zij  worden  op  eenen  
 Heen en  voet  omtrent  op  de  hoogte  van  hoog  
 water  gezet, van  waar  het  zout  water  tot  onder  
 aan  dezelve  gevoerd  wordt  door  fmalle  gooten,  
 waaruit  men  het  ’er  in  fchept,  en  de zon  brengt  
 fpoedig  de  nodige  uitwaasfeming  te  weeg.  Het  
 zout,  dat  wij,  bij  ons  eerfte  bezoek,  van Atooi  
 én  Oneeheow  bekwamen,  was  bruin  en  vuil;  
 maar  dat,  hetwelk  wij  naderhand  in  de  Kara-  
 kakooa-Baai  opdeeden  ,  was  wit  en  van  eene  
 alleruitmuntendfte  hoedanigheid  en  in  grooten  
 overvloed.  Behalven  het  zout,  dat wij  gebruikten  
 om  ons  fpek  in  te  zouten  ,  vulden  wij  ’er  alle  
 onze  ledige  vaten  mede,  dat  in  de  Refolutie  al*  
 leen  op  vier  en  twintig  vaten  beliep. 
 Hun  oorlogs - tuig  beftaat  in  fpeeren  ,  dolken, 
   pahooas  genaamd,  knodfen  en  flingers.  De  
 fpeeren  zijn  tweeërlei  en  van  een  hard  vast  hout  
 gemaakt,  dat  veel  naar  mahonij  gelijkt.  Eenê 
 foort  is  van  zes  tot  agt  voeten  lang,  glad  ge? 
 po* 
 WERKTUIGEN  VAN  B E   SANBWICH-EIEANBERS.