
 
		lijn,  doch  behalven  deeze,  is  *er  nog  een  aantal  
 kleiner  bronnen  van  denzelfden graad  van  hitte  in  
 den  aangrenzenden  grond  ,  zoo  dat  de  gantfche  
 plaats,  tot  de  uitgeftrektheid  van  bijna  een  mor*  
 gen,  zoo  heet  was,  dat wij  geene  twee  minuuten  
 op  dezelfde  plek  konden  blijven  ftaan.  Het water, 
   dat  uit  deeze  bronnen  vloeit,  wordt  in  eene  
 kleine  bad-bak  verzameld  en  vormt  daarna  een  
 beekjen,  dat,  op  den  afftand  van  omtrent  vijftig  
 roeden,  in  de  rivier  valt.  Het  bad  had,  zeiden  
 z i j ,  groote  geneezingen  in  verfcheiden  ziekten  
 te  weeg  gebragc  ,  als  in  rhumatismen,  gezwollen  
 en  zaamgetrokken  geledingen,  en  icorbutieke  
 zweeren.  In  de  bad-plaats  ftond  de  thermometer  
 op  ioo°  of bloed  heet;  maar  in  de bron,  
 na  twee  minuuten  ingedompeld  te  zijn  geweest,  
 itond  hij  i °   boven  kookenden wijngeest.  De  thermometer  
 ftond  op  deezen  tijd in  de  lucht  op  340,  
 in  de  rivier  op  40°  en  in  het huis  van  den Toion  
 op  64°.  De  grond,  daar  deeze  bronnen  opkoo-  
 men,  is  op  eene  zagte  helling,  agter  welke  een  
 groene  berg  van  eene  tamelijke  hoogte  is.  Het  
 lpijt  mij  dat  ik  niet genoeg  in  de  kruidkunde  bedreven  
 was  om  de  planten,  die  hier zeer weelderig  
 fcheenen  te  tieren,  na  te  gaan;  de wilde  knoflook  
 bood  zig  van  zelve  aan  ons  oog  aan  en  
 groeide  thans  zeer  fterk. 
 Den  volgenden  morgen  flapten  wij  in  booten  
 op  de  Bolchoireka,  en,  den  Aroom  mede  hebben*; 
 bende,  verwagteden  wij  den  volgenden  dag  aan  
 het  einde  van  onze  reis  te  zullen  zijn.  De  ftad  
 Bolcheretsk  is  omtrent  tagtig  Engelfche  mijlen  
 van  Natcheekin,  en  men  berichtede  ons  dat  in  
 den  zomer,  als  de  rivier  vol  en  fnel  was  door  
 het fmelten  van  de  fneeuw  op  de bergen,  de  booten  
 dikwijls  in  eenen  enkelen  dag  deezen  weg  
 afgelegd  hadden;  maar  dat  wij,  zoo  als  de  rivier  
 thans  was,  waarfchijnlijk  veel  langer  onder  weg  
 zouden  wezen  ,  alzoo  het  ijs  flechts  drie  dagen  
 voor  onze  aankomst was los  gegaan  en  onze boot  
 de  eerfte  was,  die  het  ondernoomen  had  dezelve  
 af  te  vaaren.  Dit  bericht  bleek  maar  al  te waar  
 te  zijn.  Wij  vonden  ons  grootlijks  belemmerd  
 door  de  banken,  en  fchoon  de  ftroom  op  veele  
 plaatfen  zeer  fnel  liep  ,  hadden  wij  egter  elke  
 halve  mijl  ondiepe  plaatfen  en  banken,  waarover  
 wij  de  booten  moesten  fleepen.  Het  land  was  
 ter  wederzijde  zeer  romanesk  ,  maar  zonder  af-  
 wisfeling,  alzoo  de  rivier  tusfchen  ruuwe  dorre  
 bergen  liep,  daar  niets  was  om  het  tooneel  af te  
 wisfelen dan  nu  en dan  het  gezigt van een’ beer  en  
 vlugten wild  gevogelte.  (*)  Zulk  een onbelangrijke  
 weg  laat  mij  niets  meer  te  zeggen  dan  dat  
 wij  deezen  en  den  volgenden  nacht op  de oevers  
 der  rivier  onder  onze  tent  fliepen en veel  te lijden 
 had- 
 ( * )   D e   f c h r i jv e r   f c b i jn t   z ig z e lv e n   h ie r   té g e n   te   fp r e e k e n * 
 VERTAAL ER. 
 &   v   5