
 
		dampig  aan  den  gezigt-einder,  zoo  dat  wij  niet  
 konden  verwagten  dezelve  in  het gezigt  te  zullen  
 krijgen. 
 In  den  agtermiddag  zagen  wij  twee witte bee-  
 ren  in  het  water,  op  welke  wij  onmiddelijk jagtr  
 maakten  met  de  jol ,  en  wij  hadden  het  goed  geluk  
 beiden  te dooden.  Den  grootften,  die waarschijnlijk  
 de  moeder  van  den jongften  was,  eerst  
 gefchoten  zijnde,  wilde  de  laatfte  hem  niet  ver-  
 iaaten,  fchoon  hij  gemaklijk  op  het  ijs zoude  hebben  
 kunnen  ontkoomen,  terwijl  het  volk  hunne  
 fnaphaanen  weder  laadde  ;  maar  hij  bleef  rond  
 zwemmen  tot hij,  verfcheiden  fchooten  ontvangen  
 hebbende,  gedood wierd. 
 De  afmeetingen  en  zwaarte  van  den  grootften  
 waren  als  volgt; 
 voet. duim. 
 Van  den  ftnoel  tot  het  eind  van  den 
 ftaert  .  .  .  . 7 2 
 Van  den  fmoel  tot  het  fchouderbeen .  2 3 
 Hoogte  van  den  fchouder 4 3 
 Om trek  bij  de  voorfte pooten  .  . 4 l a 
 Breedte van  de  voorfte  voeten  . 0 IQ 
 Zwaarte  van  de  vier kwartieren  .  . 436 
 Zwaarte  van  de  yier  kwartieren  van  
 den  kleinften 2516 
 De  afmeetingen  van  deezen  witten  beer  met  
 dien  van  Lord  mülgrave vergelijkende, wier-  
 den  zij  bijna  juist  eveneens  gevonden,  behalve»  
 Aa  5  ia