kolen - fchip. Bij het uitbreeken van den oorlog
in het jaar 1755 gong hij in ’sKonings dienst
over aan boord van den Arend, welk fchip toen
ter tijd gevoerd wierd door Kapitein hamer en
daarna door den Heer hugh palliser, die
weldra zijne verdienften bemerkte en hem op het
half-dek bragt.
In het jaar 1758 vinden wij hem als ftuurman
-op den Northumberland, het vlag-fchip van
Lord colvi l le, die toen het bevel voerde
over het fmaldeel, dat op de kust van Amerika
lag. Hier was het, gelijk ik hem dikwerf heb
hooren verhaalen, dat hij, geduurende eenen
harden winter, het eerst Ëticlides las, en zig op
de beoefening van de wiskunde en fterrekunde
toelegde, zonder enig ander onderwijs dan hetgeen
enige weinige boeken en zijne eigen nijverheid
hem opleverden. Terwijl hij dus middel
vond om zijnen geest te oefenen en te verrijken, en
het gebrek aan eene vroege opvoeding te vergoeden,
was hij in de meeftetooneelen van werkzaamheid
van den oorlog in Amerika betrokken. Bij de
belegering van Quebec beval de Heer c h. s aun-
d e r s de uitvoering van ondemeemingen van den
gewigtigften aart in den zee-dienst aan zijn beleid.
Hij lootfte de floepen bij het aantasten van Mont-
morency, beftierde de infchceping naar de hoog~
ten van Abraham, peilde den doortogt en legde
boeien tot veiligheid y^n de groote fchepen,
die de rivier op zouden vaaren. De kloekmoedigheid
en bekwaamheid, waarmede hij zig van
deeze dienften kweet, wonnen hem de hartlijke
vriendfchap van den Heer saunders en-Lord
GOLviLLE, die hem, geduurende hun gantfche
leven, met de grootfte ijver en genegenheid blee-
ven befchermen. Bij het eindigen van den oorlog,
wierd hij, op aanbeveeling van Lord col *
v i l l e en hugh p a l l i s e r aangefteld om
de golf van St. Laurens en de kusten van Terre-
Neuve opteneemen. ïn deezen dienst bleef hij
tot in het jaar 1767, wanneer hij door den Heer
eduard h awk e , verkozen wierd om het bevel
te voeren op eenen togt naar de zuid-zee,
Gin den overgang van Venus over de zon waarte-
neemen en om ontdekkingen in dat gedeelte van
den aardbol te doen.
Gelijk zijne dienften van deezen tijd af aan te
wel bekend zijn dan dat het nodig zoude zijn
in dezelve hier uitteweiden , zoo is ook zijn
naam naar evenredigheid tot eene hoogte geklommen,
te groot om mijne lofreden te behoeven.
Hij fcbijnt indedaad bij uitfteekendheid bijzonder
gefchikt te zijn geweest voor deeze foort van
ondemeemingen. De levenswijze van zijne
vroegfte jeugd, de loop van zijnen dienst, en de
aanhoudende beoefening van zijnen geest, alles
liep te zaamen om ’er hem gefchikt toe te maa-
Jsen en gaf hem eenen graad van kundigheid
•r ia