den tanden, e i eene harde roode bezie, naar die
van de Heek-palm gelijkende. (*)
Ik moet nu nog fpreeken van een ander ver-
üerzel (als men het zoo noemen kan) welks gedaante
beter uit de hier bij gevoegde plaat dan uic
eene befchrijving zal begrepen worden, ( f ) Het
is eene foort van masker, van eene groote kalebas
gemaakt, met gaten ’er in voorden neus en
de oogen. De kruin wierd vol kleine groene
takjens geftooken, die van verre het voorkoomen
van eene fierlijke flodderende pluim hadden, en
van onderen hongen fmalle ftrookjens doek, naar
eenen baard gelijkende. Wij zagen deeze maskers
Hechts tweemaalen draagen, en beiden reizen
door een aantal volks dat te zaamen in eene kano
zat, die aan boord van het fchip kwam, en dat
lachte en grappen maakte. O f zij ook gébruikt
worden tot verdediging van het hoofd tegens ftee-
nen , waartoe zij best gefchikt fchijnen I o f in
enige van hunne openbaare fpelen, dan of zij enkel
tot zulke potfen moeten dienen, konden wij
niet te weeten koomen.
Men heeft reeds een en andermaal aangemerkt
dat de inboorlingen van de Sandwich-Eilanden
in hunne zeden en gewoonten nader bij de Nieuw-
* Zee.
(* ) Misfchien óok weegboontjefis.
O. FOKSTER.
CD PI. CXXII** en CXXlir*.