*<pdi [Meij 1779.3 R E I Z E na a r dbn
TW E E D E H O O FD S TU K .
Schaarschheid van proviand en [cheeps-behoeften
in de Haven van St. Pieter en St. Paulus*
Hen gezelfchap gaat bij den bevelvoerer te
Bolcheretsk een bezoek afleggen. Z i j reizen
de rivier Awatska op. Hun onthaal bij den
Toion van Karatchin. Befckrijving van eène
Kamfchadaalfche kleeding. Reize in fleden-,
Befckrijving van deeze wijze van reizen.
Aankomst te Natcheekin. Befckrijving van
heete bronnen. Men fcheept zig in op de-
BoJchoireka. Onthaal in de hoofdftad. Edelmoedigheid
en gastvrijheid van den bevel-
voerer en de bezetting. Befckrijving van,
Bolcheretsk. Gefchenken van den bevelvoerer.
Rusfifche en Kamfchadaalfche danfen.
Vertrek van Bolcheretsk. 'Terugkomst te-
Sr. Pieter en St. Paulus haven, verzeld van
den Major b e ü m , die een bezoek aan boord'
van de fchepen doet. Edelmoedigheid van de
matroozen. Brieven door den Major b e h m
naar Petersburg gezonden. Zijn vertrek.
Z ijn karakter.
T h a n s in ftaat zijnde , door middel van onzen
tolk, vrij gemaklijk met de Rusfen te fpreeken,
was
was onze eerfte vraag hoe wij best aan toevoer
van verfche levensmiddelen en fcheeps-behoeften
zouden koomen ; het gebrek aan de laatfte had
ons in het bijzonder enigen tijd in de uiterfle verlegenheid
gebragt. Bij onderzoek bleek dat de
geheele voorraad van leevend vee, welke het land
omflreeks de baai konde opleveren , flechts op
twee vaerzen beliep, welke de ferjeant ^aerne beloofde
ons te zullen bezorgen. Vervolgens fpra-
ken wij den koopman aan, maar wij vonden den
prijs, dien hij eischte om ons te helpen, zoo bui*
tenfpoorig hoog, dat Kapitein c l e r k e het nodig
vond eenen officier af te zenden om den bevelvoerer
te Bolcheretsk te gaan bezoeken en naar
den prijs der levensmiddelen in die plaats te vernoemen.
Zoo dra dit befluit aan den Heer p o r t
was medegedeeld, zond hij eenen boodfchapper
naar den bevelhebber, om hem van ons voor-
neemen kennis te geeven, en om ons met een te
zuiveren van de vermoedens, welke men voedde
met opzigt tot het oogmerk en de beftemming van
onze reis*
Kapitein c l e r r e goed gevonden hebbende
mij dien dienst op te draagen , kreeg ik bevel,
met den Heer w e b b e r , die mij als tolk verzeilen
moest, mij gereed te maaken om des anderen
daags te vertrekken. Het was toen egter te florm*
achtig weder , gelijk ook den zesden het geval
was, om eene reis door een zoo. wild en woési:
T 5 land: