aps \Me 'lj I7?9*] R E I Z E n a a r d ên
waartoe wij gebruikt wierden, hebbende i smy-
l o f f ons in zijnen brief afgemaaid als twee kleine
Engelfche paket-booten, en hem gewaarfchuuwd
op zijne hoede te zijn, te kennen geevende dat
hij ons verdagt hield niet beter dan zee-roovers
te wezen. Ingevolge van deezen brief had men,
zeide h ij, .te Bolcheretsk omtrent ons verfchil-
lende gisfingen gemaakt; dat de Major het waar-
fchijnlijkst geacht had dat wij op een handel - togt
waren en ons om die reden eenen koopman gezonden
had, maar dat de officier, die de tweede
in het bevel was, van gedagte was d^t wij Fran-
fchen en met een vijandlijk oogmerk gekoomen
waren, en ingevolge hiervan maatregelen had willen
neemen. Daar was al het gezag van den Major
vereischt geworden , voegde hij ’er bij, om de
inwooneren te wederhouden van de ftad te ver-
laaten en zig het land in te begeeven ; tot zulk
eene hoogte was hunne vrees gerezeh uit de overtuiging
dat wij Franfchen waren.
Hunne groote vrees voor die natie was voornamelijk
veroorzaakt door enige omftandigheden,
voorgevallen bij eenen opftand , d ie , enige
jaaren te vooren , te Bolcheretsk had plaats gehad
, waarin de bevelvoerer zijn leven verlo*
ren had. Men verhaalde ons dat een verbannen
Poölsch officier, b e n i ows k y genaamd, de verwarring,
waarin de ftad was, waarneemende, zig
meester gemaakt had van een galjoot, dat aan
den
den mond van de Bolchoireka lag, en een aantal
Rusfifche matroozen, die genoegzaam waren om
het fchip te bevaaren, gedwongen had mede aan
boord te gaan; dat hij een gedeelte van het volk
aan de Kourile-Eilanden had aan wal gezet, en,
daar onder i s m y l o f f , die , gelijk de Leezer
zig herinneren zal, ons te Oonalashka veel van
zijne verrigtingen verhaald had, waarvan wij niet
geweeten hadden wat te maaken, fchoon wij,
bij mangel van zijne taal te verftaan , toen alle
de omftandigheden, die dezelve verzeld hadden,
niet hadden kunnen begrijpen; dat hij in het ge-
zigt van Japan was voorbij gevaaren, Luconia
had aangedaan, en daar onderrigting bekoomen
had hoe hij naar Canton moest ftuuren, dat hij,
aldaar koomende, zig bij de Franfchen vervoegd
had, en in een van hunne Indifche fchepen naar
Frankrijk was medegenoomen, en dat de meeste
der Rusfen ook in Franfehe fchepen naar Europa
waren wedergekeerd en naderhand den wegnaar
Petersburg gevonden hadden. Wij ontmoeteden
drie van het volk van b e n i ow s k y in de haven
van St. Pieter en St. Paulus , en het was' van
deeze dat wij de omftandigheden van dit geval vernamen.
Bij onze aankomst te Canton kreegen wij eene
verdere bevestiging van deeze daadzaaken van de
heeren uit de Engelfche faétorij, die ons zeiden
dat aldaar indedaad iemand met een Rusfisch
T 3 gal