weder op te vatten, die afgebrooken is op den
een en dertigften Juiij, op welken dag wi] op den
middag tot agttien mijlen ten Zuiden van de Oost-
Kaap gevorderd waren.
Wij hadden ligte zugtjens uit het Z. W. tot den
eerften Augustus op den middag, wanneer wij,
volgens onze waarneeming, op 64° 23' Breedte
en 189° 15' Lengte waren ; de kust van Afia
firekte zig van N. W. ten W. totW. § Z. uit, omtrent
twaalf mijlen van ons , en het land ten Oosten
van St. Laurens lag Z. 1 W. Den tweeden
wierd de lucht helder , en wij zagen hetzelfde
land op den middag ftrekkende van W. Z .W i W.
tot Z. O. zig vertoornende in een aantal hooge
heuveltjens , die het voorkoomen van afzonderlijke
eilanden hadden; onze Breedte was volgens
waarneeming 64° 3'on onze Lengte 189° 28', en
de diepte van het watef zeventien vademen. Wij
naderden het land niet digt genoeg om te bepaalen
o f het een eiland ware dan of het uit eene groep
eilanden bellond. Wij waren deszelfs westlijkst
gedeelte den derden Julij in den avond voorbij
gezeild-, en hadden toen onderfleld dat het het
eiland van St. Laurens was; het oostlijkst warén
wij digst langs gevaaren in September van
bet voorleden jaar en wij hadden het Clerkes-
Eiland genoemd *; en bevonden dat het uit een
aantal hooge kliften bellond, door zeer laag land
aan nttdkaoderen gehecht. Schoon wij voor*
ieleden
jaar deeze kliften verkeerd voor afzonderlijke
eilanden aanzagen, tot wij zeer digt aan hec
land naderden, zou ik egter gisfen dat het eiland
St.Laurens een onderfcheiden eiland van Clerkes-
Eiland i s , alzoo ’er eene aanmerklijke ruimte
tusfchen beiden was , daar wij geene de minfte
hoogte van grond konden befpeüren. In den agcer-
rnidddg zagen wij ook iets dat het voorkoomen van
een klein eiland had ten Noord-Oosten van hec
land, dat op den middag gezien was, en dat wij,
door de dampigheid van de lucht, maar eens
in het gezigt hadden. Wij gisten dat deszelfs
üfïtand negentien mijlen van het eiland St. Lau-
rem was in eene N. O. ten O. h O. ftrekking.
Den derden hadden wij zwakke veranderlijke winden
en wij namen onze koers om de noord - west
punt van het eiland St. Laurens. Den vierden
bp den middag was onze Breedte naar rekening
64° 8' en onze Lengte 1880, en hec eiland
St. Laurens lag Z. \ O. zeven mijlén van ons.
In den agtermiddag een fris koeltjen uit hec Oosten
opkoomende, Huurden wij Z. Z. W. en ver-
looren weldra St. Laurens uit het gezigt. Den
zevenden op den middag was onze Breedte naar
waarneeming 59° 38' en onze Lengte 183°. In
den agtermiddag wierd het ftil en wij vongen, in
ag.t en zeventig vademen water, een groot aantal
kabbeljaauwen. De afwijking van de kompasnaald
wierd bevonden 190 O. te zijn. Van nu af