
 
		Verdere  Verrigtingen  met  de inboorlingen.  
 Hunne  gastvrijheid.  Hunne  diefachtigheid. 
   Befchrijving  van  een  vuist - geVegt.  
 Dood  van  een  matroos.  Gedrag  van  de  
 priesters  bij zijne begravenis.  Het  houtwerk  
 en  de  beelden  op  de  Morai  gekogt.  
 De  inboorlingen  verneemen naar  den tijd   
 van  ons  vertrek.  Hunne  gedagten  omtrent  
 het  oogmerk  onzer  reize.  Pragtige  
 gefchenken van t e r r e e o b o o  aan Kapitein  
 cook.  De  fchepen  verlaaten  het  
 eiland.  De  Refolutie  bekoomt  fchade  in  
 een'  ftorm  en  is  genoodzaakt  terug  te  
 keeren. 
 DERDE   HOOFDSTUK. 
 Verdagt gedrag  van de  inboorlingen bij onze  
 terugkomst in de Karakakooa - Baai.  D ief-  
 fla l  op  de  Ontdekking  gedaan  en  deszelfs  
 gevolgen.  De pinas wordt  aangevallen  en  
 het  volk  genoodzaakt  haar  te  verlaaten.  
 Kapitein  c o o k s   aanmerkingen  bij  die  
 gelegenheid.  Belaaging van  onze  flerren-  
 fchouwplaats.  De  kotter  van  de  Ontdekking  
 wordt  geftoolen.  Maatregelen,  
 door  Kapitein  c o o k   genoomen  om  den- 
 Bladz. 
 zelven  terug  te bekoomen.  H ij gaat naar  
 land om  den Koning aan boord te nodigen. 
 De Koning  wordt  door  zijne vrouw  en de  
 bevelhebber en tegengehouden, waaruit een  
 gefchil ontflaat.  Daar koomt tijding  dat  
 5'er  een Opperhoofd door  ons volk gedood is.  
 Gisting  bij  die gelegenheid.  Een  van  de  
 Opperhoofden  dreigt  Kapitein  c o o k   en  
 wordt door hem doodgefchoten.  Algemeene  
 aanval  van  de  inboorlingen.  Dood  van  
 Kapitein c o o k .  Ver (lag  van de  dienfteny  
 door  den  Kapitein  gedaan,  enfchets  van  
 zijn  karakter.  ,  .  ,  50 
 V IERDE   HOOFDSTUK. 
 Verrigtingen  te  Owhyhee  na  den  dood van  
 Kapitein  c o o k .  B ra a f gedrag van  den  
 Luitenant der zee-foldaaten.  Gevaarlijke  
 toefiand van  het volk  aan  de Morai.  Dapperheid  
 van eenen der inboorlingen.  Baad-  
 pleeging  over de verdere te  neemen  maatregelen. 
   Opeisfching  van  het  lijk   van  
 Kapitein  c o o k .  Ontwijkend en  listig gedrag  
 van  k o  a h  en  de  Opperhoofden.  
 Tergende  houding  van  de  inboorlingen.  
 Bevordering van officieren.  Aankomst van  
 twee  priesters  met  een  gedeelte  van  het 
 *  3  lig