warén; doch of zij daar door de laatfte dan wel
door voofige uitbarftingen in geworpen waren*
kondén wij niet bepaalen.
Het aanzien van het land was nu geheel anders
dan ten tijde van onze aankomst. De fneeuw
was , behalven op de kruinen van enige zeer
hooge bergen, geheel weg,"en de zijden der bergen
, die, op veele plaatfen wel met hout bezet
waren, waren met fraai groen bedekt.
Alzoo het Kapitein c l e r k e s voorneemen was
zoo veel in het gezigt van de kust van Kamt-
fchatka te blijven als het weder zoude willen
toelaaten, om derzelver ligging te bepaalen, blee-
ven wij N. N. O. iluüren , met ligte veranderlijke
winden tot den agttienden. Wij zagen den
berg nog ontzagchelijke wolken rook op werpen
en wij peilden geen grond met honderd vijftig
vademen , op den afftand van vier mijlen van
de kust.
Den agttienden wakkerde de wind aan uit het
Zuiden; de lucht wierd zoo dik en nevelachtig,
dat het onvoorzigtig was nog langer in het gezigt
van de kust te willen blijven. Maar, om gereed
te zijn dezelve verder op te neemen, zoo
dra de nevel zoude opklaaren , (levenden wij
voort in de llrekking van de kust gelijk die op
de Rusfifche kaarten getekend Haat, en deeden
fein-fchooten voor de Ontdekking om dezelfde
koers te ftuuren. Ten elf uuren, even voor wij
het
het land uit het gez.igtyerlooren, lag Cheqpoonskoi
J\ofs, dus dqor de Rqsfep genoemd, (van welke
, zoo wel als van de kust tusfchen dezelve
en de dysatska - Baai, hier agter eene befchrij-
ving zal gegeeven worden) zeven of agt mijlen
in h§t N. N. O.
Den twintigften, cjes rqorgens ten drie uuren*
de lucht opgeklaard zijnde, hielden wij het naar
land en zagen binnen een uur de kust vooruit, zig
van Nf W. tot N» N. Of uipftrekkende, op den
afftand van oiptfent vijf mijlen. Het Noordlijk
gedeelte hielden wij yoor Kronotskoi Nofsy ver?
mits dezelver plaatfing op de Rusfifche kaarten
ten naastenbij met onze rekening overeenkwam
in Breedte v die 540 42' was; maar in Lengte
verfchilden wij ’er aanmerklijk van, naardien zi]
dezelve op i° 48' ten Oosten van at ska plaatften,
terwijl onze rekening, door de tijd-wijzers
en waarneemingen op de maan verbeterd , die
30 34' ten Oosten van die plaats Helt, qf op
i <52° i f O. van Greenwich. Het land omftreeks
deeze Kaap is zeer hoog, en de bergen binnenS
’slands waren nog met fneeuw bedekt. De kust
breekt af in fteile klifcen en is zonder enigen
lchijn van kanaalen of baaien. Wij hadden dit
gezigt van het land niet lang genoten of de wind
wakkerde op uit het Z. W. en bragt ons eene
dikke mist, die ons noodzaakte naar het N. O.
ten O, af te houden. Het weder op den middag
Z a we