waren) zoo dat zij op het eerfte gezigt ligtlijk
voor meeuwen konden aangezien worden.
De ligte windjens, welke wij nu enigen tijd
lang gehad hadden , en de tegenswoordige on*
geftadigheid van het weder met de weinige waar*
fchijnlijkheid van eene verandering ten beste, dee-
den Kapitein c l e r k e van zijn ontwerp van binnen
de keerkringen te blijven afzien , en , ingevolge
daarvan, begonnen wij deezen avond ten
zes uuren N. W. ten N. te ftuuren, wanneer onze
Breedte no° 23' en onze Lengte i8o° 40' was,
Zoo lang de zwakke windjens duurden , welke
bijna altijd heersehten zedert ons vertrek van de
Sandwich - Eilanden , was het weder zeer betrokken
en de lucht heeE en drukkende, ftaande
den thermometer gemeenlijk op 8o° en fomtijds
op 83°. Geduurende deezen tijd hadden wij eene
holle zee uit het Noord - Oosten, en nimmer geduurende
de gancfche reis ftingerden en werkten
de fchepen zoo geweldig.
In den morgen van den eerften April liep de
wind uit het Z. O. naar het N. O. ten O, en woei
eene frisfe koelte, tot den vierden ’s morgens,
wanneer hij twee flreeken meer naar het Oosten
Kep, en omtrent den middag tot eenen fterken
ftooker aangroeide , die tot in den agtermiddag
van den vijfden aanhield, verzeld van dampig
weder, Toen liep hij weder naar het Z. O .,
Wierd minder fterk, en van zwaare regen - buien
ververzeld.
Geduurende deezen geheelen tijd blee-
ven wij Noord-Westwaarts ftuuren, tegens eenen
langzaamen, maar regelmaatigen, ftroom uit die
ftreek, die eene aanhoudende afwijking van onze
rekening volgens de log veroorzaakte, van vijftien
Engelfche mijlen daags. Den vierden, wanneer
wij op z6° 17' Breedte en op 1730 3©'Lengta
waren , voeren wij voorbij eene ontzagchelijke
menigte van hetgeen de matroozen Portugeefche
oorlogs - fchepen noemen (Jiolothuria phyfalis of
Bezaantjens) en waren ook verzeld van een groot
aantal zee-vogelen , onder welke wij voor de
eerfte reize albatrosfen en ftorm - vogelen bemerkten,
Den zesden , op den middag, verlooren wij
den pasfaat - wind, en de zeilen vielen eensklaps
tegens door eenen N. N. W. wind. Onze Breedte
was toen 29° 50' en onze Lengte 170° 1'. Alzoo
het oud loopend wand in den laatften. harden wind
geduurig gebrooken was, ftelden wij al het nieuw,
dat wij nog overig hadden , in deszelfs plaats,
en maakten alle toebereidzelen die nodig ware»
voor het zeer verfchillende klimaat, waarin wij
nu in kort ftonden te koomen. Het fraai weder,
dat wij binnen de keerkringen gehad hadden, was
niet ledig doorgebragt-, De timmerlieden hadden
genoegzaame bezigheid gevonden aan het her-
ftellen van de floepen. Het beste boeg-kabel
was zoo flerk befchadigd geworden door den on*
I : 5 2üi