om hen voor gidien te dienen, verlieten zij het
dorp omtrent vier uuren in den agtermiddag,
hunne koers een weinig ten Zuiden van het Oosr
ten rigtende. Tot op den afïtand van drie of vier
EngeJfche mijlen van de baai vonden zij het land
gelijk hier voor befchreven is; daarna liepen de
bergen fteiler op, dat hen bij de üitgeflrekte plan-
tagieen bragt, die het gezigt van het land bepaa*
len, als het van de fchepen gezien wordt.
Deeze plantagieën beftaan uit de tarro- o f eddy-
wortel ( * ) en zoete aardappelen, met doek-
boomen, net in reijen geplant. De muuren, die
de-
C * ) I>e zoete aardappel o f patat o f convëloulm chryfof-
rhizus en de tarrow o f aronswortel worden hier vier voeten
van malkanderen geplant; de eerlie wordt bijna tot aan
den top van de ftengels met ligte aarde aangeaard; de laat*
fte wordt bloot gelaaten tot den wortel, en de aarde wordt
rondom denzelven als eene kom uitgehold om het regenwater
te houden, alzoo deeze wortel eenen zekeren graad-
van vogtigheid vereischt. Hier voor is reeds aangemerkt;
dat wijde tarrow op de Vrienden- en Sociëteit - Eilanden al*
tijd op laage vogtige gronden geplant vonden, en gemeenlijk
daar een beekjen bij de hand w a s , om het te bewateren,
id e a meende dat deeze behandeling volftrekt noodzaaküjk
ware; maar nu vonden wij dat het, met de bovengenoemde
voorzorg, even goed flaagt op eene drooger plaats: en
wij merkten alle aan dat de tarrow van de Sandwich-
Eilanden de beste i s , die wij ooit geproefd hadden. D e
plataanen worden niet in deeze plantagieëen toegelaateo,
maar groei jen onder de broodvrugt - boosaea*
dezelve van elkanderen fcheiden, zijn van losfe
verbrande fteenen gemaakt, die zij opgezameld
hebben met het opruimen van den grond, en,
geheel bedekt wordende door fuiker*riet, ter
wederzijde digt geplant, maaken zij de fraaifte af-
fchutzels, die men begrijpen kan. Het gezelfchap
pleiflerde om den nacht doortebrengen in de tweede
hut, welke zij in de plantagieën vonden, daar zij
gisten omtrent zes o f zeven Engelfche mijlen van
de fchepen te zijn. Zij befchreeven het gezigt van
deeze plaats als zeer aangenaam i zij zagen de
fchepen in de baai voor zig liggen, ter flinker-
zijde eene doorgaande rei dorpen, met bosch-
jens kokos - nooten- boomen tusfchen beiden, die
zig langs het zee-ftrand uitftrekten, terwijl een
dik bosch zig agter dezelve tot buiten het gezicht
uitflrekte; en ter regter zijde eene uitgeftrektheid
van grond, tot regelmaatige en wel bebouwde
plantagieën aangelegd, zoo verre het oog reiken
kon.
Digt bij deeze plaats, en verre van alle andere
wooningen, weezen hun de inboorlingen het ver*
blijf van eenen kluizenaar, die , zeiden zij, voorheen
een groot bevelhebber en krijgsman geweest
was, maar die zedert langen tijd de ftranden van
het eiland verhaten had en nu nimmer van zijne
wooning kwam. Zij wierpen zig ter aarde toen
zij hem naderden en booden hem vervolgens van
|| 2 de